Van huizen tot zonnecellen tot chips: zand is het fundament onder de vooruitgang. Maar onbeperkt aanwezig is het allerminst. Sterker, het zand raakt op.
Voor de bouw van de hoogste wolkenkrabber ter wereld was zand nodig. Heel veel zand. De 828 meter hoge Burj Khalifa in Dubai bevat 330.000 kubieke meter beton, waarvan zand het belangrijkste bestanddeel is. Achter Dubai strekt zich een paar miljoen vierkante kilometer aan woestijn uit, dus dat komt mooi uit. Niet dus. Het zand voor de Burj Khalifa is geïmporteerd uit Australië.
Een woestijnstaat die zand invoert – beter laat de eigenaardige statuur van de meest prozaïsche grondstof denkbaar zich niet samenvatten. Wat in oneindige overvloed aanwezig lijkt, is een schaars goed aan het worden.
Vrijwel niets dat met vooruitgang te maken heeft, kan zonder zand. Nieuwe huizen komen er niet zonder beton en cement. De asfaltwegen ernaartoe: een mengsel van zand, steentjes en vulsel. Het glas in de ruiten en televisies: gesmolten zand en soda. De chips in smartphones en laptops: kwartszand. De zonnecellen op het dak: silicium, hoofdbestanddeel van zand. De dijk die de wijk beschermt: zand, klei en gras. En dan zijn er, niet te vergeten, de miljoenen kubieke meters aan opgespoten zand die de kustlijn intact en het zeewater op afstand houden.
Zo’n 50 miljard ton zand gebruikt de mens per jaar, driemaal zo veel als twintig jaar geleden. Geologische processen kunnen die zandhonger met geen mogelijkheid bijhouden. We gebruiken veel meer zand dan de natuur maakt; de vorming van een zandkorrel vergt meer geduld dan de mens heeft. Het ontstaan van zand begint hoog in de bergen, waar gesteente erodeert, afbrokkelt en in de rivier belandt. Het water breekt en slijpt de stenen, en voert ze mee naar zee. Keien worden kiezels, kiezels worden korrels. Per jaar ontstaat op die manier 19 miljard ton nieuw zand. Niet weinig, maar ook niet genoeg. Het zand raakt op.
Aan woestijnzand heb je niet veel
Het punt is dat het ene zand het andere niet is, zegt marien ecoloog Martin Baptist (51) van Wageningen University & Research. Zo moet je voor bouwzand in de rivierbeddingen zijn, waar het zand nog grof en hoekig is. Dat zand is ideaal voor beton en asfalt, maar vormt slechts een fractie van de wereldwijde voorraad.
Aan woestijnzand, eindeloos heen en weer gesmeten door de wind, heb je niet veel als je wilt bouwen – daarom kon Dubai weinig met de woestijn in zijn achtertuin. Hetzelfde geldt voor zand dat op zee wordt gewonnen en dat vaak fijn, rond en glad is: niet geschikt is om mee de hoogte in te gaan.
Het besef dat zand een schaarse fossiele grondstof is, lijkt gek genoeg maar weinigen uit de slaap te houden. ‘Zand is niet sexy, dat is het probleem,’ zegt Helena van der Vegt (42), onderzoeker bij kennisinstituut Deltares. ‘Maar we moeten echt af van de illusie dat zand onbeperkt beschikbaar is.’
Want niet alleen verbruiken we meer dan de natuur ons levert, ook kan ondoordachte winning funeste gevolgen hebben. Dat geldt voor rivierzand niet minder dan voor zeezand. In de zandindustrie gaat wereldwijd ruim 120 miljard euro om, de clandestiene handel niet meegerekend. In veel landen wordt illegaal, of op zijn minst onnadenkend, zand gewonnen in rivieren en rivierdelta’s, met bodemdaling, verzilting en andere onwenselijke processen tot gevolg.
Ecologische rampen
Als de wereldwijde zandwinning niet snel innoveert en tot een gecoördineerde aanpak komt, zo staat in een rapport van de Verenigde Naties waaraan Van der Vegt meewerkte, dan wachten ecologische rampen en zijn talloze stranden gedoemd tot verdwijnen. ‘Door zand weg te halen op de verkeerde plekken, verstoor je het hele systeem,’ zegt Tommer Vermaas (39), geoloog bij Deltares.
Hij noemt de Mekongdelta in Zuidoost-Azië, waar zo veel zand wordt gewonnen dat stroomafwaarts de kustbescherming verzwakt. Soms zorgen de afgravingen er al voor dat rivieren hun loop verleggen en landbouwgrond verdrinkt. In India, waar de vraag naar bouwzand enorm is en de illegale winning wijdverspreid, wordt zelfs gesproken van een heuse ‘zandmaffia’, aan wie de overheid de oorlog heeft verklaard. De strijd om een alledaagse grondstof is er soms een op leven en dood.
Geen wildwest
In Nederland is van dergelijke wildwest geen sprake, al zijn de belangen groot. Bij de enorme zandafzettingen langs de Waal en de Rijn wordt doorgaans goed nagedacht over wat winning doet met de natuur. Maar hier komt dan ook niet de bulk vandaan. Vooral dankzij de Noordzee is Nederland een zandgigant – 25 miljoen kubieke meter zand komt er jaarlijks uit het Nederlandse deel van de zee. ‘We zijn een van de grote zandwinnende landen,’ zegt ecoloog Baptist. Hij leidt het OR ELSE-project, dat zoekt naar manieren om de schade aan natuur en milieu als gevolg van zandwinning te minimaliseren. ‘Maar we hebben ook heel veel zand nodig. Tot 2100 zo’n 3,8 miljard kubieke meter, waarvan uiteindelijk het grootste deel nodig is voor kustbescherming.’
En al is de Noordzee nog zo’n gulle bron, de zoektocht naar zandvoorraden wordt een steeds ingewikkelder puzzel. Vermaas: ‘De makkelijkst bereikbare gebieden raken langzaam maar zeker uitgeput, en de Noordzee wordt alleen maar voller.’ De gebieden die voor zandwinning zijn gereserveerd, liggen ingeklemd tussen windmolenparken, scheepvaartroutes, kabels, natuurgebieden en visserijgronden. Geregeld moeten de sleephopperzuigers bovendien oorlogsresten ontwijken. ‘Eigenlijk is uitputting niet het goede woord,’ zegt Vermaas. ‘Het zand is er wel, maar de winning wordt steeds moeilijker en duurder, en dus steeds minder rendabel.’
Om die toekomstige krapte goed te kunnen inschatten, werkt hij bij Deltares met de Geologische Dienst Nederland van onderzoeksorganisatie TNO aan een zogenoemd delfstoffeninformatiesysteem, in opdracht van Rijkswaterstaat. Daarin wordt tot 12 meter diepte gemodelleerd hoeveel zand beschikbaar is op de Noordzee, zodat bij de keuze voor nieuwe wingebieden belangen optimaal kunnen worden afgewogen. Vermaas: ‘Uit de gegevens blijkt dat het krap kan worden. Over tien jaar, over honderd jaar, het hangt er maar vanaf welke risico’s je acceptabel vindt. Is winning nabij scheepvaartroutes veilig? Hoe dicht durven we in de buurt van oorlogsmateriaal te komen?’
Waar vraag groeit en beschikbaarheid afneemt, stijgen doorgaans de prijzen. Gek genoeg lijkt die economische wetmatigheid weinig grip te krijgen op zand. Dat komt deels doordat de zandprijs grotendeels wordt bepaald door de transportkosten en niet door schaarste, zegt Martin Baptist. ‘Maar vroeg of laat komen zandwinnende naties als Nederland voor een keuze te staan: gaan we ons zand verkopen of gebruiken we het voor onze eigen bescherming?’
Zebrapaden naar open zee
Als een langgerekte strook voor de Nederlandse kust liggen gebieden die zijn gereserveerd voor zandwinning. Graaf je roekeloos diepe geulen langs de kust, dan gaat dat volgens marien ecoloog Martin Baptist ten koste van de natuur en de visstand. ‘Vooral platvissen lijden eronder. Die groeien op in de ondiepe kustwateren en gaan daarna de zee op om zich voort te planten. De larfjes zoeken later de ondiepe wateren weer op, geholpen door een kustwaartse stroming over de bodem. Door de zandputten ontstaat een soort slotgracht tussen de ondiepte en de open zee, waardoor deze bodemstroming kan worden geblokkeerd.’
Met het onderzoeksproject OR ELSE zoekt Baptist naar manieren om de invloed van die putten te minimaliseren. Misschien moeten de hellingen flauwer of kun je oversteekplekken realiseren. ‘Die zijn er al rondom kabels,’ zegt Baptist. Je mag immers niet graven binnen 500 meter aan weerszijden van een onderzeese kabel. ‘Dus dat zijn de zebrapaden voor de larven.’