Het is premier Rutte gelukt in Brussel een akkoord te bereiken over een aanvulling op het associatieverdrag met Oekraïne. Met die aanpassing denkt Rutte recht te doen aan de uitslag van het Oekraïne-referendum dat afgelopen april werd gehouden.
Hij wil het verdrag alsnog ratificeren. Na anderhalf uur praten zijn de overige Europese regeringsleiders akkoord gegaan met de Nederlandse wens om ‘extra afspraken’ te maken over het akkoord met Oekraïne.
Toestemming van Tweede en Eerste Kamer
De afspraken die onder meer voorkomen in de verklaring van Nederland zijn dat Oekraïne niet automatisch toegang heeft tot EU-lidmaatschap, dat er niet nog meer geld naar het land gaat, en dat werknemers uit Oekraïne niet snelle toegang tot de Europese arbeidsmarkt krijgen.
Nu moet Rutte nog toestemming te krijgen van de Tweede en Eerste Kamer. Vooral in de Senaat zit het kabinet moeilijk, omdat het daar bij lange na geen meerderheid heeft. Zeker geen gemakkelijke opdracht op voorhand.
Oppositie sceptisch
Toen Rutte woensdag zijn verklaring in de Tweede Kamer presenteerde, reageerde een deel van de oppositie sceptisch. Dat hij het verdrag wel echt wil ratificeren is volgens de premier om een enkele reden: Rusland. ‘De reden is puur geopolitiek,’ aldus Rutte. ‘Europese eensgezindheid ten opzichte van Russische buitenlandpolitiek. Ik vind dat belangrijk.’ Hij zegt zelf dat het ‘electoraal gezien niet de handigste keuze is’, maar vindt dat ‘we niet zo druk moeten zijn met het behouden van onze baan dat we vergeten onze baan te vervullen’.
De verklaring rommelt echter volgens een aantal Kamerleden. Vooral CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt toonde zich sceptisch over de verklaring die de premier wil regelen. Bovendien is de inhoud van de verklaring ‘nogal leeg’, zegt Omtzigt: veel van de punten die erin staan opgenomen zouden namelijk geen betrekking hebben op het associatieverdrag, maar op andere verdragen, organen en instanties.
Ook GroenLinks-Kamerlid Rik Grashoff wees Rutte op een inconsequentie: volgens hem is voor een van de vijf punten – ‘meer aandacht voor corruptiebestrijding’ – namelijk wel degelijk instemming van de Oekraïense regering nodig, in tegenstelling tot wat Rutte beweerde.