De Palestijnse PLO heeft Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) een boze brief gestuurd vanwege een bezoek van SGP-voorman Kees van der Staaij aan Israël. Van der Staaij en Arib zijn niet van plan zich iets aan te trekken van de kritiek.
Van der Staaij is in Israël voor een rondreis met 22 andere christelijke politici, onder wie SGP-europarlementariër Bas Belder. De groep bezocht onder meer de Tempelberg in Jeruzalem, maar woensdag ging Van der Staaij ook naar Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Zo bezocht de groep Hebron en werd gesproken met de burgemeester van Efrat, die tevens voorzitter is van een organisatie voor joodse kolonisten.
Correspondent Jan Franke: vakantie in joodse nederzetting, bijna te mooi om waar te zijn
‘Bezoek aan extremistische elementen’
Het bezoek aan de nederzettingen wordt niet bepaald gewaardeerd door de Palestijnse PLO. ‘In plaats van Israël te steunen steunt dit bezoek de bezetting en de meest extremistische elementen in de Israëlische maatschappij,’ schrijft secretaris-generaal Saeb Erekat in een brief aan Arib (PvdA) en minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA).
‘Deze parlementariërs geven de schijn van legitimiteit aan deze fundamentalistische organisaties.’ In de brief roept Erekat de Nederlandse regering op om afstand te nemen van de reis, vanwege mogelijke ‘reputatierisico’s’.
‘Wij beslissen zelf wel waar we heen gaan’
Van der Staaij laat aan het Reformatorisch Dagblad weten dat ‘we gelukkig zelf over onze bezoeken gaan, en niet de PLO’. ‘De SGP heeft begrip voor de veiligheidspolitiek van Israël. En dat verandert niet door brieven van de PLO.’ Volgens de christelijke partij is Hebron juist een plek ‘die bij uitstek getuigt van de historische aanwezigheid van de Joden in dit gebied.’
Arib heeft al te kennen gegeven niet van plan te zijn om afstand te doen van het werkbezoek. Het is geen officieel bezoek namens de Tweede Kamer, zo stelt ze, en dus mogen Van der Staaij en andere Kamerleden – ook een groep VVD’ers is momenteel in Israël, die overigens niet langs joodse nederzettingen gaan – zelf weten welke plekken worden bezocht. ‘Dat staat hen vrij’.