In de befaamde National Gallery is de derde grote tentoonstelling in het Verenigd Koninkrijk rond Vincent van Gogh te zien in vijf jaar. De Nederlander had een speciale band met Londen.
Vergeet de zonnebloemen, irissen en korenvelden. Laten we het hebben over Vincent van Goghs olijfbomen. Over de energieke, zwierige schilderijen die hij in 1889 maakte van deze bomen en de bijbehorende olijvenplukkers. Brede kwaststreken doen de kruinen kolken, zoals de lampen en luchten in zijn andere werken. Er zijn amper schilderijen van olijfbomen gemaakt, schreef hij aan zijn broer Theo, ‘en om die reden zouden deze schilderijen naar Engeland moeten gaan, ik weet goed genoeg waar ze daar belangstelling voor hebben’.
En daar hangen ze nu, in The National Gallery. Bezoekers verdringen zich voor de zes schilderijen met olijfbomen, overgekomen uit onder meer New York, Kansas en Minneapolis. Ze vormen de finale van de expositie Van Gogh: Poets and Lovers in het Londense museum. Gastcurator en Van Gogh-specialist Cornelia Homburg wist 61 werken bijeen te brengen uit de twee productieve jaren van Van Gogh in de Provence, Arles en de nabijgelegen inrichting van Saint-Rémy, voorafgaand aan zijn dood in 1890.
Met deze expositie viert The National Gallery haar tweehonderdjarig bestaan, alsmede het feit dat de collectie een eeuw geleden, dankzij de vrijgevigheid van de industrieel Samuel Courtauld, werd verrijkt met Van Goghs Zonnebloemen. Het is nog steeds een van de topstukken van het museum en werd daarom een jaar geleden het doelwit van actievoerende klimaatextremisten. ‘Geloof het of niet,’ zegt de Italiaanse museumdirecteur Gabriele Finaldi (59). ‘Het is voor het eerst dat we een grote Van Gogh-tentoonstelling hebben.’
Speciale band
Deze blockbuster is alweer de derde grote Van Gogh-expositie in Londen in de afgelopen vijf jaar. In 2019 was Van Gogh and Britain te zien in Tate Modern, over de Londense jaren van de jonge kunsthandelaar en lekenprediker Van Gogh. In deze tijd was hij geregeld in The National Gallery te vinden, waar hij de landschappen bestudeerde van Turner en Constable. Hij zou een ‘Londens’ schilderij maken, jaren later in Arles, van gevangenen die rondjes lopen op een binnenplaats van de beruchte Newgate-gevangenis.
Twee jaar geleden toonde de Courtauld Gallery 16 van de 37 zelfportretten van Van Gogh. Doel van deze expositie was om af te komen van de mythe van de schilder wiens krankzinnigheid een bron van inspiratie was. Het tegendeel was het geval. Zijn depressies belemmerden hem juist. Deze mythe gaat terug naar de tijd waarin de Britten voor het eerst kennismaakten met Van Gogh. In 1910 werd zijn werk bij een post-impressionistische overzichtstentoonstelling in Londen gebrandmerkt als the art of the insane – de kunst van de krankzinnigen.
Gek of niet, de band tussen Londen en Van Gogh is altijd speciaal geweest. Hij is één van de drie Nederlanders – de anderen zijn Piet Mondriaan en koningin Wilhelmina – die in de Britse hoofdstad zijn vereerd met een blauwe gedenksteen. Die van Van Gogh bevindt zich op de hoekwoning in Brixton waar hij op kamers woonde en verliefd werd op de dochter van de Franse hospita, een onbeantwoorde liefde. Over deze periode was twee decennia geleden op het West End de musical Vincent in Brixton te zien, met Jochum ten Haaf in de hoofdrol.
De tentoonstelling in The National Gallery borduurt voort op het idee van de Courtauld Gallery dat Van Gogh niet knots met een kwast was. ‘We willen de kunstenaar laten zien,’ aldus curator Homburg. ‘In plaats van de gepijnigde ziel.’ Uiteraard hangen de klassiekers aan de wanden – de Zonnebloemen, de Stoel met pijp, Het gele huis – maar ook de minder bekende schilderijen die hij maakte van de tuinen bij Saint-Rémy. Hij was geïnspireerd door het bekende motto van Voltaire dat ‘we onze tuin moeten verzorgen’.
Feilloos
Het poets & lovers in de titel is zowel letterlijk als figuurlijk. De minnaar (portret van luitenant Milliet), geleend van het Kröller-Müller museum, is het eerste schilderij dat de bezoekers zien. Van Gogh was geamuseerd door, en jaloers op, het succes dat deze officier bij de vrouwen genoot. Soms voerde hij ‘lovers’ op om het schilderij een poëtisch karakter te geven, zoals op de Sterrennacht boven de Rhône, een schilderij waarop de wervelende luchten volgens meteorologen feilloos overeenstemmen met de werkelijke luchtstromen.
De bredere betekenis van de titel is de liefde die Van Gogh koesterde voor de natuur, de gebouwen en de mensen om hem heen. Hij idealiseerde zijn omgeving. Zelfs de slecht onderhouden tuinen bij de psychiatrische kliniek wist hij met
zijn kleuren te betoveren. Op Het portret van Patience Escalier, een schilderij dat bij hoge uitzondering het Californische Pasadena heeft verlaten, transformeerde hij de naamgever tot het ideaalbeeld van de boer. Niets voor niets was hij geïnspireerd door de Engelse romanticus John Keats, een jong gestorven dichter.
Van Gogh, zo is de boodschap van deze expositie, was geen geniale gek, miskend talent of zelftherapeut, maar een schilder die precies wist waar hij mee bezig was. Hij was ervan overtuigd dat de bewondering die collega’s voor zijn werk hadden, ooit zou worden gedeeld door het grote publiek. Hij schilderde niet voor zichzelf, maar met potentiële bewonderaars in gedachten. Dat zou de reden zijn geweest dat zijn schilderijen steeds expressionistischer werden. De olijfbomen, bestemd voor de Engelsen, zijn daarvan een goed voorbeeld.