Niet alleen Israël zorgt deze week voor verdeeldheid in Malmö. Het Songfestival wakkert altijd al tegenstellingen aan. Zoals tussen mensen met een goede en een slechte smaak.
Zaterdagavond is het dan zover. Liefhebbers van het Eurovisie Songfestival komen eindelijk te weten op welke plaats Joost Klein eindigt. En de rest van Nederland kan opgelucht ademhalen, omdat de kans flink is afgenomen dat bij het aanzetten van de televisie het dreinerige Europapa te horen valt.
De liefhebber van melodieuze liedjes en vocale kwaliteiten zal niet enorm ingenomen zijn met de vaderlandse inzending dit jaar.
Maar de zanger is een sympathieke gast, die veel meer mensen voor zich inneemt dan het vals zingende duo dat vorig jaar per ongeluk Nederland mocht vertegenwoordigen. En de ode aan zijn overleden vader kan tegelijkertijd als een bijdrage aan de Europese integratie worden beschouwd.
Deelname Australië aan Songfestival doet vreemd aan
In elk geval leggen sommige naties een verband tussen het extravagante festijn en integratie. Toen Turkije in 2003, na jarenlang teleurstellende resultaten, met een haremdans eerste werd, zag Recep Tayyip Erdogan – net premier geworden – dit als een steuntje in de rug bij het streven toe te treden tot de Europese Unie. Dit liep minder vlot dan in Ankara werd gehoopt.
De Turken zouden later ook afhaken bij het festival. Dit uit onvrede over de reglementen en walging over de winnaar van 2014, de travestiet met een baard Conchita Wurst.
Het Songfestival gaat in zijn expansionisme nog verder dan de EU. Australië mag zelfs meedoen, wat nogal vreemd aandoet. Israël is al sinds 1973 van de partij en won vier keer, waaronder met de transseksueel Dana International. Geen wonder dat vooral lhbti’ers dol zijn op het Songfestival.
Dit jaar kunnen zij zelfs genieten van twee non-binaire deelnemers: de Zwitser Nemo en de Ier Bambie Thug. Zo worden vooroordelen doorbroken. Of juist bevestigd. Bambie Thug geeft (of geven, non-binairen willen met de malle meervoudsvorm ‘hen’ worden aangeduid) zich uit voor heks(en) en krijste/krijsten er dinsdag in de eerste halve finale angstaanjagend op los.
Liedje van Israël bij Songfestival verwees naar Hamasslachting
Uit de mond van deze hekserige Bambie kwam ook kritiek op de deelname van Israël. Niet omdat het land buiten Europa ligt, maar omdat het zich op een strijdbare wijze verdedigt tegen terrorisme en – bij ongekende gewelddadigheden gevangengenomen – onschuldige burgers probeert te bevrijden.
De oorspronkelijke inzending van de Israëlische zangeres Eden Golan, October Rain, verwees naar de slachting door Hamas op 7 oktober, maar onder druk is het lied aangepast. Hoewel landen als Oekraïne, Armenië en Kroatië in het verleden wel een politieke boodschap in hun bijdrage mochten verkondigen.
Golan moet deze week zwaar beveiligd zien te overleven in de Zweedse stad Malmö, en werd bij de repetities met boegeroep vanuit de zaal geconfronteerd.
De acteur Ramsey Nasr en andere linkse kunstenaars hebben Klein opgeroepen het festival te boycotten vanwege de deelname van Israël. Maar de Fries liet – heel verstandig – weten dat het niet aan een ‘kleine harlekijn’ als hij is om zich met zulke mondiale problemen bezig te houden.
De mooie, onschuldige tijd van Lenny Kuhr is voorbij
Intussen is wel duidelijk dat het Eurovisie Songfestival zeker niet altijd verbindend werkt, zoals de bedoeling is van de organisatoren. Het wakkert in menig opzicht helaas juist tegenstellingen aan. Tussen naties en regio’s. Tussen voor- en tegenstanders van politieke correctheid. En tussen mensen met een goede en een slechte muzikale smaak natuurlijk.
De mooie, onschuldige tijd van Lenny Kuhr is voorbij. De Joodse zangeres, die in 1969 won met De troubadour, wordt nu zelfs belaagd door Palestina-extremisten.
Het is overigens mogelijk haar en haar volk een steuntje in de rug te geven. Door middel van televoting kunnen Nederlanders tijdens de finale van zaterdagavond hun voorkeur laten blijken voor Hurricane, het liedje van Israël.