Simon Rozendaal mag – omdat Nederland even de scepter zwaait in Europa – de Commissaris van Milieu, een erg aardige meneer uit Malta, interviewen.
Veiligheid boven alles in Brussel. Helemaal na de aanslagen in Parijs en dus duurt de controle bij het Berlaymontgebouw in de Wetstraat een kwartier.
Paspoort laten zien bij brigadier A, badge om de hals is niet genoeg, nee, ook een sticker op de jas, koffertje laten zien bij brigadier B, koffertje door de röntgen bij brigadier C, verslaggever door het tourniquet en dan is het zo ver.
Boven in het gebouw is een vergaderkamer waar een dozijn Nederlandse journalisten mag plaatsnemen. Trompetten blazen, trommels roffelen en dan is het zo ver: Karmenu Vella, de Maltese Commissaris voor Milieu, komt binnen en geeft een speech voor de journalisten, speciaal uitgenodigd omdat Nederland nu even de scepter zwaait in de Europese Unie.
Speech
Vriendelijke man. Hij schudt eenieder de hand en kijkt hem of haar diep in de ogen, zoals het een politicus betaamt. En dan komt de speech. Hij komt graag in Nederland. Pas was hij nog in Leeuwarden. Mooie stad, zeg! Hij vertelt dat milieu en economie hand in hand gaan. En dat er zoveel oceaan is. Wist u wel dat 70 procent van het aardoppervlak uit water bestaat?
Het woord duurzaam valt om de twee zinnen. Ook houdt de Commissaris zeer van blauwe groei. En van groene groei. Hij is ook heel erg voor recyclen – pardon, voor de circulaire economie.
Vijftig minuten gaat het zo door. Veel praten, niks zeggen. Na afloop is er ruimte voor enkele vragen die de Maltezer Commissaris al even welsprekend beantwoordt. Na afloop verspreidt zijn secretaris de tevoren uitgetikte speech en deelt mee dat het embargo op de speech met een paar dagen is verlengd, zodat het Nederlandse publiek de primeur krijgt.
Namens gans Nederland: dank EU-Commissaris, dank!
Elsevier nummer 9, 5 maart 2016