De Amerikaanse president Joe Biden, wielrenners in de Tour de France, en waarschijnlijk ook enkelen van uw naasten of collega’s hebben covid. Er zijn de laatste weken weer veel coronabesmettingen. Vijf vragen.
1. Is er een piek in het aantal besmettingen?
Ja. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) monitort op diverse manieren de verspreiding van het coronavirus. Door metingen in het rioolwater, meldingen via infectieradar.nl en meldingen van meetstations bij huisartsen door heel Nederland, ontstaat een beeld van de ontwikkeling van het virus. In de laatste week worden beduidend meer virusdeeltjes aangetroffen in het rioolwater en worden er meer positieve coronatesten gemeld.
In december was de virusvracht in het riool overigens nog veel hoger.
Het R-getal is in juli gestegen naar 1,05. Een waarde boven 1 betekent dat ieder besmet persoon gemiddeld iets meer dan één ander persoon besmet. Dat betekent dat het virus zich nog steeds verspreidt.
2. Welke variant gaat inmiddels rond?
In augustus 2023 werd in de Verenigde Staten een nieuwe coronavariant gesignaleerd, JN.1 of Pirola. Deze variant, die afstamt van de omikron-lijn, verspreidde zich snel over de wereld en is inmiddels dominant. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat in veel gebieden JN.1 verantwoordelijk is voor 85 tot 95 procent van alle coronabesmettingen.
3. Is deze variant gevaarlijker dan eerdere varianten?
Het lijkt er niet op dat JN.1 besmette mensen zieker maakt dan zijn voorgangers. Klachten en symptomen zijn vergelijkbaar, al melden iets meer mensen buikklachten en diarree dan bij eerdere varianten. Het gevaar zit hem meer in dat deze variant besmettelijker is en vaker dan vorige varianten aan het immuunsysteem ontsnapt.
Net als bij vorige varianten kan een besmetting tot vervelende of zelfs ernstige klachten leiden, vooral bij zestigplussers – zoals de Amerikaanse president Joe Biden – en mensen met een slechte gezondheid of (tijdelijk) verzwakt immuunsysteem. Ook kan een besmetting nog steeds leiden tot langdurige klachten, oftewel het postcovidsyndroom.
4. Helpt een vaccin tegen deze variant?
Zowel vaccinaties uit vorige jaren als doorgemaakte infecties hebben bijgedragen aan een beter afweer tegen de gevolgen van een coronabesmetting. Maar voor velen is de laatste prik of besmetting alweer een hele tijd geleden, waardoor de afweer tegen een nieuwe variant minder sterk kan zijn.
Tussen 16 september en 6 december kunnen mensen uit aangewezen doelgroepen op uitnodiging een nieuwe prik halen. Deze is afgestemd op de JN.1-variant. Er komt ook een vaccin dat niet is gebaseerd op de mRNA-techniek, voor mensen die zo’n prik niet willen of mogen.
5. Waarom wordt er niet eerder geprikt?
De piek in besmettingen toont weer eens aan dat corona nog altijd geen normaal virus is. Griepvirussen ontwikkelen zich ook, maar zijn qua seizoenspatroon behoorlijk voorspelbaar in hun verspreiding, namelijk in de winter. Coronavirussen treken zich weinig aan van zomer en winter, en beleefden de laatste jaren op allerlei momenten van het jaar een piek.
Toch is ervoor gekozen om de vaccinatieronde in de het najaar te plannen. Dat heeft te maken met logistiek, maar ook met de inschatting dat een coronabesmetting in de wintermaanden, zeker in combinatie met griep, bij kwetsbare mensen de meeste schade kan aanrichten.
Het is in Nederland niet mogelijk om op eigen initiatief, dus zonder uitnodiging, of eerder dan 16 september een coronavaccinatie te krijgen bij de GGD.