Prachtige Spelen tonen het belang van wilskracht

Een geëmotioneerde Sharon van Rouwendaal pakt goud op de 10 kilometer openwaterzwemmen. Beeld: Robin Utrecht/HH/ANP

In Parijs leverde TeamNL weer geweldige prestaties. Deze bevorderden een aangenaam nationalisme. En werkten inspirerend doordat ze laten zien wat Nederlandse passie vermag, schrijft Gerry van der List.

Het begin beloofde weinig goeds. Nog voor de Olympische Spelen in Parijs officieel waren geopend, ontaardde de voetbalwedstrijd van Marokko tegen Argentinië in een chaos nadat Marokkaanse supporters het veld meenden te moeten bestormen. Chaos was er eveneens op het Franse spoor ten gevolge van een grootschalige sabotage. Op de dag van de opening goot het, en de kortstondige verschijning van een paar dragqueens bij de langdurige – en indrukwekkende – openingsceremonie wekte woede bij Ongehoord Nederland-lieden die het einde van de westerse beschaving zagen naderen. Vervolgens was er in Nederland een paar dagen treurnis vanwege het uitblijven van de verwachte regen aan medailles.

Maar het kwam – bijna – allemaal op zijn pootjes terecht. De Fransen verdienen waardering voor de – bijna – voorbeeldige wijze waarop ze het grootste sportfestijn ter wereld hebben georganiseerd. En misschien niet doordat, maar in elk geval wel nadat het Nederlands koninklijk paar Parijs had verlaten om weer van een lange vakantie te genieten, leverde TeamNL de ene na de andere geweldige prestatie.

Soms vreselijke pech

Voor Nederlandse kijkers was het prettig dat Frankrijk zich in dezelfde tijdzone bevindt als het eigen land, zodat ze alles mooi op christelijke tijden konden volgen. Af en toe was het schouwspel wel deprimerend. Bijvoorbeeld als ’s ochtends weer eens razendsnel een landgenoot op de judomat werd gevloerd, met een trieste Nexit als gevolg. Drama’s horen sowieso bij sport, maar die zijn nog aangrijpender bij een groots evenement dat slechts één keer in de vier jaar atleten de mogelijkheid biedt hun kunnen te tonen.

Het moet vreselijk zijn om jarenlang alles opzij te zetten voor een olympische droom, en dan op het moment suprême de juiste vorm te missen of domme pech te hebben. Zoals de arme Puck Pieterse. De mountainbikester reed voor het eerst in haar loopbaan lek en eindigde daardoor slechts op de vierde plaats, de treurigste plek die er bij de Spelen bestaat. Dan biedt zelfs een innige omhelzing van koningin Máxima geen troost.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Veel behaalde medailles

De Nederlandse kijker zal ook in relatief hoge mate van de Spelen hebben genoten door alle behaalde plakken. Hun aantal vormde een groot contrast met de schamele hoeveelheid eremetaal die landen met een veel omvangrijker bevolking als India, Indonesië en Brazilië in de wacht sleepten.

Niet dat een hoge plek in de medaillespiegel internationaal per se een enorm aanzien geeft. Je maakt geen indruk in een buitenlandse kroeg als je de namen van succesvolle Nederlandse roeiers of zeilers opsomt. In die zin heb je meer aan de status van een niet-olympiër als Max Verstappen, omdat de autocoureur furore maakt in een sport die het hele jaar door wereldwijd bekijks trekt.

Presteren is niet ‘on-Nederlands’

De prestaties van TeamNL zouden wel kunnen – en moeten – bijdragen aan de bestrijding van een hardnekkig misverstand. Manchester United-coach Erik ten Hag prees, om onduidelijke redenen, de rol van Xavi Simons in het Nederlands voetbalelftal tijdens het afgelopen EK en sprak over een passie die ‘bijna on-Nederlands’ zou zijn: ‘Daarin zie je volgens mij terug dat hij in het buitenland is opgeleid.’

Dergelijke veelgehoorde laatdunkende opmerkingen over een vermeende slappe vaderlandse aard zijn onheus en irritant. Op de Olympische Spelen zag je dagelijks Nederlandse sporters, van basketballers tot hockeyers, van baanwielrenners tot hardlopers, met een enorme passie en drive in actie. Zonder dat ze, anders dan Simons, de indruk wekten elk moment in huilen te kunnen uitbarsten. Presteren op hoog niveau is helemaal niet ‘on-Nederlands’. Integendeel.

Verbindend nationalisme

Het mooie van de olympische prestaties is dat ze een aangenaam, onschuldig, verbindend nationalisme bevorderen en dat ze kunnen inspireren. Dick Schoof praat, inmiddels al bijna tot vervelens toe, graag over zijn liefde voor het marathonlopen en spreekt met grote bewondering over hardloopster Sifan Hassan. Wel ironisch dat een door de PVV naar voren geschoven premier nu juist een slecht Nederlands sprekende vluchteling uit Afrika als voorbeeld kiest, maar goed.

Van sporters valt inderdaad veel te leren over deugden als wilskracht, discipline en toewijding. Prachtig voorbeeld is de wederopstanding van Marloes Oldenburg. De roeister brak in oktober 2022 op vier plekken haar nek. Ze kon een tijdlang niet lopen en het revalidatieproces was een langdurig, pijnlijk en met wanhoop gepaard gaand proces. Maar in Parijs won ze met roeien goud. Sporters als Oldenburg laten zien wat Nederlandse passie vermag.