Hoe gebruik je een mondkapje goed? Vijf instructies

Een reiziger met een mondkapje op station Den Haag Centraal. Foto: ANP

Om de verspreiding van het coronavirus in te dammen, voeren steeds meer landen een mondkapjesplicht in voor openbare ruimten. In sommige landen zijn inwoners zelfs verplicht altijd een mondkapje te dragen als zij hun huis verlaten, ook in de buitenlucht dus. Of Nederland dit voorbeeld moet volgen, daarover is nog veel discussie. Maar stel dat de verplichting er komt, dan is het zaak een mondkapje wel juist te gebruiken. Vijf instructies.

1. Zorg voor het juiste soort mondkapje

Als de mondkapjesplicht in Nederland wordt uitgebreid, zal vermoedelijk hetzelfde advies gelden als nu in het openbaar vervoer: gebruik een niet-medisch of zelfgemaakt mondkapje. Zo blijven de medische mondkapjes beschikbaar voor de zorg. Niet-medische mondkapjes kunnen van tal van materialen zijn gemaakt, bijvoorbeeld van keukenpapier of katoen. Het mondkapje is bedoeld om te voorkomen dat de gebruiker door hoesten, niezen of praten grote druppels verspreidt waardoor anderen besmet kunnen raken. De drager zelf wordt er niet of nauwelijks door beschermd.

Veel niet-medische mondmaskers bevatten geen speciaal filter, terwijl de medische mondmaskers dat wel hebben. Zelf een filter toevoegen, bijvoorbeeld van een stofzuigerzak, is volgens het RIVM niet aan te raden. Voor het maken van die stofzuigerzak worden chemische stoffen gebruikt waarvan de veiligheid is getest bij normaal gebruik in de stofzuiger. Zo’n zak is dus ‘niet bedoeld om (langdurig) in contact te komen met de huid of om doorheen te ademen’, aldus het RIVM.

De zogenoemde FFP-maskers die in onder meer ziekenhuizen worden gebruikt, bevatten filters die weliswaar ook kleinere deeltjes tegenhouden en de gebruiker zelf beschermen, maar deze zijn maar beperkt beschikbaar, vergen extra handigheid om te zorgen dat ze goed afsluiten, en ze kunnen het ademen dusdanig belemmeren dat het dragen bij dagelijkse bezigheden nauwelijks vol te houden is. Bovendien, zo stellen experts, is het dragen van een mondmasker zonder filter in bijvoorbeeld het openbaar vervoer al voldoende. Daar worden niet, zoals in het ziekenhuis, risicovolle handelingen uitgevoerd waarbij het virus zich via kleine druppeltjes in de lucht kan verspreiden.

Het verschilt per mondkapje hoe goed ze daadwerkelijk afsluiten. Bij stoffen maskers met openingen aan de zijkant zal het mondkapje het virus niet optimaal tegenhouden. Een sjaal of col voor mond en neus tellen niet mee – in elk geval nu in het openbaar vervoer – als vervanging van een mondkapje. En nee, ook gasmaskers zijn niet toegestaan.

2. Let op bij het opdoen

Het is aan te raden voor het opdoen van een mondkapje de handen te wassen – met water en zeep of desinfecterende gel, minimaal 20 seconden! – en bij het opdoen de binnenkant van het mondkapje niet aan te raken. Anders bestaat een reële kans dat de gebruiker via zijn of haar vieze handen virusdeeltjes aan de binnenkant van het mondkapje smeert en daardoor zelf besmet raakt. Alleen de elastiekjes of touwtjes aanraken dus. En voorkom dat u daarbij uw ogen, neus of mond aanraakt.

Ook door onjuist gebruik van het mondkapje kunnen besmettingen zich voordoen. Belangrijk is dan ook dat het mondkapje – zoals de benaming misschien niet helemaal doet vermoeden – niet alleen voor de mond, maar ook over de neus wordt geplaatst. En dan niet meer afdoen, ook niet om te eten, te drinken of te praten. En bij jeuk? Eerst de handen desinfecteren en dan pas krabben.

https://twitter.com/rivm/status/1233010683064786946

3. En let ook op bij het afdoen

Ook bij het afdoen geldt: raak alleen de elastiekjes of touwtjes van het mondkapje aan en voorkom de aanraking van ogen, neus en mond. En was daarna opnieuw de handen.

4. Vervang het mondkapje tijdig voor een schone

Dagenlang met hetzelfde mondkapje rondlopen, is niet aan te raden. Het mondkapje wordt niet alleen vies, ook de filtercapaciteit neemt af als het kapje vochtig wordt. De instructie van de overheid voor het openbaar vervoer luidt nu dan ook: draag een mondkapje maximaal drie uur en pak voor elke reis een schone. Dus niet het gebruikte mondkapje na een ritje in de bus om de nek laten bungelen voor een volgend ritje of los in de tas laten slingeren om deze er voor de terugreis weer uit te halen. Eentje voor de heenreis en een tweede, schone voor de terugreis, allebei in een apart, afgesloten zakje bewaard.

Papieren mondkapjes kunnen na gebruik worden weggegooid. De stoffen mondkapjes zijn na een wasbeurt – volledig wasprogramma op 60 graden – weer klaar voor hergebruik. En ook bij de wasbeurt geldt: was de handen nadat u het mondkapje erin hebt gestopt en voordat u deze er na het wassen weer uithaalt.

5. En vergeet de 1,5 meter niet

Over het al dan niet verplicht stellen van mondkapjes op straat en in openbare ruimten is, onder meer onder wetenschappers, veel discussie. Stel de mondkapjes verplicht, dan kunnen we de economie tenminste weer op volle toeren laten draaien, zo luidt de boodschap van sommigen.

Maar zo simpel ligt het niet. Bedekking van het gezicht kan weliswaar in bepaalde mate voorkomen dat druppels via hoesten of praten zich verspreiden, maar dat daarmee direct andere maatregelen overboord kunnen worden gezet, is nog niet direct gezegd. In een recent onderzoek van het Universitair Medisch Centrum in Utrecht concluderen onderzoekers dat alle maatregelen afzonderlijk – handen wassen, afstand houden en mondkapjes in openbare ruimten – onvoldoende zijn om een grote uitbraak te voorkomen. Alleen een combinatie van die drie helpt voldoende, stellen de onderzoekers.

Die conclusie is gebaseerd op een wiskundig model met allerlei aannames, niet op werkelijke experimenten. En de conclusie is ook niet zomaar een aanmoediging voor het verplicht stellen van mondkapjes in openbare ruimten. Omdat er wetenschappelijk nog geen consensus bestaat over de precieze effectiviteit van alleen handen wassen of alleen het dragen van mondkapjes als maatregel zou het volgens de onderzoek ‘wenselijk’ kunnen zijn ze allebei aan te raden. Zeker in bepaalde situaties waar mensen veel contact met anderen hebben, zoals in het openbaar vervoer. En in welke situaties nog meer? Daar is de wetenschap nog niet over uit.