Deze jongeren laten zien dat sociale media ook veel positiefs brengt

Chloë van Eimeren (15) en Sam (16). Beeld: Guido Benschop

Appen met je oma in het buitenland, filmpjes plaatsen op TikTok. Sociale media zorgen niet alleen voor slaaptekort en concentratieproblemen, maar brengen jongeren ook veel positiefs. ‘Online gamen versterkt onze vriendschap.’

Dol op mode is Chloë van Eimeren (15). Ze plaatst wekelijks filmpjes op TikTok van haar kleren, nieuwe kapsel of meest recente aankopen. Uit de filmpjes die ze volgt over modeshows en -merken, haalt ze inspiratie. ‘Ik vergelijk verschillende stijlen en kijk waar ik kleding kan kopen die ik mooi vind.’

Onzeker van de modellen die ze dagelijks in online filmpjes ziet, wordt de havo 4-leerling niet. ‘Ik ben zelfverzekerd, dus daar heb ik geen last van. Maar ik kan me voorstellen dat jonge meisjes die minder zeker zijn van zichzelf, wel aan zichzelf gaan twijfelen als ze altijd maar het perfecte plaatje zien.’

Sociale media en negatieve effecten op mentale gezondheid jongeren

Precies dat onderscheid tussen verschillende groepen jongeren ontbreekt als we het hebben over de negatieve invloed van sociale media op de geestelijke gezondheid van jongeren, stelt Geertjan Overbeek (49), hoogleraar preventieve jeugdhulp en opvoeding aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Nu worden alle jongeren vaak over één kam geschoren. Het kan zijn dat bepaalde groepen jongeren risico lopen op mentale problemen als gevolg van veelvuldig gebruik van sociale media. Bijvoorbeeld jongens en meisjes die introvert zijn en emotioneel minder stabiel. Maar voor anderen kunnen sociale media juist een zegen zijn.’

Volgens de hoogleraar blijkt uit onderzoek tot nu toe geen overtuigend bewijs dat sociale media sterke en langdurige negatieve effecten hebben op de mentale gezondheid van jongeren. ‘We wijzen sociale media onterecht aan als zondebok voor geestelijke problemen.’

Overbeeks woorden zijn sterk relativerend in een tijd waarin de bezorgdheid groeit over de mogelijk negatieve effecten van het gebruik van sociale media onder jongeren. Jongeren komen slaap tekort, kunnen zich niet concentreren op school, worden onzeker en spreken minder af met vrienden. En dat zou allemaal komen door de grote rol die het online leven speelt in het echte leven.

Online en offline leven

In het boek Generatie Zelfvertrouwen beschrijven Eveline Crone en Renske van der Cruijsen onder welke omstandigheden Generatie Z, geboren tussen 1995 en 2012, haar plaats moet vinden in een wereld waarin jongeren een offline en een online leven hebben.

‘Tijdens de adolescentie gaan jongeren zichzelf met anderen vergelijken. Dat heeft een functie, namelijk het ontwikkelen van een eigen sociale identiteit. Jongeren komen erachter wat hun positieve en negatieve eigenschappen zijn,’ zegt Renske van der Cruijsen (35), universitair docent orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Die vergelijking is iets van alle tijden, maar speelt zich tegenwoordig steeds vaker online af, en op grotere schaal. ‘Je hebt nu de hele dag door vergelijkingsmateriaal voorhanden. Vroeger bleef dat beperkt tot plaatjes uit de Hitkrant en kinderen in de buurt.’

Is dat erg? Niet per se, betoogt Van der Cruijsen.

Sociale media vormen volgens haar een laagdrempelige omgeving waarin jongeren verschillende kanten van zichzelf kunnen uitproberen. Dat kan hen juist helpen. ‘Online kun je een bepaalde versie van jezelf laten zien, net als op school of op de sportclub. Stel je bent ­timide, dan kun je online eens proberen hoe het voelt om je mening te geven of gesprekken aan te gaan met mensen die je nog niet kent. Dat helpt om een sociale identiteit te vormen.’

Dat herkent Olav Zaaijer (14) wel. ‘Ik merk soms dat klasgenoten online anders zijn dan in de klas. Ze durven meer te zeggen, terwijl ze op school heel stil zijn. Zelf heb ik dat niet zo. Ik ben best open en gedraag me als ik aan het gamen en chatten ben met vrienden hetzelfde als in het echt.’

Jongeren delen bepaalde zaken online makkelijker

Bepaalde aspecten van hun identiteit delen jongeren makkelijker online. ‘Het is minder spannend om van je profielfoto een regenboogvlag te maken dan op het schoolplein een statement te maken,’ aldus Van der Cruijsen. Je online uitspreken kan bovendien helpen om aansluiting te vinden bij gelijkgestemden, zegt Overbeek. ‘Op online platforms zijn jongeren die ergens een uitgesproken idee of gevoel over hebben, makkelijk vindbaar. Zij kunnen zonder gevolgen hun identiteit exploreren en vinden so­ciale steun bij leeftijdgenoten. Dat kan een positief effect hebben op hun psychisch welzijn.’

Zo plaatste Britta Boorsma (16) tijdens de Amerikaanse verkiezingen een foto van de blauwgelakte pinken van haar en haar vrienden op Instagram.

‘Alleen mijn beste vrienden konden die zien. Van hen weet ik dat ze me niet veroordelen. Mensen die minder dicht bij mij staan, zouden er achter mijn rug om een vervelende opmerking over kunnen maken. Daar heb ik geen zin in.’

Sociale media als verlengde van de offline omgeving

De sociale online omgeving is volgens Overbeek niet een vervanging, maar eerder een verlengde van de offline omgeving waarin jongeren leren vriendschappen aan te gaan en vast te houden. ‘Je ziet dat jongeren het contact met vrienden die ze kennen van school of sport, online doorzetten. Die twee werelden bestaan naast elkaar en vullen elkaar aan.’

Jongeren laveren schijnbaar moeiteloos tussen die twee werelden, die voor hen beide een functie hebben. Voor hun ouders is dat een stuk minder vanzelfsprekend. Chloë van Eimeren: ‘Als ik ruzie heb, dan wil ik dat in het echt uitpraten. Online doen mensen vaak heel stoer en zeggen ze dingen die ze nooit zouden zeggen als je tegenover elkaar staat. Daarom ga ik liever een gesprek aan in het echt.’

Hoogleraar Overbeek pleit wel voor duidelijke regels over het gebruik van telefoons en sociale media. ‘Het verbod van smartphones op middelbare scholen is een mooi voorbeeld. Het helpt leerlingen zich beter te concentreren in de les. Ouders hebben daarnaast een voorbeeldfunctie. Het is goed als zij ervoor zorgen dat jongeren hun ­telefoon niet meenemen naar hun slaapkamer.’

Het is volgens Overbeek bovendien belangrijk dat ouders betrokken zijn en blijven bij het gebruik van online platforms en de inhoud met hun kinderen bespreken. ‘Zelf online zijn, kan ouders helpen om de online leefwereld van hun kinderen te snappen en daarbij aan te sluiten.’

Gemiddelde schermtijd jongeren

Gemiddeld besteden jongeren 4,8 uur per dag aan hun mobiele telefoon, het grootste deel aan sociale media. Ruim 62 procent van de jongeren (15-35 jaar) geeft aan verslaafd te zijn aan sociale ­media. Dit blijkt uit het jaarlijkse Grote Jongerenonderzoek van Mediahuis, Wayne Parker Kent en MediaTest.

Zelf vindt Britta Boorsma het gebruik van sociale media niet problematisch. ‘Natuurlijk bestaat het risico dat je uren blijft scrollen op Instagram. Maar ik heb te veel andere dingen die ik graag doe, zoals vechtsport en scouting. Ik zit bovendien in de leerlingenraad en moet veel leren voor school. Het kost me geen moeite mijn telefoon weg te leggen als ik iets anders moet doen.’

Ook Olav Zaaijer is niet bang verslaafd te zijn of te raken aan sociale media. ‘Ik vind online gamen met vrienden leuk. Maar als je dat te lang doet, wordt het saai. Uiteindelijk is in het echt afspreken met vrienden toch het leukst. Dat zou ik nooit laten om in mijn eentje te kunnen gamen.’

Als Chloë van Eimeren thuis is, besteedt ze best veel tijd aan haar telefoon. Maar ze heeft geen moeite om die opzij te leggen als ze afspreekt met vrienden. ‘Dan laat ik ’m gewoon in mijn tas. Ik vind het zelf ook niet leuk als iemand steeds op zijn telefoon zit te kijken. Ik denk dat sociale media pas een probleem worden als die ten koste gaan van je echte sociale leven. Dat zie ik bij mijzelf en om mij heen niet snel gebeuren.’

Beeld: Guido Benschop

Chloë van Eimeren (15)

Sociale media Tiktok, Snapchat

Woonplaats Amsterdam

School Havo 4

‘Mijn ooms, nicht en oma zitten ook op TikTok. Soms vind ik het een beetje raar als mijn oma op mijn filmpje reageert. Maar doordat mijn familie ook regelmatig online is, hebben we wel meer contact met elkaar. Mijn oom appt me soms via Snapchat of ik mee wil varen op de grachten, als hij ziet dat ik in de buurt ben.

‘Natuurlijk vind ik het leuk om complimenten te krijgen als ik iets op TikTok plaats. Het is goed voor je ego. Maar ik heb de positieve reacties niet nodig om zelfvertrouwen te hebben. Soms plaats ik een tijdje niets. Daar heb ik geen moeite mee.’

Beeld: Guido Benschop

Olav Zaaijer (14)

Sociale media Online gaming

Woonplaats Bussum

School Vwo 3

‘Als ik ’s ochtends wakker word en ik hoef nog niet naar school, ga ik gamen met vrienden. Dat zijn jongens die ik ken van school. Soms doen er ook vrienden van hen mee. Het gamen versterkt onze vriendschap. We lachen veel tijdens het spelen, net als tijdens het chillen en je hebt toch ervaringen die je samen deelt.

‘Als ik ergens mee zit, bespreek ik dat wel liever in het echt. Ik heb het gevoel dat je dan serieuzer wordt genomen. Tijdens het gamen praten we ook wel, maar dan is iedereen toch vooral bezig met het spel en heeft zijn aandacht minder bij een gesprek.’

Beeld: Guido Benschop

Sam (16)

Sociale media TikTok, Snapchat, Whatsapp

Woonplaats Elst

School Vwo 5

‘Mijn vader is Indonesisch en mijn meeste familie woont in Indonesië. We hebben een appgroep waarmee we elkaar op de hoogte houden. Ik post zelf niet veel, dat doen vooral mijn ouders, maar ik krijg wel mee hoe het met iedereen daar gaat. Als er een familielid ziek is, dan lees ik dat op de app en ik zie foto’s voorbij komen. De berichten zijn meestal in het Indonesisch, dat spreek ik niet. Maar ik vertaal berichtjes van bijvoorbeeld mijn tante via Google Translate. Dan stuur ik soms een antwoord in het Indonesisch terug. Als ik niet op deze manier online contact zou kunnen houden met mijn familie daar, zou ik veel minder betrokken zijn bij hun leven.’

Beeld: Guido Benschop

Britta Boorsma (16)

Sociale media Instagram, Discord

Woonplaats Amsterdam

School Vwo 5

‘Foto’s van mezelf plaats ik maar zelden op Instagram, maar wel van waarmee ik bezig ben. En van dieren, ik heb sinds augustus kittens. Laatst vond ik op Marktplaats een slaapbank voor in mijn nieuwe kamer. Dan plaats ik daar een foto van, omdat ik er blij mee ben en dat graag deel.

‘Ik heb de hele dag door wel kort online contact met mijn vrienden. Daardoor kunnen we ook makkelijk afspreken, we weten door onze posts en het delen van onze locatie van elkaar vaak waar we zijn.

‘Mijn ouders zijn sinds kort gescheiden. Als ik bij mijn moeder ben, stuur ik mijn vader geregeld online berichtjes. Bijvoorbeeld: “Ik heb net hardgelopen en ik moet nog veel leren.” Het is fijn dat allebei mijn ouders zo toch op de hoogte blijven van wat ik doe, ook al zien we elkaar minder.’

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.