Uitgaven van ouders aan bijlessen namen in 2000-2020 toe van 45 miljoen naar 328 miljoen euro. Er is weinig zicht op de kwaliteit van bijlesbureaus en leerlingen van wie de ouders geen bijles kunnen betalen, raken achterop. Dat hoort niet te kunnen met publiek onderwijs, schrijft Ruud Deijkers.
Een kwart van de leerlingen volgt extra onderwijs na schooltijd. Die ‘bijleskinderen’ krijgen huiswerkbegeleiding, bijles of een training voor examens of Citotoets. Uitgaven van ouders aan bijlessen namen in 2000-2020 toe van 45 miljoen naar 328 miljoen euro, schat het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Op veel scholen wordt reclame gemaakt voor bijlesbureaus. Die bedrijfjes staan zelfs met kraampjes op open dagen van scholen: een ongezonde verstrengeling van scholen met private onderwijspartijen. Er is weinig zicht op de kwaliteit van die bureaus en leerlingen van wie de ouders geen bijles kunnen betalen, raken achterop. Dat hoort niet te kunnen met publiek onderwijs.
Minister roept scholen op om geen reclame meer te maken
Verstandig dus dat onderwijsminister Dennis Wiersma (VVD) gehoor geeft aan het verzoek van de Tweede Kamer om betaalde bijlessen via school tegen te gaan. Na de zomer roept hij scholen op om geen reclame meer te maken, en alleen nog aanvullend onderwijs aan te bieden dat op de school en van de school is.
Van een algeheel verbod op bijlesbureaus is gelukkig geen sprake. Ouders moeten zelf weten of zij, buiten school om, hun geld daaraan uitgeven. Toch zou het beter zijn als zij dat niet meer hoeven te doen. Bijlessen zijn immers het gevolg van grote problemen: een tekort aan goede leerkrachten om alle leerlingen voldoende onderwijs te bieden én de doorgeslagen tendens dat kinderen het hoogste niveau moeten halen, omdat ouders meer uit hun kinderen willen halen dan erin zit.