Oled-technologie zou tv’s mooier en scherper maken, maar bleek te duur. Op de Consumer Electronics Show stond daarom een andere technologie centraal: nanokristallen.
Oled – waarvan bijvoorbeeld de schermen van Samsung-telefoons zijn gemaakt – leek de technologie te worden die tv’s nóg mooier, scherper en kleurechter zou maken, maar ze blijkt te duur voor grote schermen.
Op de Consumer Electronics Show stond daarom een andere technologie in de schijnwerpers: quantum-dot-televisies. Elektronicagigant Sony werkte er al enige tijd aan, en nu hebben ook Samsung en LG deze tv’s.
Mensenhaar
Quantum-dots zijn nanokristallen, gemaakt van halfgeleidend materiaal, en zijn tussen de 2 en 10 nanometer groot. Ter vergelijking: een mensenhaar is 90.000 nanometer dik.
De kleur licht die zo’n kwantumstip uitzendt, hangt nauw samen met zijn grootte: kleine stippen zien er blauw uit, grote stippen rood. Fabrikanten kunnen de stippen op elk formaat maken, waardoor een televisie met quantum-dots veel meer, en veel nauwkeuriger kleuren laat zien dan lcd-televisies. Beelden zien er daardoor levensechter en kleurrijker uit.
In tegenstelling tot lcd-schermen is zwart hier ook echt zwart. De aandacht voor quantum-dots is niet verrassend: televisies met oled-schermen kosten tussen de 2.000 euro en de prijs van een kleine auto. Quantum-dot-televisies gaan voor een derde daarvan over de toonbank, en worden – zoals dat gaat met televisies – naar verwachting snel goedkoper. Vooral bij hoge resoluties zijn ze voordeliger om te maken. Dat betekent dat televisies bij de MediaMarkt wellicht nóg groter uitvallen.
Er is voorlopig één beperking: de nieuwe schermen kunnen meer kleuren laten zien dan de meeste camera’s kunnen vastleggen.