Antisemitisme duikt steeds opnieuw op. Wat joden in Nederland overkomt sinds 7 oktober, is in het licht van de eeuwen slechts een voetnoot. Wat is antisemitisme en welke vormen heeft het aangenomen? Een kleine geschiedenis van het antisemitisme.
Zelden was een film zo’n lijdensweg. The Passion of the Christ, een met veel fanfare aangekondigd spektakel van Mel Gibson, bleek in 2004 een soort oefening in sadomasochisme. De katholieke regisseur veroorzaakte echter niet alleen irritatie met al het bloedgespetter op het scherm, maar ook met zijn weinig fijnzinnige portret van joden.
Lees verder onder de video
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Dat waren stuk voor stuk onaangename types die hartstochtelijk aandrongen op de kruisiging van Jezus Christus. De arme Romeinse praefectus van Judea, Pontius Pilatus, kon weinig anders doen dan toegeven aan de stem van het volk om vervolgens zijn handen in onschuld te wassen.
Gibson werd beschuldigd van antisemitisme.
Een soms wel erg snel gebruikt verwijt, maar in dit geval niet geheel uit de lucht gegrepen. Wel moet bedacht worden dat het beeld van joden in The Passion of the Christ goed aansluit bij het traditionele christelijke beeld.
Antisemitisme in het christendom
Het is een eeuwenlang voortborduren op een tekst uit het Bijbelboek Mattheüs: ‘Zijn bloed kome over ons en onze kinderen.’ Met deze zin zou het joodse volk Gods vloek over zich hebben afgeroepen.
Toen een Duitse SS-beul na de oorlog in Neurenberg terechtstond, verwees hij ter rechtvaardiging van zijn misdaden naar deze zin.
De beul had tal van illustere voorgangers. Paus Leo de Grote bijvoorbeeld, die in de vijfde eeuw preekte over de beruchte Mattheüs-tekst en uitriep: ‘Op jullie, jullie gemene joden en goddeloze lieden van dit volk rust de hele last van deze misdaad.’
De joden zouden de Verlosser hebben vermoord en als straf tot het einde der tijden een vloek dragen.
Het is een gedachte die steeds maar weer opduikt in christelijke geschriften. Sinds de Middeleeuwen werden joden ook regelmatig beschuldigd van het ontheiligen van de hostie.
Discriminatie en moord
Zij zouden in katholieke kerken inbreken om de hostie (het brood dat tijdens de mis geacht wordt te veranderen in het lichaam van Christus) te stelen en er naalden in te steken.
Christelijke gezagsdragers gaven voeding aan de overtuiging dat het jodendom de opdracht verstrekt christenkinderen te vermoorden en hun bloed te drinken, en schilderden de ‘godsmoordenaars’ af als immoreel, hebzuchtig en onvaderlandslievend.
Zulke overtuigingen vormden continu de legitimatie van discriminatie en moord. Van het afslachten van joden in Jeruzalem in 1099 door kruisvaarders tot de verdrijving van de talrijke joden uit Spanje in 1492, van de slachting na de pestepidemie van 1348-1350 (de joden werden beschuldigd van het vergiftigen van waterbronnen) tot de pogroms in Oost-Europa, waarbij honderdduizenden werden gedood.
Nooit in de geschiedenis is een groep zo massaal het slachtoffer geweest van vervolging.
Dreyfus verzette zich tegen antisemitisme
Jodenhaat heeft vaak een religieuze achtergrond gehad. Christenen verafschuwden joodse denkbeelden en praktijken. Gesproken wordt dan van antijudaïsme.
Maar de afkeer van joden had ook regelmatig een ‘gewoner’, platvloerser karakter. Het ging dan om de weerzin en het wantrouwen tegen een groep van mensen die duidelijk anders waren, die andere gewoonten hadden, anders oogden, soms ook een andere taal spraken.
Door discriminerende maatregelen werd de apartheid uiteraard alleen maar vergroot, waardoor de antipathie ook weer toenam. Omdat joden lang geen land mochten bezitten en uit veel beroepen werden geweerd, belandden ze bijvoorbeeld relatief vaak in het zakenleven en het bankwezen.
Hun rol als kredietverstrekker gaf aanleiding tot het cliché van de jood als hebzuchtige woekeraar. William Shakespeare vereeuwigde dit beeld in zijn toneelstuk De koopman van Venetië. Shylock is hierin een genadeloze geldhandelaar, die van de man die zijn schulden niet kan betalen, eist dat hij een pond van zijn eigen vlees afstaat.
Het wantrouwen kreeg mede vorm in samenzweringstheorieën.
De invloedrijkste staat in een negentiende-eeuws, in Rusland opgesteld traktaat, De protocollen van de wijzen van Zion. Het gaat om een verslag van een bijeenkomst van joodse leiders, die filosoferen over de vraag hoe ze de wereldheerschappij moeten veroveren. Een gefantaseerd verslag, daar bestaat geen enkele – wetenschappelijke – twijfel over.
Henry Ford bedacht leugens voor zijn antisemitisme
Maar de Amerikaanse ondernemer Henry Ford hechtte grote waarde aan het in veel talen vertaalde document en baseerde er mede zijn antisemitische opvattingen op. En in het Midden-Oosten wordt het tegenwoordig nog algemeen als authentiek beschouwd.
De Hamasbeweging mag in haar strijd tegen Israël graag verwijzen naar De protocollen.
De alledaagse afkeer van joden kwam ook tot uiting in allerlei duidelijke vormen van onrecht.
Een berucht voorbeeld was de veroordeling van Alfred Dreyfus (1859-1935). De Franse legerkapitein werd tot levenslang veroordeeld vanwege landverraad op grond van vervalste verklaringen. Wat alles te maken had met het feit dat hij joods was.
Pas na bemoeienis van de schrijver Émile Zola, die zijn beroemd geworden pamflet J’accuse (1898) schreef naar aanleiding van de affaire, werd Dreyfus vrijgelaten en mocht hij terugkeren in het leger.
Dergelijke discriminatie was slechts kinderspel vergeleken bij de effecten van de dodelijke combinatie van nationalisme en racisme die in Duitsland in de twintigste eeuw zou ontstaan.
In Mein Kampf (1925) schreef Adolf Hitler dat hij de strijd tegen de joden als een opdracht van de Schepper zag. Later zou hij als der Führer van het Duitse volk de joden tot een inferieur ras bestempelen, tot Untermenschen die uit de weg moesten worden geruimd.
Het gevolg was de Holocaust of, zoals joden zelf liever zeggen, de Shoah: vijf tot zes miljoen joden werden door de nationaal-socialisten vermoord.
Holocaust bracht bezinning op antisemitisme
De verschrikkingen van de Holocaust leidden tot enige bezinning op het lot van joden. Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden diverse mensenrechtenverklaringen die een herhaling van een dergelijke onvoorstelbare tragedie dienden te voorkomen, theologen benadrukten de gemeenschappelijke achtergrond van joden en christenen, pausen reikten de ‘godsmoordenaars’ de hand, de joden kregen een eigen tehuis in Israël.
De Holocaust werd in West-Europa het referentiekader voor goed en kwaad, het ontkennen ervan werd zelfs in sommige landen een misdrijf.
Dit betekende echter niet het einde van elk antisemitisme. In het katholieke Polen hadden vlak na de oorlog weer pogroms plaats en tegenwoordig verspreidt een katholieke zender als Marya nog altijd lasterlijke praatjes over joden. Eeuwenoude tradities laten zich nu eenmaal niet zomaar met een paar plechtige verklaringen van hogerhand beëindigen.
‘Apen’
Maar het zorgelijkst is toch de situatie in de islamitische wereld. Liefhebbers van het multiculturalisme mogen er graag op wijzen dat joden het in het verleden niet zo slecht hadden onder islamitische heerschappij. Dat klopt. Hun positie was in de duistere Middeleeuwen in Europese landen bedroevender dan in Arabische landen, die toen een bloeiperiode doormaakten.
Maar die bloeiperiode is al lang over.
Het verval van de islam in aanzien, welvaart en macht ging gepaard met een groeiende wrok jegens joden. Een wrok die zich voor een groot deel concentreert op de welvarende democratie Israël in het armoedige, dictatoriale Midden-Oosten.
Een wrok die een religieuze rechtvaardiging krijgt door passages in de Koran waarin joden bijvoorbeeld worden omschreven als diegenen ‘die Allah heeft vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren heeft gemaakt’.
Import van antisemitisme
De islamitische onverdraagzaamheid laat zich ook in Nederland voelen. Uit een enquête bleek dat de helft van de Nederlandse docenten merkt dat islamitische leerlingen schamper doen over de Holocaust.
Sommige docenten durven het onderwerp zelfs niet eens meer aan te snijden in de klas. En het dragen van een keppeltje in een multiculturele stad als Amsterdam leidt steeds vaker tot vervelende reacties.