Ruim twee jaar na een demonstratie van ongeveer 4.000 Turkse Nederlanders bij het monument ter nagedachtenis van de Armeense genocide in Almelo besluit het Openbaar Ministerie alsnog om een verdachte te horen. Het gaat om een 51-jarige man uit Den Haag die verdacht wordt van ‘het aanzetten tot geweld tegen Armeniërs wegens hun ras en/of godsdienst’.
Op 24 april 2014 werd op de grond van de Armeens Apostolische Kerk in Almelo, het grootste Armeense genocidemonument van Europa onthuld. Het was op die dag precies 99 jaar geleden dat het Ottomaanse regime begon met het verdrijven en afslachten van honderdduizenden Armeniërs in het toenmalige Ottomaanse Rijk.
Ottomaanse oorlogsmars
De man die nu voor verhoor wordt uitgenodigd scandeerde tijdens het protest in het Turks de woorden ‘Karabach zal het graf van de Armeniërs worden’. Hiermee verwees hij naar Nagorno-Karabach, een regio in de Zuidelijke Kaukasus waar veel etnische Armenen vandaan komen. Ook werd tijdens de demonstratie een oorlogsmars van het Ottomaanse leger ingezet.
Eerder op Elsevier.nl Turkse spanningen niet naar Nederland? Hypocriet, vindt DENK
Bij de demonstratie was bovendien een aantal Turkse organisaties betrokken. De Turkse organisatie Diyanet, die rechtstreeks onder het Directoraat van Godsdienstzaken van de Turkse premier valt, had gratis bussen geregeld om de Turken naar Almelo te brengen, bleek uit antwoorden op Kamervragen van het CDA. Ook werd in het vrijdaggebed in de 143 bij Diyanet aangesloten moskeeorganisaties aangedrongen op protest tegen het monument, en riep de Turkse consul hebben opgeroepen mee te doen aan het protest.
Geen erkenning Armeense genocide
De man heeft woensdag een uitnodiging voor het verhoor gekregen. Dat het horen van de man over zijn uitlatingen zo lang heeft geduurd, is volgens het OM te wijten aan de ‘uitvoerige juridische analyse’ van zijn woorden, ‘de vertaling en de context van de gedane uitspraken’. Volgens het OM ligt strafvervolging in de rede.
Hoewel het monument in Almelo het grootste Armeense genocidemonument van Europa is, weigert Nederland vooralsnog om het doden van 1,5 miljoen Armenen tot genocide te bestempelen. De Nederlandse regering zal vooralsnog blijven spreken over ‘de kwestie van de Armeense genocide’, zei vicepremier Lodewijk Asscher eerder.
Bijna dertig landen bestempelen de slachting van de Armenen wel als genocide. De Duitse Bondsdag voegde zich onlangs bij dat rijtje, tot grote woede van de Turkse regering.