Niet veel vreugdevolle aankondigingen kunnen op zo veel tactloze reacties rekenen als die van een zwangerschap.
Zwanger zijn is een ervaring die alles op z’n kop zet en veel emoties losmaakt. Niet alleen bij de zwangere vrouw, maar blijkbaar ook bij buitenstaanders.
Terwijl de meesten – gelukkig – reageren met: ‘Gefeliciteerd!’ of: ‘Wat een fantastisch nieuws!’ zijn er ook mensen die je na de aankondiging overladen met ongevraagde adviezen en opmerkingen die, op z’n zachtst gezegd, niet altijd even tactvol zijn. En die uitspraken worden heus niet alleen door mannen gedaan.
Dat kan ik uit eigen ervaring vertellen, en een snelle rondvraag in de omgeving levert nog meer pijnlijke voorbeelden op. Daarom een overzicht van reacties die maar beter binnensmonds kunnen blijven. Collega’s, boomers, verre familieleden en wildvreemden: doe er uw voordeel mee.
‘Ik neem aan dat het gewenst is?’
Als een vrouw vertelt dat ze zwanger is, is het laatste wat ze verwacht te horen: ‘Gefeliciteerd! Tenminste, ik neem aan dat het gewenst is?’ Een vraag die een feestelijke aankondiging kan veranderen in een ongemakkelijk gesprek. Het impliceert namelijk dat het kind mogelijk níet welkom is.
Een zwangere vrouw kan zich hierdoor onnodig kwetsbaar of ongemakkelijk voelen, alsof haar vreugde niet vanzelfsprekend mag zijn. Maar zeg nou zelf: als de zwangerschap ongewenst was, zou ze het dan zo aan de buitenwereld vertellen?
‘Weet je zeker dat het er maar één is?’
Dan is er de klassieker: ‘Weet je zeker dat het er maar één is?’ Het ene lichaam is het andere niet. Terwijl sommige vrouwen pas rond de twintig weken een buikje krijgen, kunnen anderen het al met acht weken hebben. Hoe snel de buik groeit, hangt onder meer af van de anatomie van de moeder, de positie van de baby en de hoeveelste zwangerschap het is.
Vragen naar hoeveel baby’s een vrouw in haar buik draagt, is vast en zeker grappig bedoeld, maar zij voelt het vooral als commentaar op haar omvang. Waarschijnlijk moet ze nog wennen aan een behoorlijk veranderend lichaam en is ze daar onzeker over. Zo’n vraag geeft dan eerder een bevestiging van die onzekerheid dan blijk van goedbedoelde interesse in de zwangerschap. Niet doen dus.
Ook: ‘Ik had toen nog helemaal geen buik’ en: ‘Kijk uit hoor, niet nu al ontploffen!’ terwijl de zwangere vrouw nog ruim twee maanden moet, kun je om al genoemde redenen maar beter niet zeggen.
‘Geniet nog maar even van je vrijheid’
Dan zijn er nog waarschuwingen als: ‘Weet waar je aan begint, hè?’ ‘Geniet nog maar even van je vrijheid,’ en: ‘De momenten waarop je samen kunt zijn met je geliefde, zijn straks nog op één hand te tellen.’ Ongetwijfeld goedbedoeld, een soort vriendelijke waarschuwingen van mensen die waarschijnlijk uit ervaring spreken. Maar het voelt alsof ze je bang willen maken voor het onvermijdelijke lot dat je te wachten staat. Alsof het ouderschap automatisch het einde betekent van vreugde en vrijheid.
Zulke opmerkingen impliceren bovendien dat je zelf niet beseft dat er uitdagingen komen kijken bij een kindje krijgen. De meeste stellen zijn zich heel goed bewust van de veranderingen die hun staan te wachten, en hebben er goed over nagedacht of ze klaar zijn voor een kind. Het is niet alsof ze even naar de dierenwinkel zijn gegaan om een cavia te kopen.
‘Mag ik aan je buik voelen?’
Nee.
‘Vrouwen hebben gewoon een lage pijngrens’
‘Maar vrouwen hebben toch gewoon een lage pijngrens?’ vroeg een mannelijke collega knipogend aan me tijdens de lunch. Er zijn diverse wetenschappelijke studies gedaan naar de pijngrens en pijnbeleving van mannen en vrouwen.
Biologische verschillen, zoals het aantal zenuwuiteinden en de rol van hormonen, beïnvloeden hoe mannen en vrouwen pijn ervaren. Zo werkt het hormoon testosteron, waar mannen meer van hebben, beschermend tegen pijn en zouden vrouwen meer zenuwuiteinden hebben die pijnprikkels kunnen waarnemen. Dat wil nog niet zeggen dat vrouwen minder goed tegen pijn kunnen.
Maar goed, biologische verschillen of niet: een bevalling vergt het uiterste van een lichaam. Iemand die nog nooit is bevallen – en dat nooit zal doen – moet dan ook helemaal niet over pijngrenzen beginnen.
‘Ik zie dat je het babygewicht nog niet bent verloren’
En dan mag je, na een paar maanden zwangerschapsverlof te hebben gehad, weer aan het werk. Enerzijds lastig om je baby achter te laten, anderzijds heel prettig om je collega’s weer te zien – mits je goed wordt verwelkomd.
Een vriendin van mij werd door een vrouwelijke collega begroet met de boodschap dat de babykilo’s er zichtbaar nog niet af waren. Ook hier kan ik melden dat elk lichaam anders is en dat de ene vrouw binnen zes weken terug is op haar oude gewicht, terwijl de andere na een jaar nog aan het kwakkelen is. Maar dan ga ik eraan voorbij dat met zo’n opmerking de focus na de bevalling absurd snel verschuift naar het uiterlijk van de moeder in plaats van haar welzijn en herstel.
‘Mag je dan niks meer zeggen?’ denkt u nu misschien. O, jawel hoor, er zijn volop aardige reacties op iemands zwangerschap of kersverse ouderschap te bedenken. En dat hoeft helemaal geen lange gelukwens te zijn. Een simpel ‘Gefeliciteerd’ volstaat.