De natiestaat is prima te verenigen met een Europese federatie

Nederlandse driekleur en Europese vlag wapperen naast elkaar. Foto: ANP

De problemen in de wereld schreeuwen om een federaal Europa. Dat kan bestaan zonder natiestaten te schaden, schrijft geschiedenisstudent Bram van Gendt op EW Podium. Sterker: ze worden er beter van.

Eeuwenlang konden West-Europese natiestaten hun wil opleggen aan de rest van de wereld. Inmiddels zijn zij militair afhankelijk van de Amerikaanse paraplu. En hoewel zij nog altijd economische grootmachten zijn, zullen zij het minder goed doen. De voortekenen zien we al: onlangs achterhaalde India zijn voormalige Britse kolonisator qua nationaal inkomen. Duitse automerken verliezen marktaandeel aan Chinese merken, die eerder hebben ingezet op elektrische auto’s.

Terwijl Europa vergrijst en de-industrialiseert door hoge energieprijzen, maken derdewereldlanden een indrukwekkend industrialisatieproces door. Ook hebben deze landen een omvangrijke en ambitieuze jonge bevolking. Om als Europees continent geen speelbal te worden van externe mogendheden, biedt een Europese federatie een oplossing.

Individuele natiestaat kan defensie slechter organiseren dan EU

Een andere geopolitieke reden voor een federale Europese Unie is de groeiende kloof binnen de Atlantische gemeenschap. De Verenigde Staten richten zich sinds het presidentschap van Barack Obama (2009-2017) steeds meer op Azië, vooral China. Dit kwam in het bijzonder tot uiting bij president Donald Trump (2017-2021), die zijn eigen bondgenoten frontaal aanviel. Amerika zal zijn militaire bescherming aan Europa vroeg of laat fors afzwakken, zeker als er een nieuwe trumpist aan de macht komt. Wil de EU haar belangen niet ondergeschikt maken aan de Amerikaanse strategische prioriteiten, dan moet het flink investeren in haar eigen defensie.

Een geharmoniseerde Europese defensie is cruciaal om de militaire afhankelijkheid van Amerika te verminderen. Een gemeenschappelijke defensie-industrie en gefaseerde integratie van de Europese legers is nodig om wildgroei aan verschillende typen militair materieel te voorkomen. Ook gaan de defensiekosten dan omlaag, doordat de lidstaten niet alle legeronderdelen eigenhandig in de lucht hoeven te houden. Daarbij vergroot een gemeenschappelijke defensie-industrie de concurrentie en innovatiekracht: individuele lidstaten kopen dan niet langer uit chauvinisme suboptimaal materieel van eigen bodem.

Achterkamertjespolitiek leidt tot argwaan en aversie tegen de EU

Federalisering van het Europese buitenlandbeleid kan de slagkracht en transparantie verbeteren. In de Europese Raad van Regeringsleiders en Staatshoofden misbruiken dissidente landen als Polen en vooral Hongarije veelvuldig het vetorecht, zodat kleine lidstaten de gehele EU gijzelen. Ook is de Europese Raad ondoorzichtig, met zijn onderhandelingen achter gesloten deuren. Het enige dat nationale volksvertegenwoordigers kunnen doen, is voorafgaand aan Raadsvergaderingen richting geven aan het standpunt van hun land.

Zogenaamde eurofielen bepleiten hervorming van de Europese Raad: afschaffing van het vetorecht voor het Europese defensie- en buitenlandbeleid, en invoering van gekwalificeerde meerderheden. Deze hervorming neutraliseert wel de dissidentiepolitiek van Hongarije en Polen, niet de achterkamertjespolitiek die leidt tot argwaan en aversie jegens de EU. Maar als de beslissingsmacht over het buitenland- en defensiebeleid wordt overgeheveld naar het Europees Parlement, en de Eurocommissaris van Buitenlandse Zaken fungeert als een minister, kunnen burgers in alle openbaarheid de geopolitieke debatten volgen. Ook wordt de besluitvoering dan niet meer gedicteerd door de meest behoudende krachten: Hongarije en Polen.

Conservatieven moeten hun euroscepsis laten varen

De soevereinisten, die al decennialang het EU-debat domineren, willen de EU opheffen of terugkeren naar enkel een gemeenschappelijke markt. Zij negeren de geopolitieke veranderingen en denken nog steeds dat individuele Europese landen een cruciale stem op het wereldtoneel kunnen hebben. Ook vergeten ze dat staten als China en de VS wel heel gemakkelijk een verdeel-en-heersstrategie kunnen toepassen op de Europese staten, als die allemaal compleet hun eigen koers varen. Daarbij tast dit de speelruimte aan van vooral kleine en middelgrote lidstaten. Zij kunnen de Europese instituties nu juist aanwenden voor een stem op het wereldtoneel. Een land als Litouwen is indirect vertegenwoordigd tijdens de jaarlijkse G7-conferenties, door de aanwezigheid van Europese afgevaardigden.

Storend genoeg zijn er amper conservatieven die het belang van EU-integratie inzien. De Europese natiestaten, met hun kenmerkende verzorgingsstaat en democratische rechtsstaat, zijn een product van alle politieke bloedgroepen. Terwijl hechtere samenwerking de enige optie is, lijken conservatieven aan de zijlijn te blijven staan omdat zij verdere integratie principieel afwijzen. Ze moeten die euroscepsis laten varen, ook omdat hun achterban zich verder vervreemdt van de EU als haar instituten alleen worden vormgegeven door sociaal-liberalen en christen-democraten.

EU-federatie hoeft niet ten koste te gaan van de natiestaat

De natiestaat kan prima naast een Europese federatie bestaan. Federalisering hoeft niet een ‘Europese superstaat’ te betekenen. Bevoegdheden kunnen op veel terreinen nationaal blijven. Zeker met een pragmatische federalisering van de EU, waarbij op bepaalde terreinen juist overheveling van Europees naar nationaal niveau mogelijk is. Neem het gemeenschappelijke Europese natuurbeleid. Het is onwenselijk dat een diersoort als de wolf ook bescherming geniet in Nederland – een dichtbevolkt land met vrijwel geen grote natuurgebieden – terwijl in Oost-Europa grote oerbossen zijn. Nationaal maatwerk is gewenst.

We moeten waken voor dogmatisme inzake Europese federalisering, en voorkomen dat mensen de EU zien als een allesomvattend top-down-bestuurssysteem. De natiestaat leverde – behalve dan expansief nationalisme, zoals in nazi-Duitsland en fascistisch Italië – Europa veel op. De solidariteit die ontstond door een gedeelde nationale identiteit, vormt het fundament onder onze verzorgingsstaten en zorgt voor sociale cohesie. We moeten dus de 19e-eeuwse natiestaat omarmen, maar wel naast de noodzakelijke 21e-eeuwse federatie.

Een federale EU is niet het einde, maar het begin

Federalisering van Europa is niet dé oplossing voor het Westerse machtsverval. Om die economische wereldspeler van formaat te blijven, moet de EU bijvoorbeeld ook grondig nadenken over hoe het haar innovatiekracht verbetert ten opzichte van andere staten.

Het ongekende industrialiseringsproces in de rest van de wereld gaat gewoon door. De EU kan slechts één van de spelers op het wereldtoneel zijn. Het is cruciaal dat wij Europeanen – en zeker wij Nederlanders – daadwerkelijk één van die spelers zullen zijn. Dat kan alleen als de EU een federatie wordt.