Hij zette het academische onderzoek naar vroege mensachtigen op zijn kop en maakte daar geen vrienden mee. Nu hij met emeritaat is, blikt de internationaal vermaarde Wil Roebroeks (68) terug op zijn lange carrière en kijkt hij naar de toekomst.
Ook na een academische carrière van veertig jaar kan Wil Roebroeks nog enthousiast worden over wat met moderne technieken mogelijk is in de archeologie van de oude steentijd. ‘Bij onze opgraving bij het Duitse Neumark hebben paleogenetici het DNA kunnen terugvinden van alle prooidieren die neanderthalers er 125.000 jaar geleden hebben gedood.’
Tegelijk is hij een beetje verdrietig over alle kennis en vaardigheden die de laatste jaren zijn verdwenen of die dreigen te verdwijnen. ‘Ouderwetse slow science, zoals het maken en bestuderen van geologische slijpplaatjes, en de microscopische analyse van bodem- en sedimentmonsters, studies die nodig zijn voor de reconstructie van een omgeving. Dat is de envelop waarin archeologische spullen zitten en die kun je pas goed interpreteren als je weet wat de envelop is.’
Op de grond van zijn Leidse hoogleraarskamer staan verhuisdozen. Sinds mei is Roebroeks met emeritaat. Met een nul-aanstelling blijft hij nog wel verbonden aan de Faculteit der Archeologie, maar zijn kamer moet hij voortaan delen. Dus is hij ruimte aan het maken. Tussendoor heeft hij tijd voor een gesprek over zijn wetenschappelijke loopbaan, de stand van zaken in het onderzoek naar vroege mensachtigen – vooral neanderthalers – en de ontwikkelingen die hij op zijn onderzoeksterrein verwacht.
Als middelbare scholier nam hij deel aan opgravingen van vuursteenmijnen
Al jong had Roebroeks interesse voor de steentijd. Geboren in het Zuid-Limburgse Sint Geertruid, deed hij als middelbare scholier mee aan de opgravingen van de vuursteenmijnen bij Rijckholt. Tijdens zijn studie geschiedenis bleef hij prehistorische stenen werktuigen zoeken. ‘Daarnaast volgde ik colleges culturele antropologie over moderne jager-verzamelaars.’
Nederland kende toen nog nauwelijks een academische traditie op het gebied van de oude steentijd. Roebroeks benaderde zelf de Leidse hoogleraar Pieter Modderman met een voorstel voor een promotieonderzoek naar de oude steentijd in Zuid-Nederland. ‘Hij ging akkoord, maar ik moest nog wel even afstuderen in de prehistorie.’
Met Roebroeks werd het universitaire onderzoek van de oude steentijd volwassen. ‘We hebben nu in Leiden een groep van vijftien mensen.’ En die groep hoort – met onderzoek naar onder meer de rol van vuur in de menselijke evolutie en de jachttechnieken van neanderthalers – al jaren tot de beste van de academische wereld. Maar dat wapenfeit zal hij zelf niet snel noemen.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen