Psycholoog Lianne Hoogeveen had niets met hoogbegaafdheid toen ze begin jaren negentig werd aangenomen in de praktijk van Franz Mönks. Professor Mönks (1932-2020) behoorde tot de internationale voorhoede in het onderzoek naar dit onderwerp. Hoogeveen had gewerkt in Peru en keerde met Peruaanse man en kinderen terug naar Nederland. ‘Ik had geld nodig en Mönks, mijn scriptiebegeleider, had werk.’
Hoogbegaafdheid vond Hoogeveen – nu zelf bijzonder hoogleraar – een eliteonderwerp voor rijkeluiskindjes met hoogopgeleide ouders. ‘In de sloppenwijken van Peru had ik gewerkt met mensen die het echt moeilijk hadden.’
Haar vooroordelen verdwenen bij haar eerste cliënt: een moeder uit een Limburgs dorp. ‘Ze zag haar dochtertje van vier, met duidelijk zeer hoge capaciteiten, wegzakken en depressiever worden. De moeder was in paniek.’
Scholen hebben de plicht om ieder kind passend onderwijs te bieden, ook hoogbegaafde en getalenteerde kinderen. Maar dertig jaar geleden kwam het nog voor dat een school er helemaal niets mee deed. Zo ook de basisschool van het Limburgse meisje. ‘Ik adviseerde de moeder om een andere school te zoeken, maar zij was bang dat dorpsgenoten dat zouden veroordelen, alsof hun dorpsschool te min was. Ze wilde haar dochter weer eens lachend uit school zien lopen. Haar verdriet raakte me.’
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen