De anti-Israël-actievoerders die supermarkten afspeuren naar producten van de Westelijke Jordaanoever met het label ‘uit Israël’, mogen gewoon doorgaan met hun actie. De enige voorwaarde is dat ze geen schade toebrengen of intimiderend gedrag vertonen.
Verder geldt de vrijheid van meningsuiting, zegt minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA) donderdag in de Tweede Kamer.
Donderdag debatteerde de Tweede Kamer over nieuwe EU-wetgeving, die voorschrijft dat producten uit bezette gebieden niet meer het label ‘made in Israël’ mogen krijgen. Het idee is om expliciet op de producten te zetten dat ze zijn vervaardigd in ‘bezet gebied’, al is het aan de Tweede Kamer om precieze invulling te geven aan de nieuwe regels. De Israëlische regering reageerde woest op de wet.
Het bericht dat dat leden van de Diensten Onderzoek Centrum Palestina (DocP) supermarkten bezoeken om producten op te sporen, en op te roepen tot een boycot van de volgens hen ‘besmette producten’ kwam tijdens het debat ook ter sprake.
Illegaal?
In andere landen werden dergelijke boycotinitiatieven illegaal verklaard. SGP-leider Kees van der Staaij vroeg zich af of de actie niet ook hier te bestrijden valt, maar volgens Koenders kan dat dus niet. Hij benadrukte dat hoewel de regering wel tegen een boycot is, de actievoerders mogen vinden wat ze vinden.
Lees ook Pro-Palestijnse ‘inspecteurs’ willen af van Israëlische producten in supermarkt
De leden van DocP onderzochten woensdag en donderdag in onder meer Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Leiden en Den Haag in groepjes van zes tot acht ‘inspecteurs’ systematisch de schappen op de aanwezigheid van producten uit de bezette gebieden.
Daarna gaven ze bedrijfsleiders van de supermarkten lijsten met daarop ‘besmette producten’, van sinaasappels tot vegetarische vleesvervangers. Ook werden flyers uitgedeeld aan het winkelend publiek waarin werd geadviseerd geen Israëlische producten meer aan te schaffen. DocP wil dat de verkoop hiervan stopt.
Discriminerend
De groepering staat in Nederland geregistreerd als een goed doel en profiteert daardoor van belastingvoordelen bij schenkingen. De boycotbeweging is niet alleen actief in Nederland, maar ook in veel andere landen.
In Spanje kregen ze het zelfs voor elkaar dat de stad Gijon weigerde bedrijven in de Westelijke Jordaanoever te betalen voor hun geleverde diensten. De Spaanse rechter bepaalde dinsdag echter dat dit ongrondwettelijk en discriminerend is. Ook in Frankrijk is de boycotbeweging illegaal verklaard.