De oorlogsmoeheid neemt toe, ook in het Westen, maar van opgeven of van terugtrekken van de westerse steun aan Oekraïne kan geen sprake zijn, schrijft historicus Gert Jan Geling op EW Podium.
Anderhalf jaar na de Russische invasie in Oekraïne, met de huidige patstelling tussen de vijanden aan het front, lijkt de vermoeidheid erin te sluipen. En dan doel ik niet op de vermoeidheid van de soldaten aan het front, of van het Oekraïense volk dat blijft lijden onder Russische terreur en bombardementen. Nee, ik doel op de oorlogsvermoeidheid in het Westen, bij de Oekraïense bondgenoten van Oekraïne. Deze is begrijpelijk, maar niet terecht. Alleen blijvende steun aan Oekraïne kan het streven zijn. Rusland kan en mag deze oorlog niet winnen. Vrede sluiten is geen optie, totdat Rusland is verslagen.
Alle steun voor Oekraïne, het is nog niet genoeg
Anderhalf jaar van steun aan Oekraïne hebben erin gehakt. Van hogere gas- en voedselprijzen tot fikse investeringen in defensie. Wapenleveranties, inclusief F-16’s binnenkort, opvang van vluchtelingen. Nederland heeft samen met andere westerse landen zeker zijn bijdrage geleverd. Maar genoeg is het nog niet. Nog altijd houdt Rusland 20 procent van Oekraïne bezet, en is Oekraïne niet in staat om Rusland op het slagveld te verslaan.
Onlogisch is het niet dat velen beginnen te twijfelen of Oekraïne hier ooit in gaat slagen. Het veelbelovende tegenoffensief lijkt te zijn vastgelopen in de Russische verdedigingslinies. Het Russische leger blijkt moeilijker te verslaan dan gedacht, en ook onder de sancties lijkt Rusland maar beperkt te lijden. De oorlog die wij, het Westen, tegen Rusland voeren – want dat is uiteindelijk ook de realiteit van het conflict in Oekraïne – blijkt er een van de lange adem.
Vrede Oekraïne komt niet zonder slag of stoot tot stand
En net als bij alles wat lange adem vergt, worden sommigen vanzelf moe, spreken van opgeven of – zoals in dit geval – van tijd voor een compromis. Van onderhandelingen met Rusland over vrede. Een mooi woord, vrede, en zeker een nastrevenswaardig ideaal. Alleen leert de realiteit ons dat vrede niet zonder slag of stoot tot stand komt. Vrede is in de eerste plaats het product van oorlog, en de rechtvaardigheid van vrede is afhankelijk van de situatie op het slagveld.
Wat is er rechtvaardig aan een vrede als Rusland wegkomt met al zijn oorlogsmisdaden, met de bezetting van een deel van Oekraïne, en met de boodschap dat oorlog en geweld tegen buurlanden uiteindelijk hun vruchten afwerpen doordat het Westen het toch vanzelf zal opgeven?
Een compromis met Rusland is geen vrede, maar capitulatie
Een dergelijk compromis valt uiteindelijk niet te omschrijven als vrede, maar is simpelweg een capitulatie. Oekraïne zal het niet accepteren, Rusland zal het zien als een overwinning. Vrede is pas mogelijk als Oekraïne geheel is bevrijd van Russische bezetting, en Rusland is verslagen. Pas dan kan het tijd zijn om over vrede te onderhandelen. Wanneer Rusland heeft geleerd dat geweld en terreur tegen buurlanden uiteindelijk niets oplevert. Dan pas zijn niet alleen de buurlanden van Rusland, maar ook de westerse landen voldoende gewaarborgd tegen de Russische veroveringszucht. Elk ander compromis zal hoe dan ook leiden tot een veroverings- en oorlogszuchtig Rusland. Een permanente dreiging aan de westerse oostgrens.
Dit betekent dat onze steun voor Oekraïne er een van de lange termijn dient te zijn. En zonder westerse steun zal Oekraïne Rusland niet verslaan. Die steun is dus nodig voor zowel de Oekraïense toekomst en veiligheid als die van onszelf. Het leveren van F16’s is niet genoeg. Geld, inlichtingen, de modernste wapens, en wat Oekraïne ook maar nodig heeft. Het Westen zal moeten blijven geven. Alleen dan is Rusland daadwerkelijk te verslaan.
Zolang Oekraïne doorvecht, moet het Westen dat ook doen
Dit vraagt niet alleen om grotere defensiecapaciteit, productie en financiële middelen, maar ook om bewustwording dat dit conflict nog jaren kan duren. Dat wij er nog jaren bij betrokken kunnen zijn, en dat die betrokkenheid dan noodzakelijk is. We zullen daarom ook in het Westen zelf de noodzaak tot die steun aan Oekraïne telkens weer moeten verantwoorden. Moeten uitleggen en moeten verdedigen.
Onvermijdelijk zullen de twijfels ook in het Westen toenemen. Zal de oorlogsmoeheid hier groeien. En zal de roep om vredesonderhandelingen, of misschien wel eenzijdige terugtrekking uit het conflict aanzwellen. Maar hier mogen de regeringen niet aan toegeven. Niet alleen omdat het Westen dan de Oekraïners een mes in de rug steekt, ook omdat het uiteindelijk ook zichzelf in gevaar brengt. Rusland zal dit zien als teken van zwakte, met alle gevolgen van dien. En het woord van Poetin betekent weinig, zo weten we uit ervaring. Alleen de overwinning telt, en daarom moet de westerse steun aan Oekraïne doorgaan.
Hoe oorlogsmoe we ook zijn, het zijn nog altijd de Oekraïners, die elke dag vechten, die het meest oorlogsmoe van ons allemaal zijn. En zolang zij doorvechten, zullen ook wij dat moeten doen.