De stikstoffuik van Arnout Jaspers (65) werd dit jaar een verrassende bestseller. De natuurkundige hekelt de ‘milieuhysterici’ die de indruk hebben doen ontstaan dat de natuur in Nederland op omvallen staat.
Arnout Jaspers (Den Haag, 1958) studeerde natuurkunde in Leiden. Was redacteur van het AD en hoofdredacteur van het wiskundetijdschrift Pythagoras. Schrijft nu als freelancer onder meer voor Wynia’s Week. Werkt aan een boek over de energietransitie in Nederland, dat komend voorjaar moet verschijnen.
‘Nee, succes in zo’n omvang had ik niet voorzien. Van De stikstoffuik zijn ruim 33.000 exemplaren verkocht. En het boek loopt nog steeds. Vooral na mijn optreden op tv in WNL op Zondag in april volgde een tsunami aan bestellingen. Mijn uitgeverij kwam er zelfs door in de problemen. Blauwburgwal is maar klein, ze stopten daar bestelde exemplaren nog zelf in een envelop. Ze moesten een extern bedrijf inschakelen om aan de vraag te voldoen. Mijn boek bereikte zowaar de eerste plaats van de bestsellerlijst. Hoewel sommige boekhandelaren het weigerden te bestellen. Ze vonden het te omstreden. Alsof het een soort Mein Kampf is.
‘Ik verkondig zeker een contraire boodschap. Ik ga in tegen de milieuhysterie die in Nederland heerst. Kinderen worden gehersenspoeld met de gedachte dat de wereld op het punt staat te vergaan. Met mijn uitgever trok ik voor een boektour deze zomer door het land. We zagen Nederland op zijn mooist. Als we door die groene gebieden reden, zei ik tegen hem: kijk, dit is nu de zogenaamde stikstofhel waarover je zoveel leest. Het contrast tussen beeldvorming en realiteit is groot. De indruk wordt gewekt dat de natuur in Nederland op omvallen staat. Zo’n D66-Kamerlid als Tjeerd de Groot wilde ons dat graag doen geloven. Hij speelde een zeer kwalijke rol. Het klopt helemaal niet wat hij beweerde. Met 85 procent van de natuur gaat het best goed. Maar milieugroeperingen hebben er belang bij de situatie zo ellendig mogelijk af te schilderen.’
Arnout Jaspers: Nederland heeft stikstofproblemen over zichzelf afgeroepen
‘In mijn boek laat ik zien dat het enorm overdreven is om te spreken van een “stikstofcrisis”. Nederland heeft de problemen over zichzelf afgeroepen. Geen enkel land voert zo’n radicaal beleid dat zo fnuikend is voor de eigen samenleving. Van de Europese Unie hoeft dit helemaal niet. De grootste absurditeit is de ridicuul lage grenswaarde die wij hanteren voor de toegestane stikstofdepositie bij verlening van vergunningen rondom stikstof-overbelaste Natura 2000-gebieden. Het gaat dan om 0,07 gram stikstof per hectare per jaar. Te vergelijken met een vogelpoepje.
‘In omringende landen is de grenswaarde duizenden malen hoger dan bij ons. Maar we willen niet leren van het buitenland. De besluitvorming is hier een heel Nederlands onderonsje van een paar academici die als verlengstuk dienen van de ecolobby. Buitenlandse experts komen niet aan bod. Dat is in de wetenschap heel ongebruikelijk.’
Johan Vollenbroek heeft enorme schade toegebracht
‘De extreem strenge Nederlandse norm heeft te maken met het voorzorgbeginsel. Activisten eisen absolute zekerheid dat iets geen kwaad kan. En rechters gaan daarin mee. Nederland is een gidsland in de toepassing van dat voorzorgbeginsel. Dat zag je in de discussie over glyfosaat. Stapels onderzoek wijzen uit dat er bij normaal gebruik van dit chemische middel in de landbouw praktisch geen risico is. Toch wilde de Tweede Kamer het verbieden. Het is een moderne vorm van ouderwets calvinisme. We zijn graag streng in de leer. Anders zijn we gedoemd.’
‘Er is weleens tegen mij gezegd dat ik meer mensen had kunnen overtuigen als ik een minder polemische toon had gekozen. Misschien is dat zo. Maar ik was echt kwaad. Ik stuitte op zoveel onzin en desinformatie en bevooroordeeldheid. Ik val Johan Vollenbroek in mijn boek persoonlijk aan, dat klopt. Maar daar sta ik nog steeds achter. Die man is op het schild gehesen en krijgt allerlei onderscheidingen. Maar hij heeft met zijn actiegroep Mobilisation for the Environment Nederland enorme schade toegebracht. Hij is een grootmeester in juridische obstructie. Hij misbruikt de wet om de boel te saboteren en een extremistische agenda door te voeren. Het liefst zou hij half Nederland voorgoed platleggen en terugbrengen naar de negentiende eeuw.’
Door stikstofgekte raken hardwerkende boeren in de knel
‘Bij WNL op Zondag ben ik nog weleens met Vollenbroek in debat gegaan. Dat werd een zinloos gehakketak waar de kijker niets van opstak. Hij zat maar te schreeuwen dat ik louter onzin schreef. Nu zaten er in de eerste druk van mijn boek inderdaad een paar foutjes die zijn gecorrigeerd. Ik had bijvoorbeeld “civielrechtelijk” in plaats van “bestuursrechtelijk” geschreven. En bevers met otters verward. Maar dat doet niets af aan de kern van mijn betoog. En die staat recht overeind.
Lees verder onder de video
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
‘Door het krankzinnige stikstofbeleid onthoofden we onze landbouw. Voordat ik aan mijn boek begon, had ik weinig met landbouw. Ik kwam zelden in agrarische gebieden. Ik was weleens op een kinderboerderij geweest, maar nooit op een echte. Tijdens mijn boektour ontmoette ik wanhopige boeren. Geen radicale, extreme figuren. Maar redelijke, hardwerkende mensen die ernstig in de knel waren geraakt door de stikstofgekte. Het was schrijnend om te ervaren hoe ze zich in de hoek gedrukt voelen.’
FVD is een clubje van totaal geschifte figuren
‘Ronald Plasterk, die op dezelfde middelbare school in Den Haag zat als ik, schrijft in het lovende voorwoord van mijn boek dat ik als enkeling het hoofd koel hield in de “alfahel”. Ik begrijp wat hij bedoelt, maar het is wel een beetje kort door de bocht. Ik beweer niet dat je een bèta-opleiding moet hebben gevolgd om verstandige besluiten te nemen. Wel zie je soms een ontstellend gebrek aan deskundigheid. Toen Christianne van der Wal aantrad als stikstofminister, had ze geen enkele kennis van zaken. Ze werd een soort trekpop van haar adviseurs. Ik zie haar als een fremdkörper in de VVD. Die partij heeft zich nooit zo druk gemaakt om de natuur. Het zou goed zijn als de VVD eens kleur bekent.
‘De voormalige VVD’er Wybren van Haga heeft in de Tweede Kamer met mijn boek staan wapperen en Van der Wal voorgehouden dat ze het moest lezen. Unieke reclame, leuk voor een auteur. Zulke aandacht streelt natuurlijk de ijdelheid. Mijn boek kreeg in politieke kringen zeker aandacht. Caroline van der Plas van BBB nam het eerste exemplaar in ontvangst, ik sprak op bijeenkomsten van partijen als JA21.
‘Maar ik houd mij verre van Forum voor Democratie. Dat is een clubje van totaal geschifte figuren. Ik moet ook niets hebben van al die rare complottheorieën die ze daar verspreiden over corona. Ik had zeker wel bedenkingen tegen delen van het beleid ten tijde van de pandemie. De avondklok bijvoorbeeld vond ik een schande. Maar ik ben geen wappie. Ik ben drie keer gevaccineerd.’
Herintroductie van de wolf in Nederland is dwaas
‘Afgezien van de Waddenzee, waar de stikstofproblematiek overigens helemaal niet speelt, hebben we in Nederland nauwelijks echte natuur. We hebben natuurparken, het product van industrieel tuinieren. Daarmee doen we wat we leuk vinden. Op de biodiversiteit in de wereld heeft dat nul invloed. Nederland heeft geen plant- of diersoorten die nergens anders voorkomen. Ja, behalve dan de noordse woelmuis. Maar die is nauwelijks te onderscheiden van de gewone woelmuis.
‘Biodiversiteit is in Nederland een afgod geworden waarvoor alles wijkt. Wat de maatschappelijke en economische kosten ook zijn. Zo doen fundamentalistische ecologen extreem veel moeite om de Lobelia dortmanna voor Nederland te behouden. Dan gaat het om oninteressante, armetierige sprieten. De verdwijning daarvan zou heus geen desastreuze gevolgen voor onze natuur hebben.
‘Een ecologische mode is nu rewilding, het doen herleven van wildernis. Dat schiet veel te ver door. De Oostvaardersplassen laten zien welke absurde gevolgen dat wildernisdenken heeft. Runderen moesten in de winter maar van de honger omkomen. Dat was immers “natuurlijk”. Een drama. De herintroductie van de wolf is ook zoiets dwaas. Het ging 120 jaar prima met onze natuur zonder dat beest. Nu bijten wolven schapen dood. Dat noem ik geen verrijking. Afschieten lijkt me de beste optie.’
Arnout Jaspers wilde de tweede Albert Einstein worden
‘Op de middelbare school was ik heel goed in natuurkunde. Dan ga je iets vanzelf leuk vinden. Ik vind het ook mooi om te weten hoe het met dingen op een fundamenteel niveau echt zit. Ik wilde de tweede Einstein worden. Maar ja, op de universiteit in Leiden trof ik studenten die allemaal dezelfde ambitie koesterden en allemaal het beste jongetje in de klas waren geweest.
‘Ik moet bekennen dat mijn volledige aandacht niet steeds naar mijn studie is uitgegaan. Ik ben dan ook niet met geweldige cijfers afgestudeerd. De kennismaking met het academisch leven betekende voor mij ook wel een cultuurschok. Ik kwam uit een milieu waarin mensen naar de mulo en de huishoudschool gingen. Mijn ouders hadden geen flauw idee wat een universiteit is, wat wetenschap betekent.’
Het AD publiceerde grote onzin over kernenergie
‘Na mijn militaire dienst was ik drie jaar werkloos. Het kostte moeite mijn draai te vinden. Ik wist niet goed wat ik wilde. De journalistiek bleek het best bij mij te passen. Ik wil altijd weten hoe het zit, ik wil altijd de ongemakkelijke vragen stellen. Drie jaar lang was ik wetenschapsredacteur bij het AD. Ik kreeg ruim baan en een ruim budget. Toch beviel het slecht.
‘Ik kwam voortdurend in botsing met de binnenlandredactie. Die wilde steeds sensationele verhalen schrijven over gifschandalen en milieuverontreiniging en zo. De grootst mogelijke onzin over kernenergie werd gepubliceerd, rechtstreeks ingestoken door Greenpeace. Die organisatie zie ik echt als een kwade genius. Een club die in de begintijd nuttige dingen bereikte voor het milieu, maar nu slechts schade aanricht.’
Bangheid domineert in de wetenschapsjournalistiek
‘Bij het AD merkte ik dat zaken bewust werden versimpeld en verdraaid om te scoren. Ik was dan de eenling die een hele redactie tegenover zich vond omdat ik hechtte aan feitelijke, betrouwbare informatie. In de Nederlandse wetenschapsjournalistiek ontbreekt het aan durf om politiek gevoelige kwesties aan te kaarten. Braafheid, conformisme en bangheid domineren. Dat stemt treurig. Door vakgenoten ben ik dan ook min of meer verketterd.
‘NRC kraakte mijn boek helemaal af. Er mocht duidelijk niets van deugen omdat het heersende narratief ter discussie werd gesteld. Maar ja, de NRC is ook in andere opzichten al zo enorm afgezakt.’
Thailand werd het tweede vaderland voor Arnout Jaspers
‘Sinds een jaar of vijftien kom ik geregeld in Thailand. Het bevalt me daar zo dat ik er inmiddels het grootste deel van het jaar woon. Het is mijn tweede vaderland geworden. Mijn huis in Leiden heb ik verkocht. Aan mijn 23-jarige dochter, zodat ik altijd nog een pied-à-terre heb als ik in Nederland ben. Haar moeder en ik zijn al lang uit elkaar. In Thailand heb ik al diverse relaties gehad. En wisselende contacten ook wel, ja. Dat is daar normaal. Over vrouwelijke belangstelling heb je er als farang, als westerling, niet te klagen.
‘Een blauwe maandag heb ik Thaise en Birmese kinderen nog Engelse les gegeven. Een interessante ervaring. Ik leer- de onder meer dat ik allesbehalve een leraar in hart en nieren ben. Het was uitputtend. Én orde houden in een klas van zo’n veertig kinderen én dan ook nog proberen ze iets van een vreemde taal bij te brengen. Nu ga ik zelf drie ochtenden in de week naar school. Om Thais goed te leren lezen en schrijven. Ik maak ook netjes huiswerk. Als ik me wil ontspannen, ga ik aan wiskundige puzzels werken. Wiskunde vind ik heerlijk. Toen ik hoofdredacteur was van het wiskundetijdschrift Pythagoras, was het ontwerpen van breinbrekers een fanatieke hobby voor mij.’
De Thai zijn veel relaxter dan Nederlanders
‘Op X kan ik, als @Focusscience1, nog stevig stelling nemen en fel uit de hoek komen. Maar door het leven in Thailand heb ik toch meer zo’n houding gekregen van: joh, maak je niet zo druk, het komt allemaal wel goed. Thai zijn veel relaxter dan Nederlanders. Ze staan niet voortdurend klaar om je te beoordelen en veroordelen. Daar heb ik van geleerd.
‘Thailand is een heerlijk land. Niet zo dichtbevolkt, grotendeels ongerept, tropisch. Het is er bijna altijd een graad of 30. Als ik voor mijn bungalow zit, hoor ik een stukje verderop de oceaan ruisen. Ik voel me echt bevoorrecht dat ik zo’n leven kan leiden. Oud zijn in Nederland trekt me totaal niet. Ik hoop dan ook tot mijn dood in Thailand te kunnen blijven.’