Sporten op kunstgrasvelden ingestrooid met rubber, levert geen gevaar op voor de gezondheid. Tot die conclusie komt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op basis van laboratorium- en literatuuronderzoek.
De uitkomsten lekten uit via de Telegraaf, en worden tegenover Elsevier bevestigd door het RIVM.
Uit vermalen autobanden
Het gebruikte rubber wordt geproduceerd uit vermalen autobanden, en bevat stoffen die kanker kunnen veroorzaken wanneer mensen hier in voldoende mate aan worden blootgesteld. Het RIVM heeft deze stoffen – zogeheten polycyclische koolwaterstoffen – inderdaad aangetoond. In de gevonden concentraties betekenen ze geen gevaar voor de gezondheid van sporters.
Het instituut onderzocht de rubberkorrels in opdracht van minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD). Directe aanleiding was een uitzending van het tv-programma Zembla. Het programma toonde anekdotisch bewijs – op basis van verhalen – voor een link tussen bepaalde kankervormen en veelvuldig sporten op kunstgras. Ook trok het de kwaliteit van een eerder uitgevoerde studie, die niets alarmerends vond, in twijfel.
Voorzorgsmaatregelen
Na de uitzending namen veel sportverenigingen, vooral voetbalverenigingen maar ook rugbyclubs, voorzorgsmaatregelen. Soms werden kunstgrasvelden niet langer gebruikt of niet door jonge sporters. Verder kregen sporters tips om blootstelling te verminderen, door bijvoorbeeld te spelen met lange mouwen en broekspijpen en achteraf te douchen.
Luister toch niet naar die bangmakerij over ‘kunstgraskanker’, schreef Simon Rozendaal >
In het jaar 2000 werden de eerste met rubberkorrels ingestrooide velden aangelegd in Nederland. Op dit gras kunnen jaarlijks veel meer uren worden gevoetbald dan op natuurgras. Bovendien bleek het veel prettiger hierop te voetballen dan op eerder vormen van kunstgras. De velden namen dan ook een grote vlucht. Inmiddels liggen in Nederland ongeveer 2.000 kunstgrasvelden, voor het merendeel ingestrooid met rubber.