De gegevens die satellieten naar de aarde sturen, zijn cruciaal voor de wetenschap en voor hulp in rampgebieden. Maar hoe verwerk je die astronomische hoeveelheid data?
Toen op 6 februari een zware aardbeving delen van Turkije en Syrië verwoestte, wisten in Noordwijk en Madrid de technici van het Europese ruimtevaart-agentschap ESA (European Space Agency) onmiddellijk op welke specifieke locaties de nood het hoogst moest zijn en waar de reddingswerkers het hardst nodig waren. Ruben Alvarez Timon, directeur technologie en operaties van ESA, laat kaarten zien waarop in blauw en rood de bebouwde zones staan waar de grond minstens 3 meter oost- of westwaarts was verschoven.
Hoe kon hij dat zo snel vaststellen? Een op het ESA-netwerk aangesloten Italiaanse satelliet maakte kort na de ramp opnames en die werden vergeleken met de data uit het omvangrijke digitale ESA-archief. Vooral dat laatste is bijzonder. Sinds in 1957 de Russische Spoetnik als eerste het heelal in kwam, is het aantal ruimtevaartuigen en satellieten enorm toegenomen. Inmiddels werden met 6.370 raketlanceringen 15.070 satellieten uitgezet, waarvan er zo’n 7.200 nog steeds functioneren. Er cirkelt een vloot rondom de aarde met een totaalgewicht van 10.700 ton, berekent Alvarez.
Die toestellen zenden enorme hoeveelheden data naar de aarde. ESA heeft satellieten in de ruimte die dagelijks 8 terabyte (8.000 gigabyte) aan informatie terugsturen. Binnen afzienbare tijd loopt dat op tot 20 terabyte per satelliet per dag. Aangezien de doorsnee-satelliet twintig à dertig jaar operationeel blijft, ontstaan bergen aan bruikbare gegevens.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen