Waarom zijn verlegen mensen vaak het probleem?

Illustratie: René van Asselt

Door een sociale fobie kan het licht van verstandige mensen onder de korenmaat blijven.

Politici kunnen als rolmodel fungeren door te laten zien dat zij het ambacht van volksvertegenwoordiger of bestuurder ook met een fysieke handicap goed kunnen uitoefenen. De VVD’ers Daan de Kort en Tjarda Struik zijn bijvoorbeeld nagenoeg blind, maar manifesteren zich nadrukkelijk als Kamerlid respectievelijk burgemeester.

Minder zichtbaar zijn doorgaans psychische aandoeningen die een bloei als politicus in de weg kunnen staan. Zoals verlegenheid. Verlegen mensen hebben de pech dat zij zichzelf voortdurend beoordeeld voelen door anderen. Zij zien zichzelf als het ware als toneelspelers die moeten optreden voor een zaal vol negatief ingestelde critici, en hebben permanent last van plankenkoorts.

Ze zijn bang te worden afgewezen of uitgelachen en hebben de neiging uit angst hun mond maar helemaal te houden. Spreken in het openbaar, vragen stellen tijdens een vergadering en andere activiteiten die voor een politicus van groot belang zijn, komen voor de bedeesde mens al snel neer op een beproeving.

Verlegenheid kan iets aandoenlijks hebben. In de – heel vermakelijke – serie Máxima is de aanbidder van de hoofdpersoon niet alleen een stuk aantrekkelijker, maar ook sociaal vaardiger dan de echte Willem-Alexander. De Koning beweegt zich van nature allesbehalve gemakkelijk in gezelschappen. Maar wie hem als een schuchtere schooljongen zag schutteren in het imponerende bijzijn van schaatster Jutta Leerdam, kreeg onwillekeurig sympathie voor hem.

Fortuyn was verlegen jongetje

Bij het zien van de Koning schieten bij de liefhebber van poëzie al snel de dichtregels van Bernlef te binnen: ‘Verlegen maakt iemand/ op zijn mooist, siert hem/ van binnen.’ Maar verder zijn gebloos, gestotter, getril van handen en andere manifestaties van de sociale fobie vooral lastig.

Verlegen mensen met politieke ambities kunnen troost putten uit de wetenschap dat hun tekortkoming kan worden overwonnen of in elk geval gemaskeerd. Kijk naar Pim Fortuyn. Leonard Ornstein doet eindeloos lang over zijn biografie van de politicus, maar in een soort voorpublicatie typeerde de journalist de jonge Pim als een verlegen jongetje.

De eveneens welsprekende en vlot overkomende Alexander Pechtold nam toneellessen om zijn verlegenheid te overwinnen en Hans Wiegel noemde zich in interviews een erg verlegen man.

Toen EW de VVD-coryfee eens benaderde met het verzoek uit te leggen hoe hij deze karaktertrek aan het zicht van de natie had weten te onttrekken, antwoordde hij dat hij te verlegen was om daarover te spreken. Altijd in voor een geintje, die Wiegel.

Zelfs het Witte Huis kan worden bereikt met een angststoornis. Richard Nixon was een intens verlegen man. Hij huiverde voor optredens in het openbaar en bereidde die minutieus voor, in de hoop goed voor de dag te komen.

Ongeloofwaardig

Zijn sociale onhandigheid droeg ertoe bij dat hij het aanvankelijk moest afleggen tegen de praatjesmaker John F. Kennedy. De Amerikaanse kiezers zagen uiteindelijk toch zijn bijzondere capaciteiten en wijsheid in en kozen hem twee keer met een grote meerderheid tot president. In die hoedanigheid deed hij het uitstekend, hoewel dit door een akkefietje in zijn tweede termijn nog weleens dreigt te worden vergeten.

En in 2011 meende de toenmalige premier van Australië, Julia Gillard, te moeten onthullen dat ze in wezen ‘a shy girl’ was. Met deze bekentenis dacht ze vermoedelijk sympathie te wekken. Helemaal goed pakte dit niet uit. Cynische journalisten noemden haar ongeloofwaardig en brachten haar opmerking in verband met haar sekse.

Hoe het ook zij, verlegenheid is een maatschappelijk en politiek probleem. Door deze aandoening komen soms heel verstandige figuren niet goed uit de verf en blijft hun licht onder de korenmaat. In plaats van met luide stem op de barricaden plaats te nemen, kunnen zij zich uiteraard wel in de beslotenheid van hun studeerkamer met de pen roeren.

Afgezet been

Bij sommige schrijvers is de verlegenheid haast tastbaar. Vroeger bij de timide Remco Campert bijvoorbeeld, die zelf sprak over zijn ‘roodblozende’ verlegenheid.

Bij een andere winnaar van de P.C. Hooftprijs viel het allemaal minder op. W.F. Hermans maakte een botte, zelfverzekerde indruk. Maar dit was grotendeels een maskerade, zo schreef hij: ‘Mijn verlegenheid is onherstelbaar als een afgezet been.’

Schrijf u in voor onze ochtendnieuwsbrief

Abonneer u op de gratis nieuwsbrief EW Ochtend en start de dag scherp met de belangrijkste artikelen over politiek, economie en buitenland.