Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft veel fouten gemaakt bij de afhandeling van de beruchte Teevendeal. Toch is er geen bewijs dat werd getracht de kwestie in de doofpot te stoppen. Daarvoor zou de chaos op het ministerie te groot zijn.
Dat concludeert de commissie-Oosting, die voor de tweede keer onderzoek deed naar de deal. Er is pas sprake van een doofpot als op hoog niveau wordt besloten om een onderwerp te verzwijgen, maar daar was geen sprake van, zeggen de onderzoekers.
Grote chaos
Belangrijkste reden daarvoor is dat er volgens de commissie chaos heerste binnen de top van het ministerie. Toenmalig minister Ivo Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven hadden een ‘evident gebrek aan regie’ en communiceerden slecht met verantwoordelijke ambtenaren. Veel informatie werd slechts gedeeltelijk binnen het ministerie gedeeld, het gevolg van een ‘cultuur van ieder voor zich, binnen de grenzen van de eigen taak’. Dit was ook funest voor de communicatie met de Tweede Kamer.
Teevendeal krijgt (weer) een staartje: een reconstructie
Door die bestuurlijke chaos konden de bewindslieden niet eens iets effectief toedekken, zelfs als ze dat hadden gewild, aldus de onderzoekers. De saillante vraag die de commissie stelt is of ‘die situatie per saldo niet ernstiger is’.
Toch wel vindbaar
Bij de afhandeling van de Teevendeal hield minister Opstelten lange tijd vol dat het bonnetje onvindbaar was, maar later kwam de transactie door toedoen van actualiteitenprogramma Nieuwsuur toch naar boven. Dit leidde tot de val van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven.
Reacties vanuit de Tweede Kamer Alexander Pechtold (D66): ‘De situatie is zo beroerd dat je denkt aan matchfixing, maar het blijkt gewoon om FC Knudde te gaan’
Liesbeth van Tongeren (GroenLinks): ‘Het lijkt wel een absurdistische film’
Foort van Oosten (VVD): ‘De conclusies zijn helder, de zoektocht naar het bonnetje was een aaneenschakeling van geklungel.’
In januari zette minister Ard van der Steur (VVD) Oosting opnieuw aan het werk, nadat e-mails opdoken waarin minister Opstelten in 2014 ICT’ers zou hebben opgeroepen niet verder te zoeken naar het bonnetje van de schikking met drugscrimineel Cees Helman. Destijds zouden de ambtenaren het bonnetje al bijna gevonden hebben. De commissie concludeert nu dus dat er geen orders van bovenaf zijn gegeven om de zoektocht te staken.
De commissie uit ook nog kritiek op Van der Steur. De minister zei eerder dat het bonnetje veel sneller gevonden had kunnen worden als er betere ICT’ers zouden zijn ingehuurd. Volgens Oosting is dat onzin, en ‘doen ze geen recht aan de inspanningen van de medewerkers’.