De Amerikaanse opsporingsdienst FBI heeft een paar dagen voor de aanslagen in Brussel informatie verstrekt aan de Nederlandse politie over de gebroeders El Bakraoui. Het ging om informatie over de criminele en radicale achtergrond van de twee terroristen.
Die informatie werd op 16 maart verstrekt, en een dag later was er direct contact over tussen Nederland en de Belgische politiediensten, schrijft minister van Justitie Ard van der Steur (VVD) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Crimineel verleden
De aanslagen volgden vorige week dinsdag. De broers Ibrahim en Khalid El Bakraoui bliezen zichzelf op op respectievelijk het vliegveld Zaventem en bij het metrostation in Maalbeek. De Amerikanen gaven Nederland informatie over de criminele achtergrond van Ibrahim en de terreurneigingen van Khalid.
Vorige week werd bekend dat Ibrahim El Bakraoui op eigen verzoek van Turkije naar Nederland werd uitgezet, nadat hij werd opgepakt bij de Turkse grensplaats Gaziantep. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan zei de Belgische autoriteiten te hebben gewaarschuwd, maar dat zij hem hebben laten glippen.
Lees ook Belgische jihadist: ‘Brussel was slechts een voorproefje’
Geen verdenkingen
Bakraoui zelf had de Belgische nationaliteit, niet de Nederlandse. Turkije bracht Nederland op de hoogte van de uitzetting naar ons land, maar volgens Van der Steur waren er toen geen aanwijzingen of verdenkingen tegen hem. Ook werd de melding van Turkije niet op tijd opgemerkt.
Turkije zou zich volgens Van der Steur niet aan het gebruikelijke protocol hebben gehouden bij het verstrekken van de informatie: de Turken lieten na om een telefoontje te plegen, nadat ze een schriftelijke melding maakten. Van der Steur schrijft dinsdag dat hij vanaf nu standaard rechtstreeks contact wil met Turkije over elke uitzetting naar Nederland.