Genetisch gemodificeerd eten: wel of geen goed idee?

27 mei 2024Leestijd: 3 minuten
Gouden rijst, een soort die met genetische modificatie tot stand is gekomen, vergeleken met witte rijst. Beeld: International Rice Research Institute (IRRI)/CC BY 2.0

Veel mensen zien genetisch gemodificeerde gewassen nog altijd als Frankenstein-voedsel.

Het leek eindelijk te gaan doorbreken, maar op het laatste moment hield het gerechtshof in de Filipijnen de verbouwing van gouden rijst toch tegen.

Gouden rijst is genetisch gemodificeerd en dat stuit veel mensen tegen de borst. Bij gebrek aan wetenschappelijke consensus over de veiligheid van de rijstsoort mogen boeren het niet commercieel verbouwen, oordeelde het hof.

Gewenste genen gaven rijst gouden kleur

De rijstsoort is eind jaren negentig bedacht door de Zwitserse hoogleraar plantengenetica Ingo Potrykus en de Duitse celbioloog Peter Beyer. In het lab morrelden de wetenschappers aan het DNA van witte rijst. Ze haalden heel gericht een gewenst gen uit het DNA van de narcis en voegden het toe aan dat van witte rijst. Hetzelfde deden ze met een gen van een bodembacterie. Samen vormden deze twee nieuwe genen bètacaroteen in de rijstkorrels, wat ze een gouden kleur gaf. Later werd het narcisgen vervangen door een maïsgen.

Bètacaroteen is een voorloper van vitamine A, een voedingsstof die cruciaal is voor gezonde lichaamscellen. Een tekort kan blindheid veroorzaken en zelfs tot de dood leiden. In arme landen worden jaarlijks 50.000 tot 250.000 kinderen blind, en van hen sterft volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de helft binnen een jaar, schreef Simon Rozendaal onlangs nog. Dat vitamine A-gebrek komt doordat in arme landen veel witte rijst wordt gegeten.

Gouden belofte

Gouden rijst leek de gouden belofte, een snelle oplossing. Maar milieuorganisaties als Greenpeace vechten al jaren tegen gewassen waaraan is gesleuteld. Volgens hen leveren die risico’s op voor het milieu, voor de menselijke gezondheid en voor de voedselzekerheid.

Ook in Europa heerst nog steeds veel weerstand tegen genetisch gemodificeerde gewassen, met strenge regelgeving als gevolg. Zo moet een kweker aantonen dat zijn genetisch gemodificeerde plant niet schadelijk is voor mens, dier en omgeving. Zo’n procedure kost al snel miljoenen euro’s.

Dat moet anders, bepleitte een grote groep wetenschappers, onder wie ruim dertig Nobelprijswinnaars, eerder dit jaar nog. In een open brief riepen zij de Europese Unie op om de regels voor genetische modificatie te versoepelen. Oude methoden om gewassen te veredelen nemen soms decennia in beslag. ‘Zo lang hebben we niet in een tijdperk van klimaatnood.’

Weerbaardere gewassen

Genetisch gemodificeerde gewassen moeten uit het verdomhoekje worden gehaald, luidt daarom de oproep, want ze bieden veel voordelen. Om te beginnen omdat de technologie gewassen gezonder kan maken. Gouden rijst is een goed voorbeeld, maar denk ook aan tomaten die extra provitamine D3 produceren. Met vier van zulke verrijkte tomaten heb je je dagelijkse hoeveelheid vitamine D al binnen. Dat is vooral gunstig voor mensen met een kantoorbaan, die veel tijd binnen doorbrengen.

Tarwe leent zich eveneens uitstekend voor genetische modificatie. De graansoort bevat gluten, eiwitten die de darmen van coeliakiepatiënten niet kunnen verdragen, met ernstige buikklachten als gevolg. Niet alle gluten veroorzaken klachten. Wetenschappers zijn in staat gebleken om de ziekmakende eiwitten uit tarwe te halen, zodat je ook lekker brood kunt eten als je lijdt aan coeliakie.

Nog een groot pluspunt van genetische modificatie: gewassen kunnen zodanig worden aangepast dat ze weerbaar zijn tegen droogte. Of tegen allerlei insectenplagen, waardoor er minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn. In beide gevallen betekent de DNA-aanpassing een hogere opbrengst voor de boeren.

Versneld werken

Gunstige eigenschappen toevoegen aan gewassen kan ook via kruising of veredeling. Stel, twee verschillende planten hebben eigenschappen die een kweker graag verenigd ziet in één plant, dan kan hij de twee planten kruisen. Vervolgens selecteert hij de nakomelingen met de beste eigenschappen.

Maar dit proces neemt jaren, soms zelfs decennia, in beslag. Bovendien kunnen bij kruising ongewilde eigenschappen meekomen. Het kost ook jaren om die weer kwijt te raken. Genetische modificatie kan deze duur flink verkorten doordat alleen het gewenste gen in het DNA van het gewas wordt gebracht, waardoor dat de meest geschikte eigenschappen ontwikkelt.

Met klimaatverandering in ons achterhoofd hebben we in de toekomst sterkere planten en gewassen nodig – en die verkrijgen we het snelst met genetische modificatie.