Een lid van de omstreden motorclub No Surrender zou een leidinggevende functie hebben gekregen bij de Koerdische peshmerga-troepen, die in Irak vechten tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS). Koerden in Nederland bevestigen zijn aanwezigheid.
Het gaat om een lid van de chapter in Emmen, van clubbaas Henk Kuipers, schrijft De Telegraaf dinsdag.
Motorclub vindt het privékwestie
Een clubgenoot en bodyguard van Kuipers schrijft op Facebook dat de man, ‘Garrip’, is gepromoveerd tot commandant. Daarnaast zijn er ook foto’s van hem te zien met een groot automatisch wapen, te midden van peshmerga-strijders.
Volgens een woordvoerder van de Koerdische Democratische Partij (KDP) in Nederland was het motorclub lid slechts tijdelijk bij de peshmerga: ‘Hij was er maar een week in januari. Puur om te kijken. Vechten deed hij niet’. Volgens de KDP was in het begin ‘iedereen welkom’ om mee te doen aan de strijd tegen IS, maar zijn de troepen nu selectiever geworden bij het toelaten van vrijwilligers, vooral in de frontlinie.
Kuipers, landelijk leider van No Surrender, noemt het al dan niet dienen van Garrip bij de peshmerga een ‘privékwestie’. ‘Mocht een lid in die situatie de club schade berokkenen, bijvoorbeeld door in een hesje van No Surrender aan gevechtshandelingen deel te nemen, dan moet hij de club verlaten,’ zegt Kuipers. Volgens hem houdt zijn club zich afzijdig van politieke en geloofsconflicten.
De peshmerga in Irak worden bovendien door Nederlandse militairen getraind. In 2014 waren er ook leden van No Surrender in Irak bij Koerdische strijders. Justitie brengt de motorclub vaak in verband met (zware) criminaliteit.
Vechten tegen IS mogelijk strafbaar
Het Openbaar Ministerie zegt zelf strijders uit Nederland in de gaten te houden. Nederlanders die op eigen houtje tegen IS vechten kunnen bij terugkomst vervolgd worden. Het vervolgen van een Nederlander die tegen een groep vecht waar ook de Nederlandse staat tegen vecht, heeft iets wrangs. Het OM verklaarde eerder tegenover Elsevier.nl dat burgers die zich in een gewapende strijd mengen en daarmee doden op hun geweten hebben, in Nederland vervolgd kunnen worden voor moord. Ook wanneer de doden in kwestie leden zijn van een ‘erkende’ terreurbeweging.
Bewijs daartoe verzamelen is alleen wel lastig, zoals eerder ook bleek in de zaak Jitse Akse: De ex-militair vocht tien maanden lang tegen IS, aan de zijde van de Koerdische YPG-beweging in Syrië. Hij werd eerder verdacht van betrokkenheid bij het doden van IS-leden, maar die zaak werd uiteindelijk geseponeerd.