De GezinsGids bestaat 75 jaar. Al die tijd heeft het tijdschrift bevindelijk gereformeerden herkenning en ondersteuning geboden.
‘Beste jongens en meisjes! Hier is hij dan, jullie eigen krant!’ Dit waren de openingswoorden van De kleine Gids, waarvan in mei 1948 het eerste exemplaar verscheen. Elke veertien dagen zou de postbode D.V. het nieuwe tijdschrift thuis in de brievenbus bezorgen, zo werd blijmoedig gemeld. Met daarbij voor alle zekerheid een uitleg van de gebruikte afkorting. D.V. stond voor Deo Volente, Latijn voor ‘zo de Heere wil en wij leven’.
Als de Heere ons wil sparen, zo vervolgde de anonieme auteur, kan onder Zijn zegen de nieuwe krant van nut zijn. De kleine Gids wilde Gods Woord onderzoeken en laten zien hoe groot de Heere is in het rijk der natuur en hoe groot Zijn daden zijn in de geschiedenis en in deze wereld. ‘Want de aarde is des Heeren, mitsgaders hare volheid.’
De redactie ried de jonge lezers aan vooral de bijbelse vertelling in het blad niet over te slaan. Want deze verschafte inzicht in de wijsheid van de Grote Gids, de Bijbel. ‘Nu, goed je best doen op catechisatie en op school en je krantje hélemaal lezen, hoor!’
Kees van der Staaij las de GezinsGids als kind eindeloos
Een kopie van het volledige eerste exemplaar van De kleine Gids vormt een onderdeel van het mooie, rijke, 228 pagina’s tellende jubileumnummer van de GezinsGids. Dit is sinds 1957 de naam van het, nog altijd D.V. elke twee weken verschijnende, ‘christelijke magazine voor het gezin’, zoals de ondertitel luidt. Het richt zich nu op volwassenen, maar heeft het kinderblad BimBam als vaste bijlage.
Al 75 jaar vormen de GezinsGids en zijn voorloper stichtelijke lectuur voor bevindelijk gereformeerden. Dit zijn de orthodoxe protestanten die het Reformatorisch Dagblad plegen te lezen en in de politiek worden vertegenwoordigd door de SGP. Geen wonder dat de voorman van deze partij in het jubileumnummer uitgebreid aan het woord komt. Kees van der Staaij haalt onder meer herinneringen op aan de zaterdagmiddagen dat hij naar zijn oma ging en bij haar eindeloos in oude jaargangen van de GezinsGids zat te lezen.
Buiten reformatorische kring bestaan gezinsbodes nauwelijks meer
Maar ook in de reformatorische wereld is een abonnement op uitgaven van geestverwanten geen vanzelfsprekendheid meer. De GezinsGids heeft, zoals de meeste tijdschriften, te maken met een dalend lezersaantal. Een flinke klap was de verschijning in 1983 van Terdege, een christelijk familieblad dat in dezelfde vijver vist.
Het aantal abonnees van de GezinsGids schommelt tussen de 13.000 en 14.000 abonnees, vertelde hoofdredacteur Chris-Jan de Leeuw in mei aan het Reformatorisch Dagblad. Wat nog een respectabel aantal is. Buiten reformatorische kring bestaat het verschijnsel gezinsbode nauwelijks meer.
De GezinsGids dient de Heer en geeft de lezer iets mee
In hetzelfde interview gaf De Leeuw een typering van zijn blad. De GezinsGids, zo zei hij, wil een ‘verantwoorde huisvriend’ zijn. ‘Denk maar aan iemand die thuis op bezoek komt, een persoon die iedereen graag mag. Je proeft: hij dient de Heere, heeft oog voor kinderen, geeft je iets mee.’
De Leeuw opereert zo in de geest van de grote man van het eerste uur. Jaap Otte (1909-2013), de schoonzoon van SGP-oprichter Henri Kersten, was de directeur van de christelijke uitgeverij De Banier die in 1948 heil zag in een blad voor het gereformeerde gezin. Een magazine dat, in de woorden van Kees van der Staaij, driekwart eeuw later christelijke families nog altijd ‘herkenning en ondersteuning biedt in het leven van alledag’.