‘Soros wilde overleg met Rutte over Oekraïne-referendum’

George Soros Foto: AFP

De miljardair George Soros wilde overleggen met premier Mark Rutte over de ‘ja’-campagne in de aanloop naar het Oekraïne-referendum dat in april werd gehouden. Uit het Soros-lek bleek in augustus dat de zakenman enorme bedragen heeft betaald aan politieke campagnes in Nederland.

CDA-Kamerleden Pieter Omtzigt en Mustafa Amhaouch stelden naar aanleiding van het Soros-lek Kamervragen aan minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA), Bert Koenders, minister van Buitenlandse Zaken (PvdA) en Rutte (VVD). Het was namelijk al bekend dat Soros met zijn geld de publieke opinie hoopt te beïnvloeden, maar het bedrag bleek veel groter: hij stelde 700.000 euro beschikbaar om meer kiezers voor het tekenen van associatieverdrag te laten stemmen.

Transparant?

Volgens de Wet financiering politieke partijen moeten politieke partijen jaarlijks een overzicht geven aan het ministerie van Buitenlandse Zaken van de giften en ter waarde van 4.500 euro of meer. Over de organisaties of personen die grote bedragen hebben gedoneerd voor de referendumcampagne, heeft Plasterk geen specifieke informatie.

‘Een partij heeft honderdduizenden euro’s besteed aan de campagne en is daar maar gedeeltelijk open over geweest,’ zei Pieter Omtzigt (CDA) in augustus. ‘Verder zijn de internationale regels over buitenlandse donoren in nationale campagnes duidelijk: laat het niet toe of reguleer het strikt. Dat lijkt hier niet gebeurd te zijn.’

Woede over Soros-lek

Het Soros-lek zorgde voor boze reacties, vooral van voorstanders van referenda en tegenstanders van het associatieverdrag met Oekraïne. Uit de antwoorden van Plasterk blijkt dat Soros probeerde een meeting te regelen met Rutte, die campagne voerde voor het verdrag, maar wiens partij tegen referenda is. De twee hebben elkaar uiteindelijk nooit gesproken volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook hebben andere ministers geen contact gehad met Open Society, de organisatie van Soros.

De Tweede Kamer heeft Rutte overigens een deadline opgelegd: voor 1 november zou hij met een antwoord op het referendum moeten komen. De premier wil zelf meer tijd om te onderhandelen in Brussel.