Huh, is de gijzelaar nu slachtoffer van de gijzeling?

Gijzeling in Apple Store Leidseplein Amsterdam. Foto: ANP DIM BALSEM.

Tijdens de gijzeling in de Apple Store werden dader en slachtoffer taalkundig met elkaar verward, hoorde René van Rijckevorsel, auteur van de wekelijkse taalrubriek.

Het was een angstwekkende avond, die van dinsdag 22 februari 2022. In de Apple Store aan het Amsterdamse Leidseplein was er zes uur lang een griezelige gijzeling, die gelukkig relatief goed afliep.

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier

Maar voor taalpuristen en ouderen die de gebeurtenissen volgden, was het ook een verwarrende avond. Zeg maar de generatie die meemaakte dat er geregeld gijzelingen waren door boze Arabieren, Molukkers en zo.

De gijzelaar was degene die werd gegijzeld

De televisieverslaggevers – ‘publiek’ en ‘commercieel’ – hadden het steevast over ‘gijzelaar’ en ‘gijzelnemer’. De gijzelaar was dan degene die werd gegijzeld. En de gijzelnemer was degene die gijzelde.

Dat is raar. In de jaren zeventig waren de gijzelaars nog de daders. Degenen die gijzelden. Terecht. Want de uitgang -aar hoort altijd bij degene die de activiteit uitvoert. Denk aan wandelaar, handelaar, bedelaar, moordenaar. Een van een werkwoord afgeleid zelfstandig naamwoord op -aar is dus nooit lijdend voorwerp van de beschreven handeling.

En de martelaar dan?

Nou, zegt u dan, de gijzelaar heeft wel degelijk een verwant: de martelaar.

Maar dat klopt niet. Ook de martelaar is etymologisch een actieveling. Hij is bezig de marteldood (martele) te sterven voor de waarheid van zijn christelijk geloof.