Het gaat niet goed met studenten: bijna allemaal ervaren ze stress, 62 procent zelfs (heel) veel. Deze week verscheen een rapport met tips, schrijft Ruud Deijkers. Hoe zinvol zijn die?
Het Trimbos Instituut presenteerde deze week een rapport dat niet alleen prestatiedruk en risicofactoren signaleert, maar voor de verandering ook oplossingen voor de psychische klachten aandraagt.
Wie denkt dat alle ellende tijdens de vervelende coronapandemie is ontstaan, heeft het mis: al in 2018 signaleerden instituten als het RIVM en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving toenemende mentale druk op jongeren, onder wie studenten. De maatschappij zou te veel van ze eisen. Gevolgen: burn-outs en depressies. De pandemie verergerde bestaande klachten.
Het doet het misschien goed aan (digitale) borreltafels om te roepen dat die verwende jongelui zich niet moeten aanstellen, omdat er vroeger ook hard – harder zelfs! – moest worden gewerkt en gestudeerd. Dat de jeugd vroeger niets te kiezen had: er moest brood op de plank komen. Met dat soort driftige uitspraken wakker je de stress onder de jongeren eerder aan dan dat je het wegneemt.
Grenzeloze wereld
Het probleem is ook niet zozeer de werkdruk. De onderzoekers schetsen een maatschappelijke context waarin de prestatiedruk toenam onder studenten geboren tussen 1995 en 2005. De Generatie Z-student groeide op in een grenzeloze wereld ‘met het idee dat je kunt worden en doen wat je maar wilt’. Niet een gebrek, maar juist een overvloed aan keuzemogelijkheden draagt bij aan stress.
Door individualisering is het pad van de jongvolwassenen anno 2023 minder geplaveid dan voorheen: ze moeten zelf uitvogelen wie ze zijn. De overvloed aan informatie (schone schijn) op sociale media vermeerdert de keuzemogelijkheden. Wie niet ‘optimaal gelukkig’ is, heeft gefaald. En dan hebben we het nog niet eens over de grote zorgen over klimaatverandering en studieschulden.
Oplossingen
De onderzoekers zetten op een rij wat studenten, onderwijsinstellingen en de maatschappij kunnen doen om prestatiedruk en stress te verminderen, of beter ermee om te gaan.
Zo kunnen studenten zichzelf en anderen helpen door te praten over de problemen. Daar zijn ook speciale studentenorganisaties voor. Andere tip: zorg voor een gezonde levensstijl, met voldoende slaap, gezond eten en sporten. Ten slotte: verbeter vaardigheden die stress verminderen, zoals beter plannen, verstandig omgaan met sociale media en richting geven aan je eigen loopbaan.
Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten kunnen vooral studenten hierin ondersteunen, stellen de onderzoekers voor. Onduidelijke informatievoorziening over bijvoorbeeld roosters en leerdoelen blijkt een grote bron van stress. Dat ook maar eens op orde brengen dus.
Grote maatschappelijke ontwikkeling
De grootste winst van het Trimbos-rapport is dat het praten over stress bij studenten normaliseert: dat haalt al heel wat druk van de ketel. Wel zijn de praktische oplossingen goed bedoeld, maar vaak weinig vernieuwend. Dat het beter is om gezond te eten en op tijd naar bed te gaan, dat weten studenten wel. Helaas: ze kunnen het aanbod van bier, pillen of erger slecht weerstaan.
Wat kan de maatschappij doen? Naast sociale steun, campagnes voor gezond eten optuigen en influencers inzetten, noemen de onderzoekers vaak voorgestelde beleidsmaatregelen zoals: een hogere basisbeurs, lagere studielast, minder focus op ‘gewichtige selectiemomenten’ (zoals het bindend studieadvies) en onderwijsinstellingen er niet financieel op afrekenen als een student zonder diploma afhaakt.
Dat zijn dubieuze lapmiddelen. Lagere studienormen, meer vrijblijvendheid en meer geld zullen de motivatie van studenten niet bevorderen. Integendeel. Neemt een hogere studiebeurs de financiële nood van studenten weg, of vergroot het juist hun uitgavenpatroon? Een selectiemoment als het bindend studieadvies is er niet om studenten te pesten, maar om te voorkomen dat ze doorgaan met een studie die niet bij ze past. Het verlagen van de studielast verlaagt drempels om te studeren. Gevolg: meer studenten die niet op hun plek zitten, en kwaliteitsverlies.
Ommezwaai: niet iedereen hoeft aan de top te komen
Om het tij te keren, is een maatschappelijke ommezwaai nodig. Gelukkig doen de onderzoekers een suggestie, al staat die wat verdekt opgesteld tussen andere punten: ‘Maak het onderscheid tussen hoger onderwijs en andere onderwijstypen minder hiërarchisch en benadruk het belang van andere onderwijstypen, om studenten te stimuleren hun persoonlijke behoeften en leerroute te volgen.’
Anders gezegd: weg met dat belachelijke idee dat iedereen aan de top moet komen.