In Ga je erover schrijven? peinst Herman Koch over het bestaan in het algemeen en blikt hij terug op zijn eigen leven na te horen te hebben gekregen dat hij uitgezaaide prostaatkanker heeft.
Bidden werkt. Dat ervaren de meeste christenen althans volgens het Nederlands Dagblad. De krant deed onderzoek naar de opvattingen over het nut van het gebed en kwam tot de conclusie dat bijna iedere Nederlandse christen meent dat het tot veranderingen leidt.
Een grote groep ziet heel concrete effecten, bijvoorbeeld als wordt gebeden om genezing van ziekte of een zwangerschap. Andere christenen merken dat bidden hen zélf verandert. Zij krijgen er meer rust, vertrouwen en hoop door.
Vervelende buurman liep nog jaren rond
Ook Herman Koch constateert dat bidden effect kan sorteren. De gebeden van de schrijver zijn vaak verhoord. In zijn geval ging het dan altijd om het dood wensen van anderen.
Als jongetje op het lyceum vouwde hij bijvoorbeeld zijn handen onder zijn tafeltje en vroeg hij om een spoedige dood van zowel de wiskunde- als de natuurkundeleraar. Beiden stierven tot zijn vreugde kort daarna.
Het succes hing wel af van de mate van concentratie, merkte Koch. Als hij het bidden halfbakken aanpakte, liepen de beoogde doelwitten nog jaren fluitend rond. Zoals de vervelende buurman die na een slap gebedje van Koch weliswaar op zijn fiets werd aangereden, maar het ongeluk helaas overleefde.
Deze beschouwing over het nut van bidden, is te vinden in Ga je erover schrijven? In dit boek peinst Koch over het bestaan in het algemeen en blikt hij terug op zijn eigen leven na te horen te hebben gekregen dat hij uitgezaaide prostaatkanker heeft. Uiteraard met veel ironie.
De nuchtere schrijver houdt niet van zweverigheid en kan alleen maar lacherig doen over religieuze rituelen als het gebed.
Herman Koch blijkt een tegendraadse hedonist
Het is doorgaans wel interessant om kennis te nemen van de bespiegelingen van een ongelovige in het aangezicht van de dood. Zo iemand kan zich niet min of meer rustig opmaken voor een aangenaam verblijf in het hiernamaals, inclusief eventueel een weerzien met dierbaren. Zo iemand moet een zin voor het leven ontdekken buiten religieuze kaders. Of gewoon genoegen nemen met pleziertjes.
Koch lijkt vooral dat laatste te doen. Op een grappig tegendraadse manier. Hij drijft bijvoorbeeld de spot met mensen die beweren dat materialisme niet gelukkig maakt. Zelf weet hij dat een mooie auto of een fraai huis een groot geluksgevoel kan veroorzaken.
In een radioprogramma gaf Koch nog een advies in de vorm van een tegeltjeswijsheid: de kortste weg naar geluk is nietsdoen.
Herman Koch lummelt liever
Op aanstekelijke wijze beschrijft hij hoe hij de kunst van het niksen in praktijk brengt. Een kunst die de journalisten Maartje Willems en Olga Mecking overigens al eerder aanprezen in twee onderhoudende, bijna gelijktijdig in 2020 verschenen boeken met de titel Niksen.
Maar Koch wekt de indruk te lui te zijn om zulke lectuur tot zich te nemen. Hij lummelt liever.
Overigens begon de schrijver al jong. Op school werd hij met overweldigende meerderheid tot klassenvertegenwoordiger gekozen, omdat hij beloofde geen enkele activiteit te organiseren.
Dat vonden zijn klasgenoten een grote vooruitgang ten aanzien van het activisme van zijn voorganger, die steeds vermoeiende boswandelingen wilde organiseren om paddenstoelen te zoeken.
Misschien vormt zijn voorliefde voor niksen ook wel een troost voor de doodzieke schrijver in deze moeilijke tijden. Hem wacht immers binnen afzienbare tijd het Grote Niets.