Bewindspersonen klagen zaterdag opnieuw dat de werkdruk te hoog is. Het zou goed zijn als een volgend kabinet uit meer bewindspersonen ontstaat, zeggen zijn. Vooral de ministeries van Volksgezondheid, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie zouden een extra bewindslied nodig hebben.
Hoewel Mark Rutte een groot voorstander is van een kleine club bewindspersonen, zijn het er nu te weinig, zeggen ministers uit zijn kabinet en dan vooral van zijn eigen partij zaterdag in NRC Handelsblad.
Onvermijdelijke stijging in volgend kabinet
‘Je kunt wel voor minder bewindslieden zijn, maar heb je dan ooit bekeken hoe ongelooflijk druk de staatssecretaris en ik het hebben?’, zegt minister Edith Schippers (VVD) van Volksgezondheid. De minister leefde de afgelopen maanden naar eigen zeggen in een ‘parallel universum’. Door de hoge werkdruk zou ze bij lange na niet aan al haar plichtplegingen zijn toegekomen.
Elsevier berichtte eerder al over de problematische werkdruk van ministers en staatssecretarissen. Nu al is te voorspellen dat bij de komende kabinetsformatie het aantal bewindslieden zal uitdijen. De toekomstige coalitie moet uit minstens vier partijen bestaan om in de Eerste Kamer op een meerderheid te kunnen rekenen. Als het een beetje tegenzit, zijn vijf partijen nodig voor een meerderheid in de Tweede Kamer.
En elke partij wil minstens twee ministers en één staatssecretaris. Anders tel je niet mee en al helemaal niet als je enige minister ziek is of in het buitenland is.
Als de juniorpartners met drie bewindslieden komen aanzetten, willen de grote coalitie-fracties sowieso het dubbele aantal. Zo stijgt onvermijdelijk het aantal bewindslieden, schreef parlementair verslaggever Eric Vrijsen vorige maand.
Kleinste bewindsploeg in decennia
Vrijdag vergaderde het tweede kabinet-Rutte voor de laatste keer dit parlementaire seizoen. Het zomerreces is nu van start gegaan. Het was het laatste volledige jaar dat Rutte aan de macht staat.
Samen met Rutte I vormde dit de kleinste bewindsploeg van de afgelopen decennia: dertien ministers en zeven staatssecretarissen. In het kabinet Balkenende IV waren er bijvoorbeeld nog 28 bewindslieden.