Ajax-icoon en voetballer Piet Keizer (73) overleden

11 februari 2017Leestijd: 2 minuten
Piet Keizer (rechts) met Johan Cruijff - bron:ANP

Oud-Ajacied Piet Keizer is op 73-jarige leeftijd overleden. De beroemde linksbuiten van de Amsterdamse voetbalclub leed al een tijd aan een ongeneeslijke ziekte.

Het overlijden van Keizer wordt zaterdag gemeld door de NOS.

Legendarische schijnbewegingen

Keizer maakte deel uit van de succesvolle ploeg van Ajax die begin jaren zeventig drie keer op rij de Europacup 1 won. Hij speelde vanaf 1961 zijn hele loopbaan lang bij de ploeg uit Amsterdam.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hij stond wat aandacht betreft in de schaduw van de vorig jaar overleden Johan Cruijff, maar vormde met de spelbepaler wel een koningskoppel. Keizer was vermaard om zijn schijnbewegingen en scharen.

Zijn leven lang trouw aan Ajax

Hij debuteerde voor de hoofdmacht van Ajax op 5 februari 1961 in een thuiswedstrijd tegen Feyenoord. Zijn laatste duel was op 13 oktober 1974. In totaal droeg hij in 490 wedstrijden het shirt van Ajax, waarin hij 189 doelpunten maakte.

Hij kwam ook 34 keer uit voor Oranje. Met Ajax veroverde hij drie keer de Europacup 1 (1971, 1972 en 1973), de wereldbeker (1972), werd hij zes keer landskampioen en won hij vijf keer de KNVB beker.

Erefunctie bij Ajax

Nadat in 1974 zijn carrière beëindigde, keerde hij het voetbal de rug toe, om in 2001 in verschillende functies bij Ajax terug te keren. Op 22 januari 2010 werd Piet Keizer, samen met Sjaak Swart, benoemd tot erelid van Ajax.

Anderhalf jaar later deed hij daar weer afstand van, omdat hij ontevreden was hoe het er bij de Amsterdamse club aan toeging.