Op steeds meer terreinen wordt 3D-printen ingezet, vooral in de geneeskunde.
De mogelijkheden zijn enorm, dat was bij 3D-printen direct duidelijk. Pistolen printen? Het kan! Chocolaatjes of hamburgers uit de 3D-printer? Het is mogelijk. Dat was de experimentele beginfase. Inmiddels wordt 3D-printen ook echt op steeds meer terreinen ingezet.
Volgens het onderzoeksbureau Canalys groeit de omzet van 3D-printermakers dit jaar met 56 procent. Daarbovenop ontwikkelen allerlei bedrijven 3D-printers voor eigen toepassingen.
Zoals het Amerikaanse Voxel8, een start-up die is opgericht door een hoogleraar aan Harvard. Voxel8 ontwikkelde een 3D-printer die niet alleen plastic kan printen, maar ook elektronische circuits. Met zo’n printer is het straks mogelijk om een hele drone in één keer te printen.
Medische toepassingen groeien het hardst. Met 3D-printers kunnen beschadigde botten precies worden nagemaakt en vervangen. Het Geleense bedrijf Xilloc komt binnenkort zelfs met 3D-geprinte replica-beenderen van hetzelfde materiaal als echte botten, calciumfosfaat. Niet van echt te onderscheiden.
Epilepsie
Het blijft niet bij botten alleen. Begin augustus gaf de Amerikaanse voedsel- en warenautoriteit haar goedkeuring aan een 3D-geprint medicijn tegen epilepsie. Volgens Aprecia, het bedrijf achter de technologie, maakt 3D-printen het mogelijk om voor iedere patiënt de dosering en opnamesnelheid aan te passen.
Industriële toepassingen blijven het meest beloftevol. Het Eindhovense bedrijf Additive Technologies werkt aan een 3D-printer voor metalen objecten. Die kan bijvoorbeeld ultralichte onderdelen maken voor vliegtuigen.
Of neem het bedrijf MX3D, dat in Amsterdam een 3D-geprinte brug wil neerzetten. De Amsterdamse start-up, die samenwerkt met bouwbedrijf Heijmans, wil hiervoor industriële robots gebruiken. Er hoeft geen mens meer aan te pas te komen.
Elsevier nummer 35, 29 augustus 20150829