Er is groeiende kritiek dat de pijpleiding van de farmaceutische industrie zou opdrogen. Dat klopt gelukkig niet.
De farmaceutische industrie is om tal van redenen omstreden. Vanwege de hoge prijzen, omdat ze te weinig voor de ontwikkelingslanden zou doen, omdat ze rijk wordt over de rug van zieke mensen, omdat ze ziekten zou verzinnen, omdat ze meer mensen ziek maakt dan geneest, omdat ze artsen omkoopt om medicijnen voor te schrijven, enzovoort.
Veel van die verwijten zijn achterhaald of ronduit absurd, een enkel verwijt snijdt hout. Maar het belangrijkste verwijt dat de farmaceutische industrie te maken zou zijn, is dat er te weinig medicijnen op de markt komen. Terwijl dat juist de raison d’être van deze bedrijfstak is; het is haar belangrijkste maatschappelijke taak.
Plus haar belangrijkste schild tegen zowel alle terechte als onheuse kritiek: okay, we hebben ons in het verleden niet altijd even keurig opgesteld; okay, de prijzen zijn inderdaad erg hoog, maar ja, we komen wel elk jaar weer met nieuwe en steeds betere middelen tegen de vele ziekten die de mensheid teisteren.
Des te ernstiger was dus het verwijt dat de afgelopen jaren her en der opdook, dat de stroom aan nieuwe middelen zou opdrogen. Het laaghangende fruit leek geplukt en de farmaceutische industrie zou haar toverstafje zijn verloren.
Vervuilen
Wie de grafiek bekijkt, begrijpt hoe dit verwijt tot stand kan komen (en ziet hoe moeilijk het kan zijn om een grafiek te interpreteren). Het Tufts Center for the Study of Drug Development van de Amerikaanse Tufts University analyseerde de hoeveelheid medicijnen met een nieuw actief bestanddeel die sinds 1960 jaarlijks door de Amerikaanse overheid (de FDA) worden goedgekeurd.
Het is een grillige grafiek, waarin een opmerkelijke piek zit halverwege de jaren negentig van de afgelopen eeuw. Toen zat er een jaar bij waarin opeens bijna zestig nieuwe medicijnen op de markt kwamen.
Statistici noemen dat een outlier, een waarneming die een reeks observaties kan vervuilen. Het is mogelijk om op basis van die uitschieter een grafiekje op te stellen, dat over de periode 1995-2002 een dramatisch beeld oproept van het gebrek aan innovatieve spankracht van de farmaceutische industrie. In die periode nam het aantal nieuwe medicijnen met meer dan de helft af!
Op stoom
Wie evenwel de langere periode in ogenschouw neemt, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de farmaceutische industrie wel degelijk nog een maatschappelijk bestaansrecht heeft. In de periode tussen 1963 en 1974 kwamen er gemiddeld 15 nieuwe medicijnen per jaar bij, in de tien jaar daarna 23 per jaar en tegenwoordig gemiddeld 31 per jaar.
De machinerie werkt dus niet alleen nog naar behoren, maar lijkt elk decennium beter op stoom te komen. Gelukkig maar. Er zijn nog heel veel ziekten waartegen nauwelijks kruiden of medicijnen gewassen zijn. Nog zo veel patiënten die met smart wachten op wat er uit de farmaceutische laboratoria komt.
Elsevier nummer 38, 19 september 2015