Kinderboerderijen zijn zo populair dat zelfs de ANWB er reclame voor maakt: ‘Ravottende lammetjes, stoeiende geitjes en spelende kinderen, op kinderboerderijen kan al het jonge grut z’n energie kwijt.’ Is het niet prachtig? Nee, op kinderboerderijen worden kinderen geïndoctrineerd, zo betoogt Bart Collard op EW Podium.
De Vereniging Samenwerkende KinderBoerderijen Nederland (VSKBN) stelt dat een kinderboerderij ‘een boerderij [is] die toegankelijk is voor publiek’ waar weinig dieren worden gehouden. ‘De maatschappelijke functie van kinderboerderijen is recreatief, educatief, sociaal en therapeutisch.’ Die maatschappelijke functie wordt uitgelegd als dat de mogelijkheid wordt geboden om ‘nog écht in contact [te] kunnen komen met dieren’. De vereniging vindt het belangrijk dat kinderen koeien kunnen aaien en varkens kunnen ruiken.
Is dat wat het is om echt in contact te komen met een ander wezen? Als voorbeeld van de sociale functie wordt genoemd dat jong en oud er met elkaar in contact komen. Net als in de lokale koffietent, supermarkt of speeltuin dus. De therapeutische functie wordt uitgelegd als het rehabiliteren van mensen die een burn-out hebben gehad of een verstandelijke beperking hebben; voor hen is met dieren werken kennelijk beter dan werken met mensen. Of het dier daar nou zo veel mee opschiet, valt te betwijfelen. Noemenswaardig is dat de VSKBN de educatieve functie niet uitlegt.
De koe wordt op kinderboerderijen gedegradeerd tot melkvee
In schriftelijke vragen aan het college van B&W van Almere wijst raadslid Ayla Lokhorst (Partij voor de Dieren) erop dat kinderboerderijen in deze gemeente gebruikmaken van lesmateriaal van Boerderij Educatie Nederland. Lokhorst wijst het college erop dat daarin wordt gesproken van ‘melkvee’ in plaats van ‘koeien’. ‘Wat is het verschil?’ zo denkt u wellicht. Het is alsof je een jonge moeder een ‘melkproducent’ noemt in plaats van een ‘vrouw’ of een ‘mens’. De koe wordt gedegradeerd tot melkvee. Boerderij Educatie Nederland (BEN) bevestigt dat zelf: ‘Leerlingen leren waar voedsel vandaan komt, leggen een relatie tussen het voedsel van de boerderij en het dagelijks eten op hun bord.’
De koe wordt gezien als voedsel of als voedselproducent. Maar zou BEN de kinderen dan werkelijk leren hoe het eraan toe gaat in de melkindustrie, zoals dit citaat doet vermoeden? Zou de organisatie aan kinderen leren dat de kalfjes van een ‘melkkoe’ worden geslacht, omdat die koe slechts bestaat om haar melk aan mensen af te staan? Vreemd genoeg is dat niet zo.
Kinderen leren op kinderboerderijen de leugen dat koeien zomaar melk ‘geven’
In het boek Tim zoekt de Koe leren de groepen 1 tot en met 4 dat de koe die is afgebeeld op het pak melk, Klara, een vrolijk wezen is. Met een grote uier en twee labels door de oren geperforeerd staat ze met een glimlach in de wei. De kinderen wordt geleerd dat de melk komt door lang op gras te kauwen. Over haar kunstmatige zwangerschap en het wegnemen van haar kind wordt niet geschreven.
In een leerlingenmagazine voor groepen 7 en 8 staat: ‘wist je (…) dat een koe per jaar wel 7500 liter melk geeft?’ Zo worden jonge kinderen geïndoctrineerd met het idee dat koeien melk ‘geven’. Maar, zoals filosoof Willem Vermaat in Waarom we geen hondenmelk drinken schrijft, die melk was bedoeld voor het kalfje dat de mens naar de slachtbank heeft gestuurd. Kennelijk mag het kind dat niet weten. Vanwaar die geheimzinnigheid?
Lieve, onschuldige kinderen krijgen geleidelijk het ‘carnisme’ bijgebracht
Kinderen vinden niet-menselijke dieren leuk; vaak nog leuker dan mensen. Ze zijn empathisch en vinden het niet fijn als andere wezens slecht worden behandeld of lijden. Ze vinden het nog zielig als een varken in een klein hok wordt opgesloten, een paar vierkante meter heeft om buiten op rond te lopen of uiteindelijk geslacht wordt. In tegenstelling tot volwassenen zijn kleine kinderen nog niet geïndoctrineerd vanuit de dominante ideologie die dieren tot gebruiksinstrumenten verkleint: het ‘carnisme’.
Daarom wordt de standaard in onze samenleving geleidelijk aan bijgebracht. Eerst worden zaadjes geplant. Dat begint al in kinderboeken en tv-programma’s voor de baby’s en dreumesen: vrolijke en pratende dieren op de boerderij die vrolijk hun melk of eieren geven. Totdat ergens aan kinderen van de brugklas wordt geleerd wat het traject van big tot karbonade is. Maar zelfs dan worden de gruwelijkste details weggelaten.
‘Educatie’ op kinderboerderij is eigenlijk gewoon indoctrinatie
De educatieve functie van kinderboerderijen is dus helemaal niet zo educatief. Kinderen wordt een eenzijdig beeld aangeleerd over het leven op de boerderij en de weg van de producten naar de supermarkt. Alles ter voorbereiding op een culinair leven zoals grote vee- en zuivelbedrijven dat wensen. Maar voor het leed van alle dieren in die keten is geen ruimte. Beter kan gesproken worden van de indoctrinerende functie van kinderboerderijen.