De Republikeinen worden geleid door een intens rancuneuze, liegende oude man, met dictatoriale sympathieën. De partij maakt grote kans om na 5 november alle pijlers van de Amerikaanse macht in handen te krijgen. Wie een kwart eeuw geleden orakelde dat de Amerikaanse democratie op dit omineuze punt zou belanden, was hartelijk uitgelachen. Dat schrijft Paul Brill.
De Amerikaanse verkiezingsstrijd nadert de eindsprint en bevindt zich nu in de fase waarin de electorale kaart van de Verenigde Staten door peilers en campagneleiders onder een nog scherpere loep wordt genomen dan ze altijd al plegen te doen. Wat is de sleutel tot een meerderheid in het 538 stemmen tellende electoral college, dat uiteindelijk bepaalt wie de volgende bewoner van het Witte Huis wordt?
Een heuse koploper is er, een maand vóór de verkiezingsdag, eigenlijk nog steeds niet. Een paar weken geleden leek het erop dat Kamala Harris de wind in de zeilen had. Haar wervelende entree in de race gaf de Democraten nieuwe energie, de partijconventie bezorgde haar goede publiciteit en ze had in het rechtstreekse tv-debat met Donald Trump duidelijk de overhand.
Ze boekte inderdaad vooruitgang in de peilingen, wist de achterstand van Joe Biden weg te werken, maar sindsdien stokt de opmars. Geen van de twee presidentskandidaten heeft een noemenswaardige voorsprong. Dat Harris een paar procentpunten voorligt in de landelijke peilingen, zegt niet veel. Die had Hillary Clinton in 2016 ook, nog iets meer zelfs. De peilingen bleken de steun voor Trump te hebben ondergewaardeerd (wat zich herhaalde in 2020). De beslissing valt in de zeven swingstates (Arizona, Georgia, Michigan, Nevada, North Carolina, Pennsylvania en Wisconsin) en in elk van die staten gaan de twee presidentskandidaten nek-aan-nek.
Een hoofdrol is weggelegd voor de ‘blauwe muur’
Hetzelfde geldt trouwens voor de verkiezingen voor (eenderde van) de Senaat en het voltallige Huis van Afgevaardigden. Een strijdtoneel dat buiten Amerika minder tot de verbeelding spreekt, maar dat ook in belangrijke mate de politieke toekomst van het land bepaalt. Over deze verkiezingen valt evenmin iets met zekerheid te zeggen. De Democraten kunnen hun flinterdunne meerderheid in de Senaat behouden of verliezen, en de toekomstige krachtsverhoudingen in het Huis, waar de Republikeinen nu een overwicht van een paar zetels hebben, zijn al even ongewis.
Een hoofdrol in de race naar het Witte Huis is eens te meer weggelegd voor Pennsylvania, Michigan en Wisconsin, de drie middelgrote noordelijke staten die gelden als de ‘blauwe muur’ (blauw is de kleur van de Democraten). Een belangrijk deel van het electoraat in deze staten bestaat uit witte arbeiders, wier ouders trouwe vakbondsleden waren en geheid op de Democratische presidentskandidaat stemden. Trump won in 2016 omdat hij erin slaagde deze door Hillary Clinton veronachtzaamde muur te slopen. Biden won in 2020 omdat hij de verdedigingslinie weer goeddeels wist te repareren.
Smal pad voor beide presidentskandidaten
Neem de kaart van Amerika erbij, vul de prognoses in en je ziet meteen waarom de blauwe muur zo cruciaal is. Wie alle staten optelt waar Harris vrijwel zeker of waarschijnlijk zal winnen, komt uit op 226 stemmen in het kiescollege. Voor Trump is dat aantal 219. Er zijn ten minste 270 stemmen nodig om het Witte Huis te veroveren. Pennsylvania, Michigan en Wisconsin hebben er samen 44. Dat is dus precies genoeg voor Harris.
Mocht Trump het winnen in Pennsylvania, met 19 stemmen de grootste van het trio, dan kan Harris dat in theorie compenseren met winst in Georgia of North Carolina, allebei goed voor 16 stemmen. Maar dan moet ze ook zegevieren in Nevada (6 stemmen) om alsnog de meerderheid te behalen.
Het is, hoe dan ook, voor beide presidentskandidaten een smal pad naar de overwinning. Tenzij de kansen nog duidelijk keren in de laatste maand van de campagne of de peilingen er beduidend naast zitten, zal de winnaar slechts met een minimaal verschil aan het langste eind trekken. Dat is een verontrustend vooruitzicht. Vooral als Kamala Harris die winnaar is, want haar tegenstander is een zeer slechte verliezer.
Alleen fraude en bedrog kunnen mij van de winst afhouden, zegt Trump
In 2020 won Biden met 306 tegen 232 stemmen in het kiescollege. Dat was geen riante, maar wel een afgetekende zege. Niettemin werd de uitslag heftig aangevochten door Trump, vooral vanwege de zeer kleine verschillen in Arizona en Georgia. Zonder deze twee staten zou Biden overigens nog steeds een kleine meerderheid hebben overgehouden. Dat maakte voor Trump niets uit, hij is vier jaar lang blijven volhouden dat het presidentschap hem is ontstolen. Ook nu zinspeelt hij erop dat alleen fraude en bedrog hem van de overwinning kunnen afhouden.
De afgelopen jaren hebben gestaalde Trump-aanhangers een plaats weten te bemachtigen in de kiescommissies en -raden in de staten die er het meest toe doen. Het lijdt geen twijfel dat ze elke mogelijkheid zullen aangrijpen om de vaststelling van de uitslag te blokkeren of in elk geval te vertragen als deze ongunstig uitvalt voor hun idool. Er is dan ook gerede kans dat de einduitslag nog vele dagen, zo niet enkele weken op zich zal laten wachten, en die kans neemt alleen maar toe naarmate de verschillen kleiner zijn. Eigenlijk moet Harris minstens het stemmentotaal van Biden in het electoral college evenaren, wil het land behoed blijven voor een constitutionele crisis waarvan de afloop hoogst ongewis is. Om over mogelijke acties van semi-fascistische knokploegen als de Proud Boys maar te zwijgen.
Omgekeerd kan een zege van Trump ook maar beter aan de ruime kant zijn. Een minimaal stemmenverschil in het electoral college zal direct al twijfels oproepen over de legitimiteit van zijn mandaat, zeker als Harris wel de meerderheid van de in totaal uitgebrachte stemmen (popular vote) behaalt, zoals Clinton in 2016. Het zal niet lang duren voordat de Mall in Washington volstroomt met demonstranten.
Wacht de Democraten een doemscenario?
Maar ook als Harris wel de popular vote wint, kunnen de verkiezingen voor de Democraten uitlopen op een nachtmerrie, omdat ook nog eens het reële gevaar dreigt dat ze zowel in de Senaat als in het Huis van Afgevaardigden naar het tweede plan worden verwezen. De Senaatsverkiezingen zijn voor hen sowieso een penibele aangelegenheid, aangezien er door een speling van het lot dit jaar aanzienlijk meer Democratische Senatoren dan Republikeinse hun zetel moeten verdedigen. En hun huidige overwicht is al minimaal: het bestaat bij de gratie van het feit dat Harris als vicepresident zo nodig een beslissende stem kan uitbrengen.
Dit is dus het Democratische doemscenario: Trump wint de presidentsverkiezing, de Republikeinen behouden de macht in het Huis en grijpen de macht in de Senaat. Waarbij het Hooggerechtshof, de derde pijler van het Amerikaanse staatsbestel, ook nog eens een ruime conservatieve meerderheid heeft. En dat alles gebeurt dan op een moment dat de Republikeinse vaandeldrager een oude, intens rancuneuze man is, die grossiert in onwaarheden, een grote voorliefde voor dictators en andere autocraten aan de dag legt, en geregeld domweg loopt te bazelen.
Wie een kwart eeuw geleden had georakeld dat de Amerikaanse democratie op dit omineuze punt zou belanden, was hartelijk uitgelachen.