Maarten Sulzer (59) werkt als longarts in het Spaarne Gasthuis in Haarlem. Elsevier Weekblad volgt hem tijdens de coronacrisis. Wat speelt zich af in het ziekenhuis? En wat betekent dat voor het werk van een longarts? Deel 7: herstellen van de IC.
Lees ook deel 1 ‘Dit zie je bij een gewone longontsteking niet’ en deel 2 ‘Patiënten missen contact met familie’ en deel 3 ‘We zijn er nog lang niet, maar het is niet alleen maar ellende’ en deel 4 ‘Deze gesprekken zijn het moeilijkste van het vak’ en deel 5 ‘Het virus is overal, ook onder het ziekenhuispersoneel’ en deel 6 ‘We kregen in recordtijd toestemming voor het onderzoek’ uit deze serie.
‘De toestroom van patiënten begint wat af te nemen. Maar het is bepaald niet zo dat we nu met een glas whisky in de leunstoel achterover kunnen gaan zitten om te evalueren. We zijn nog niet aan het afschalen. De druk op de intensive care wordt wel minder, maar we sturen er nog steeds mensen heen.
Aan de andere kant zien we ook steeds meer patiënten van de IC terugkeren naar de afdeling. Dat zijn mensen die wel zijn hersteld van corona, maar nog steeds intensieve zorg nodig hebben. De patiënten die van de IC komen, hebben een soort triatlon achter de kiezen. Geen marathon, maar een triatlon. Op eigen benen naast het bed staan, is voor hen al een hele uitdaging.
Het is heftig om te zien hoe mensen van vijftig, zestig jaar uit zo’n IC-traject komen. Ze hebben een jas uitgedaan. Het is niet zo dat ze er extreem vermagerd uitzien, ze hebben gewoon voeding toegediend gekregen tijdens hun periode op de IC. Maar je ziet dat de periode het lichaam ontzettend veel energie heeft gekost. Ze hebben flink aan spierkracht ingeleverd en ook de zenuwen hebben vaak een tik gekregen. Zo kan het zijn dat iemand het gevoel in zijn voeten is kwijtgeraakt bijvoorbeeld. En dat is niet zomaar terug.
Als je met deze patiënten praat, merk je dat ze onder de indruk zijn van wat ze hebben meegemaakt. Maar ze zijn ook dolblij dat ze nog leven, dat ze er nog zijn. Ze willen er echt weer voor gaan. Doodgaan kan altijd nog.
Ik kijk zelf reikhalzend uit naar het moment dat we weer gewoon patiënten op de poli kunnen zien. Ik ben voorzichtig al wat afspraken aan het inplannen voor mei en juni. Dat zijn allemaal afspraken die nog kunnen worden omgezet naar een telefonische afspraak, als het nodig is. En de corona-afdeling is voorlopig nog niet weg. Het zal nog wel even de realiteit blijven dat er met regelmaat coronapatiënten binnen blijven komen.
Gelukkig brengt mijn buurvrouw ons af en toe een heerlijke maaltijd na een lange werkdag, dat is wel fijn. Maar ik zou dolgraag weer teruggaan naar normaal.’