Waarom Nederland er verstandig aan doet om vier kerncentrales te bouwen

Naast Borssele zijn ook Terneuzen en Tweede Maasvlakte in beeld voor nieuwe kerncentrales. Beeld: Marcel van den Bergh/ANP

Lang kreeg kernenergie geen eerlijke kans in Nederland. Maar net als in de rest van de wereld, breken nieuwe tijden aan – tot vreugde van de meeste kenners. Waarom de tegenargumenten niet kloppen en het land er verstandig aan doet vier centrales te bouwen.

Was ik religieus, dan zou ik zeggen dat kernenergie een geschenk van God is.’ Kernfysicus André Wakker (65) was jaren hoofd van de afdeling Duurzame Energie bij onderzoekscentrum ECN en adviseerde het ministerie van Economische Zaken en de kabinetten-Balkenende. Tot hij ging rekenen. ‘Ik besefte dat zon en wind veel meer gingen kosten dan iedereen dacht en dat het stroomnet dit niet aan zou kunnen.’

Zijn kritische rapport verdween in een bureaula, hij mocht niet meer over zon en wind communiceren en ging weg bij ECN. In 2018 begon hij voor zichzelf, en sindsdien praat hij niet meer met meel in de mond. ‘In de nucleaire sector is iedereen heel politiek correct en zegt: je hebt het allebei nodig, zowel zon en wind als kernenergie. Dat is onzin. Je hebt alleen maar kernenergie nodig. Dat zogenaamde groen is de weg terug.’

Bijna alle bèta’s zijn voor

Wakker behoort tot een groepje Nederlandse bèta’s dat niet kan wachten tot het nieuwe kabinet eindelijk, vijftig jaar na Borssele, weer kerncentrales gaat bouwen. Bijna alle bèta’s zijn voor. Natuurkundige en stralingsdeskundige Lars Roobol (58) had al op de middelbare school door: ‘De technologie geeft heel veel, en de nadelen zijn niet zo groot. En bovendien beheersbaar.’

Ook voor natuurkundige en wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is het simpel. In zijn boek De klimaatoptimist: ‘Een flinke kerncentrale bouwen kost aanvankelijk veel geld maar voorkomt daarna over zijn hele levensduur een paar honderd megaton CO2-uitstoot, tegen een prijs van een paar tientjes per ton.’

De aan de Technische Universiteit Delft opgeleide energiedeskundige Theo Wolters (69): ‘Over vijftig jaar gerekend is kernenergie spotgoedkoop.’ Ronald Plasterk, biochemicus en bijna minister-president, zei in een interview: ‘Als je je zorgen maakt over het klimaat en je bent tegen kernenergie, dan maak je je geen zorgen over het klimaat.’

Politici van links tot rechts zien noodzaak kernenergie

In het zomernummer van dit weekblad stond een interview met Mona Keijzer (BBB), minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, tevens jurist en vicepremier. Ze ergert zich aan windmolens. ‘Van Amsterdam tot Urk, overal de rode lampjes van de windmolens. Verschrikkelijk. We industrialiseren onze omgeving. Daar krijgen we nog spijt van.’ Ook vertelde ze dat haar kinderen bèta’s zijn en dus voor kernenergie. ‘Je gaat het van je levensdagen niet redden met alleen duurzame energie. Je hebt echt kernenergie nodig. Mijn kinderen zijn daar als bèta’s zeer uitgesproken over.’

Die paar bèta’s in Nederland die tegen waren, zijn op hun schreden teruggekeerd. Henri Bontenbal, natuurkundige en leider van het CDA, is enthousiast pleitbezorger. Jan Terlouw, natuurkundige en voormalig leider van D66, beaamt dat je kernenergie nodig hebt om het klimaatprobleem op te lossen. Zelfs natuurkundige Diederik Samsom, lange tijd bij Greenpeace en de PvdA het vleesgeworden anti-atoom, is bijna om. Hij wijst nieuwe types kerncentrales (met gesmolten zout en thorium) niet af.

Kernenergie als ‘geschenk van God’

Wat is dat dan, dat ‘geschenk van God’? Laten we die surprise van hogerhand eens uitpakken. Wat zit erin?

Een ongekende energiedichtheid. Bij kernsplitsing wordt een minieme hoeveelheid materie omgezet in energie, en die gehoorzaamt Einsteins beroemde ­formule E=mc2, met c als lichtsnelheid: 1 miljard kilometer per uur. In het kwadraat! Er komt dus een krankzinnige hoeveelheid energie vrij. Super Power noemt filmregisseur Oliver Stone het in zijn documentaire Nuclear Now. Het verklaart ook waarom de atoombom – eveneens gebaseerd op kernsplitsing – niet te vergelijken is met enig ander explosief. Wat de bom duivels maakt, geeft de kerncentrale goddelijk vuur.

Natuurkundige David Smeulders, hoogleraar energietechnologie aan de Technische Universiteit Eindhoven, rekent voor dat de kerncentrale van Borssele ruim 10.000 watt per vierkante meter produceert. Een windmolen komt tot 2 watt. Met andere woorden, een kerncentrale bespaart op hetzelfde oppervlak een paar duizend keer zoveel CO2-uitstoot als een windmolen. Kernfysicus Wakker: ‘De voetafdruk van kernenergie verdwijnt in het niet vergeleken bij die van zon en wind.’

Het zijn heus niet alleen oudere wetenschappers die pro-atoom zijn. De Engelse Zion Lights (40) was woordvoerder van actiegroep Extinction Rebellion, zag het licht en vindt dat alleen kernenergie het klimaatprobleem kan oplossen. In een video: ‘Als je je zorgen maakt over het milieu, dan moet je je zorgen maken over energiedichtheid.’ De Schotse milieu­onderzoeker Hannah Ritchie (31), hoofd onderzoek bij onderzoeksplatform Our World in Data, schrijft in haar boek Niet het einde van de wereld: ‘We moeten zorgen dat onze bestaande kerncentrales operationeel blijven. Bouw extra kerncentrales in landen waar dit financieel haalbaar is en waar de technologische expertise aanwezig is.’

Eén grafiek zegt meer dan duizend woorden, reden om er bij dit artikel twee te plaatsen. De eerste toont dat zon, wind en kernenergie vergelijkbaar zijn wat betreft klimaat en veiligheid. De tweede laat het grondstof- en het landgebruik zien, in een logaritmische schaal: wat in de grafiek klein lijkt, is in werkelijkheid enorm. Fossiele brandstoffen zien we linksboven: weinig land, veel grondstoffen. Zon en wind zitten in het midden. Links onderin staat de aantrekkelijkste energiebron, met zowel het minste land- als het minste grondstofgebruik. Wie van natuur en milieu houdt, kan alleen maar pro-atoom zijn.

Veel Nederlanders pro-atoom

Het is vijftig jaar geleden dat Nederland een kerncentrale bouwde. Toen ze in de jaren tachtig in naburige landen massaal verrezen, keek Nederland toe – wij hadden aardgas. Daarna waren er wat schijnbewegingen, die allemaal op niets uitliepen. Natuurkundige en wetenschapsjournalist Jaspers in De klimaat­optimist: ‘Kernenergie heeft in Nederland nooit een eerlijke kans gekregen.’

De in Delft opgeleide energiedeskundige Remco de Boer beschrijft in zijn boek Droomland hoe bij de inspraakronde over het klimaatbeleid in 2022 onder leiding van Kees Vendrik van GroenLinks, een geharnaste tegenstander, iedereen in Nederland mocht meepraten over de energietransitie – zelfs de vakbeweging – met één uitzondering. ‘In de eerste honderd dagen drinken Vendrik en zijn team kopjes koffie met zo’n honderd organisaties en individuen. Ongeveer iedereen die iets kan bijdragen aan de transitie krijgt een cappuccino. Hoewel. Van een afspraak met de nucleaire sector is het niet gekomen.’

De publieke opinie in Nederland is inmiddels veel meer pro-atoom. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek wil 36 procent dat er meer kerncentrales komen. Nog maar 15 procent wil helemaal geen kerncentrales, wat in 2020 nog 25 procent was. Het verandert dus snel – maar nog steeds wordt kernenergie alom tegengewerkt.

Mediawetenschapper Mirjam Vossen analyseerde de berichtgeving over de documentaire Nuclear Now en toonde aan dat media veel minder welwillend schrijven over kernenergie dan over zon en wind. Terwijl op de ministeries de rode loper uitgaat voor Greenpeace en co, worden nucleaire deskundigen genegeerd. In het rapport Outlook Energiesysteem 2050 van het zogeheten Expertteam Energiesysteem 2050 is wel – met tegenzin, want alleen ‘omwille van de politieke aandacht voor het thema kernenergie’ – een scenario geanalyseerd met een rol voor kernenergie. Maar met de kanttekening dat die niet ten koste mag gaan van wind op zee. Terwijl het aantrekkelijke van kernenergie natuurlijk ook is dat we niet hoeven door te gaan met windmolenparken die de Noordzee verpesten.

Nu het kabinet echt van plan lijkt kerncentrales te bouwen, wemelt het van de argumenten waarom het geen goed idee zou zijn. Je hoort niet meer dat kernenergie gevaarlijk is en het kernafval lijkt ook uit beeld verdwenen. Mooi, dat waren altijd al overtrokken bezwaren: kernenergie is even veilig als zon en wind, en de hoeveelheid kernafval gegenereerd door iemand die zijn hele leven kernenergie gebruikt voor alle energiebehoeften (dus niet alleen elektriciteit) is één golfbal groot – in tegenstelling tot de berg chemisch afval van een paar honderd meter hoog voor wie datzelfde doet met zon en wind, áls dat al mogelijk zou zijn (het antwoord is ‘nee’).

Nieuwe bezwaren tegen kernenergie

Maar er zijn nieuwe tegenargumenten. Bijvoorbeeld dat het te lang duurt en we nú een klimaatcrisis hebben. Ja, het is waar dat er allerlei afspraken (Parijs!) zijn om de CO2-uitstoot voor een bepaald jaar terug te brengen, maar die zullen niet worden gehaald. Bovendien is er ook na 2035, na 2050 en zelfs na 2100 nog steeds een klimaatprobleem.

Zowel Frans Timmermans, leider van GroenLinks-PvdA, als econoom Pieter Boot, een invloedrijke adviseur van de overheid, zegt dat kerncentrales misschien wel een oplossing voor het klimaatprobleem zijn, maar niet in dat dichtbevolkte Nederland. De Delftse energiedeskundige Theo Wolters: ‘Zo dom. Voor een dichtbevolkt land is juist kernenergie met haar hoge energiedichtheid ideaal. Laat zon en wind maar over aan landen met meer oppervlak en ruimte.’

Een belangrijk ander tegenargument is dat een moderne kerncentrale heel duur is. Of, zoals enkele gezaghebbende economen onlangs betoogden in Het ­Financieele Dagblad: die ‘heeft niet meer de beste business-case’. En dan wordt steevast verwezen naar de Engelse kerncentrale van Hinkley Point C, die al lang klaar had moeten zijn en misschien wel meer dan 50 miljard euro gaat kosten. Dat in tegenstelling tot zon- en windenergie, die spotgoedkoop zijn.

Is kernenergie wel duur?

Het argument klopt tot op zekere hoogte. Maar er vallen kanttekeningen bij te maken. Allereerst dat een kerncentrale niet zo duur hoeft te zijn. Het Koreaanse bedrijf KHNP (ook geïnteresseerd in bouw in Nederland) gaat twee grote kerncentrales in Tsjechië bouwen, voor minder dan 10 miljard euro per centrale. Er is stilstand geweest in de bouw van kerncentrales en de industrie moet weer op gang komen, de leercurve doorlopen die uiteindelijk altijd (zie windmolens en zonnecellen) leidt tot dalende prijzen. De afgelopen decennia zijn daarnaast de eisen steeds strenger geworden. Er kwam bij wijze van spreken elk decennium weer een decimeter beton bij.

Waar een wil is, is een weg. Als wij ­behoefte hebben aan kerncentrales die snel en betaalbaar worden gebouwd, zouden we de veiligheidseisen kunnen versoepelen. In de jaren zestig en zeventig werden in een vloek en een zucht tientallen kerncentrales gebouwd in de wereld. Die in Borssele stond er in vijf jaar. Als de boomers het konden, dan moet het hun kleinkinderen toch ook kunnen lukken?

Regelzaal van de kerncentrale in Borssele. Beeld: Lex van Lieshout/ANP

Daar komt bij: kernenergie lijkt duur, maar is goedkoop. Zon en wind lijken goedkoop, maar zijn duur. Dat komt door wat wel ‘systeemkosten’ wordt genoemd. In de prijs van zon en wind worden allerlei kosten niet doorberekend. Zo moeten op de Noordzee stopcontact-eilanden worden gebouwd. Dat ‘stopcontact op zee’-programma heeft al 15 miljard euro gekost, en er gaan nog eens tientallen miljarden euro’s naartoe. Er komen electrolysers aan, eilanden met fabrieken waar de overtollige stroom wordt omgezet in ‘groene waterstof’. Gaat tientallen miljarden euro’s kosten. Netbeheerder TenneT stopt 160 miljard euro in het stroomnet, vooral voor de aansluiting van windmolenparken. Het zijn allemaal extra kosten die niet aan zon en wind worden toegerekend, zodat die zichzelf zo goedkoop mogelijk kunnen showen op de catwalk van de energietransitie.

In de energietransitie wordt gerekend op een manier waarvoor een tweedehandsautoverkoper zich zou schamen. De extra kosten van zon en wind worden ‘gesocialiseerd’, oftewel via de elektriciteitsrekening omgeslagen naar de consument. Maar in landen met zogenaamd spotgoedkope zon en wind is de stroomprijs aanzienlijk hoger dan in een nucleair land als Frankrijk.

Een groot deel van de bouwkosten van een moderne kerncentrale, en tot wel tweederde van de stroomprijs, is rente. Bij die calculatie wordt er geen rekening mee gehouden dat een kernreactor zestig tot tachtig jaar stroom levert. Stralingsdeskundige Roobol: ‘De financiële wereld kijkt niet zo ver vooruit.’

Tot voor kort verschafte de Nederlandse staat een vrijwel renteloze studiefinanciering aan studenten, omdat opleiding van groot belang wordt geacht voor de samenleving. Op analoge wijze zou de staat renteloze leningen kunnen verschaffen voor de bouw van kerncentrales, omdat het tegengaan van klimaatverandering en dus van een versnelling van de zeespiegelstijging voor het laaggelegen Nederland van groot belang is.

Nieuwsgierige Duitsers verzamelen zich bij kerncentrale die wordt gesloopt. Beeld: Daniel Peter/AFP/Getty Images

Nog een nieuw tegenargument is dat kerncentrales alleen rendabel zouden zijn als ze het rijk alleen hebben, niet wanneer ze een back-up vormen voor zon en wind. Ook dit argument klopt enigszins. Tegelijk illustreert het dat we op de verkeerde weg zijn met de energietransitie. We hebben een energiebron die 95 procent van het jaar levert, die veilig is, goed voor het klimaat en beter (herstel, veel beter) voor natuur en milieu dan zon en wind. Dan is het toch absurd om voor weersafhankelijke en onbetrouwbare zon en wind te kiezen en betrouwbare, koolstofarme en groene kernenergie alleen als achtervang te gebruiken?

Kernenergie in strijd tegen klimaatcrisis

Tot slot nog een overweging: zelfs al zou het kloppen dat een kerncentrale tegenwoordig niet zo goedkoop meer kan worden gebouwd, nou en? Het gaat om wat alom wordt gezien als het allerbelangrijkste probleem van de mensheid: de klimaatcrisis. Als er een energiebron is die zowel de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen als de CO2-uitstoot van een land kan verlagen, zoals Frankrijk en Zweden hebben aangetoond, dan zou het toch eigenlijk niet om de prijs mogen gaan?

Temeer daar die hoge prijs alleen maar bouwkosten en rente betreft. Zodra een kerncentrale er staat, zijn de kosten peanuts. Hij verbruikt bijna geen brandstof en genereert stroom (en desgewenst ook warmte en waterstof) voor een spotprijs. En dat tientallen jaren lang. Als de laatste windmolens en zonnecellen al lang afgebroken en opgeruimd zijn, dan leveren de kerncentrales die dit nieuwe kabinet gaat bouwen nog steeds CO2-vrije energie.

Wereldwijd 61 centrales erbij

Na het ongeluk in Tsjernobyl van 1986 is de bouw van kerncentrales gestagneerd. Destijds waren er ongeveer honderd in de Verenigde Staten, nu nog steeds. Wereldwijd waren er veertig jaar ­geleden vierhonderd, nu nog steeds. Het atoom is nog altijd belangrijk. In de Europese Unie bijvoorbeeld is het met 23 procent nog steeds de belangrijkste bron van elektriciteit, voor wind (18,5 procent), gas (17 procent), waterkracht (13,5 procent) en steenkool (11,7 procent).

 

Door het klimaatprobleem is kernenergie weer terug. Het International Atomic Energy Agency meldt dat er 61 reactoren in aanbouw zijn, waarvan 27 in China. De rest is verdeeld over Argentinië, Bangladesh, Brazilië, Egypte, Frankrijk, India, Iran, Japan, Oekraïne, Rusland, Slowakije, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Korea. De Verenigde Staten zijn leider, gevolgd door Frankrijk, maar binnen enkele jaren zal China de tweede positie overnemen. Diverse landen staan weer in de startblokken. Zwitserland had sinds 2018 een ban op nieuwe kerncentrales, maar wil die opheffen. De Democratische Partij in de Verenigde Staten heeft haar ban op het atoom ingeslikt. Polen wil liefst 24 kleine kerncentrales bouwen, verdeeld over zes locaties. Tsjechië laat een Zuid-Koreaans bedrijf twee kerncentrales bouwen, Ghana heeft een contract voor een kleine centrale.

 

Een Rolls-Royce-centrale voor Nederland?

In Nederland is het plan om vier nieuwe kerncentrales te bouwen. Daarvoor is voorlopig 14,5 miljard euro gereserveerd, maar het wordt vermoedelijk drie tot vier keer zo duur. Drie partijen hebben interesse: het Amerikaanse Westinghouse, EDF uit Frankrijk en KHNP uit Zuid-Korea. Ook zijn er bedrijven die kleinere kerncentrales bouwen: GE Hitachi, Rolls-Royce, NuScale Power, NUWARD en Last Energy. Die kunnen niet alleen elektriciteit leveren, maar ook warmte voor de stadsverwarming en waterstof voor de chemische industrie.

 

Het Britse Rolls-Royce maakte lang reactoren voor onderzeeboten. Nu wil het bedrijf civiele, kleine kerncentrales (formaat Borssele) gaan produceren. Die zijn ook geschikt voor productie van waterstof, waaraan de chemische industrie zeer sterke behoefte heeft. Het wordt nu uit aardgas gewonnen (zogeheten grijze waterstof), maar ook productie uit wind- of zonnestroom is mogelijk. Alleen is die inefficiënt, zodat ‘groene’ waterstof peperduur wordt. Waterstof uit kernreactoren (ook wel roze of paarse waterstof genoemd) ­belooft veel goedkoper te worden dan groene waterstof, volgens Dirk Rabelink – een in Delft opgeleide geoloog die vanuit Amsterdam Nederland enthousiast probeert te maken voor Rolls Royce. De reactoren van Rolls Royce kunnen het stroomnet stabiliseren. Ze zijn goed in staat tot omschakelen van waterstof naar stroom en omgekeerd.

 

Vooral voor de chemische industrie in Europoort, bij Chemelot, bij Terneuzen en Tata Steel zouden de reactoren van Rolls-Royce een aantrekkelijke manier zijn om te verduurzamen, meent Rabelink.

Naast Borssele zijn ook Terneuzen en Tweede Maasvlakte in beeld voor nieuwe kerncentrales. Beeld: Marcel van den Bergh/ANP

 

Franse interesse voor Nederlandse start-up

Vlak bij het Centraal Station van Amsterdam is een unieke start-up gevestigd: ­Thorizon. Het bedrijf, met zo’n veertig medewerkers in Nederland en Frankrijk, wil stroom en industriële hitte opwekken met een gesmolten-zout-reactor die thorium en kernafval als brandstof gebruikt. Thorizon (thorium plus horizon) is een afsplitsing van onderzoeksinstituut NRG in Petten, waar een kleine kernreactor medische isotopen produceert.

 

Omdat Thorizon kernafval van andere reactoren kan opbranden, is er interesse in Frankrijk, met zijn 56 reactoren. De Franse regering heeft 10 miljoen euro subsidie verstrekt. In Nederland valt het enthousiasme tegen, zegt luchtvaartingenieur Kiki Lauwers (40), die Thorizon leidt. ‘President ­Emmanuel Macron gaat zelfs lunchen met start-ups die deze subsidie ontvangen.’

­

Thorizon verwacht dat zijn eerste kerncentrale (100 megawatt, een kwart van Borssele) in 2030 stroom kan leveren. ­Hopelijk in Zeeland of op de Maasvlakte.