Hoewel de opkomst tegenviel, hebben Nederlandse kiezers het EU-associatieakkoord met Oekraïne op duidelijke wijze afgekeurd. Volgens verschillende prognoses bracht iets meer dan 30 procent van de stemgerechtigden woensdag hun stem uit, waarvan een grote meerderheid tegen.
Zowel de exitpoll van Ipsos als de officiële prognose van het ANP schat de opkomst op 32 procent, maar er is wel nog sprake van een foutmarge. Rond de 64 procent stemde tegen het associatieakkoord met Oekraïne, 36 procent is voor. Pas als alle stemmen zijn geteld, is met volledige zekerheid te zeggen of de uitslag geldig is.
Lees ook Overtuigend ‘Nee’: ‘Dit kan kabinet niet negeren’
Wel duidelijk is dat de opkomst veel lager was dan bij het referendum over een Europese grondwet in 2005: toen kwam 63,3 procent van de kiesgerechtigden opdagen. Door de dag heen werd – vooral in de grote steden – al duidelijk dat de opkomst laag zou uitvallen. In Rotterdam kwam uiteindelijk slechts 24,5 procent van de kiesgerechtigden opdagen. In Amsterdam was de opkomst 26,5 procent.
Primeur
Het is voor het eerst dat er een raadgevend referendum in Nederland werd georganiseerd. ‘Raadgevend’ houdt in dat de Nederlandse regering de uitslag naast zich neer kan leggen en het associatieakkoord gewoon kan goedkeuren.
Afshin Ellian: Referendum toont vooral de zwakte van EU-adepten
Politici zaten duidelijk met het referendum – tot stand gekomen door onder meer website GeenStijl – in de maag. Sommige partijen die voor het verdrag zijn, zoals de VVD, voerden amper campagne in de hoop de opkomst laag te houden.
Nu de overwinning voor het ‘nee-kamp’ zo groot is, willen politieke kopstukken dat het verdrag opnieuw wordt bekeken. Premier Mark Rutte (VVD) gaf toe dat ‘het verdrag nu niet zonder meer kan worden geratificeerd’. Het is de vraag wat Nederland precies kan klaarspelen in Brussel, want het verdrag is al goedgekeurd door de 28 EU-lidstaten en is zelfs al deels in werking gegaan.