Jesse Feras Klaver, JFK, handelt in hoop en bravoure: zijn GroenLinks is virtueel groter dan de PvdA. Zijn meet-up – een bijeenkomst met veel jonge kiezers – trok donderdagavond veel bekijks. Maar waar staat hij precies voor?
Eric Vrijsen schreef dit portret van Klaver in april vorig jaar.
Jesse Klavers tegenstanders kijken hem nu een jaartje aan en weten dat die ‘snotneus’ van GroenLinks niet zomaar over zijn eigen voeten zal struikelen. Hij is slimmer dan Emile Roemer van de SP, behendiger dan Alexander Pechtold van D66, en qua ‘looks’ de aantrekkelijkste van allemaal. In debatten kan Klaver – sinds 12 mei 2015 fractieleider en beoogd lijsttrekker – enorm vasthoudend zijn; tegelijkertijd vlindert hij over het politieke speelveld.
Om het in sportbeelden te duiden: de wedstrijd blijft lang steken op 0-0 dankzij de solide doelman Mark Rutte, maar dan prikt Klaver de bal opeens toch in het net.
Dan weer bokst Klavertje tegen zwaargewicht Geert Wilders. In plaats van achteruit te deinzen, drukt hij zichzelf tegen de borst van de PVV-leider. Waar anderen Wilders ‘xenofobie’ verwijten en een welles-nietes debat uitlokken, demonteert Klaver Wilders’ teksten door hem extreem serieus te nemen. Wilders staat wild om zich heen te maaien, maar raakt Klaver niet en zeker niet met zijn beruchte rechtse directe.
De manier van debatteren in het parlement verandert met elke nieuwe generatie. Eens volstonden fractieleiders met een serie argumenten en alleen om ‘Boer’ Koekoek konden de mensen lachen. Toen braken talenten door die aan hun tekst een rake oneliner toevoegden om de tv-journaals te halen: ‘Zo komt Jan Splinter door de winter.’
Sybrand Buma (CDA): ‘Klaver trekt de PvdA naar links waardoor er spanning ontstaat tussen VVD en PvdA. Hij snapt hoe hij oppositie moet voeren’
D66-leider Alexander Pechtold draaide het tien jaar geleden om. Hij dacht eerst na over een trefzekere quote (‘Ik zou het bonnetje maar bewaren!’), en vervolgens vielen de argumenten vanzelf op hun plaats. Iedereen moest zo lachen om Pechtolds oneliners dat niemand zich er nog van kon losmaken. Pechtold domineerde. In die methode zat iets hooghartigs en het werkt niet meer zo goed. Tijd voor een ander kunstje. En opeens is daar het Kunstje Klaver.
De GroenLinks-leider bereidt zich losjes voor op een debat. Voor hem is het geen theater, maar waarheidsvinding. Hij denkt na over de grote lijnen van het beleidsvraagstuk, maar streept dan alles weg om één concrete vraag over te houden. Die vraag noteert hij op een A4’tje en dat neemt hij mee naar de zaal, om zich erop te blijven concentreren. Dan vertoont een minister verbale schijnbewegingen en iedereen beweegt mee. Maar Klaver blijft hameren: ‘Voorzitter, dit is geen antwoord op mijn vraag.’
De minister sputtert wat.
Klaver: ‘Nog altijd heb ik geen antwoord op mijn vraag.’
De minister opnieuw.
Klaver: ‘Ik wacht nog altijd op een antwoord.’ Het is alsof hij de bewindsman een spiegel voorhoudt. Net zolang totdat die zichzelf in de ogen moet kijken en bevestigt wat op Klavers A4’tje staat.
Op 19 augustus 2015 – het was pas Klavers derde fractieleidersdebat – dwong hij premier Rutte tot de bekentenis dat hij de verkiezingsbelofte ‘geen geld voor de Grieken’ had gebroken. Dit ging als volgt.
Klaver: ‘Niet wegzwijnen nu, meneer Rutte. Niet wegzwijnen, minister-president. U probeert achteraf iets goed te praten wat eigenlijk niet goed te praten valt.’
Rutte: ‘In reactie op de heer Klaver herhaal ik dat hij mag vasthouden aan zijn aanname dat ik daar deed wat ik deed om de reden die hij denkt.’
Klaver: ‘Dit is het wegzwijnen. Dit is proberen het als Tefal van je af te laten glijden.’
Rutte: ‘Ik vind het echt te goedkoop en te makkelijk. Voor de heer Klaver niet passend bij het niveau waarop hij debatteert om hier deze indruk te wekken. ’
Klaver: ‘Als er hier iemand aan goedkope politiek doet, is het deze minister-president. Kom op zeg! De minister-president maakt een grote fout.’
Rutte: ‘Wilt u het antwoord horen?’
Klaver: ‘Stop met die trucjes! Stop met “Wilt u het horen?” ’
Rutte: ‘Ja, goed. Maar dan heeft het geen zin dat ik verderga.’
Klaver: ‘Ga vooral verder! Ik zeg alleen dat ik niet inga op die trucjes. Wat is dat nou weer voor onzin! Ik probeer hier serieuze vragen te stellen. Ga er dan op in! ’ Zo kaatst het heen en weer, totdat Rutte bezwijkt: ‘Als de heer Klaver mij ertoe wil brengen om te zeggen “uiteindelijk kon je je niet houden aan die afspraak” dan heeft hij gelijk.’
Hans Wiegel (VVD): ‘Geen enkele fout tot nu toe! In de campagne zullen ze dit broekie niet kleineren, want daar houden de kiezers niet van’
De paradox is dat Klaver de premier op de knieën krijgt, terwijl hij het in wezen met hem eens is dat West-Europa Griekenland moet helpen. Het Binnenhof staat zo bol van scoringsdrift dat de inhoud er op zulke momenten nauwelijks toe doet. Klaver gaat volledig op in het Haagse rollenspel. Ofschoon hij retelinks is, komt hij daardoor neutraal over, zodat hij tegenspelers op het verkeerde been zet. Naderhand krabben die zich achter het oor: ‘Wat wil hij eigenlijk?’
Kort nadat hij vorig jaar aantrad als partijleider, publiceerde Klaver zijn boek De mythe van het economisme. Hij schetst daarin een karikatuur van het kapitalisme en van de Nederlandse verzorgingsstaat. Alsof alles in het teken staat van geld, winst en rendement. Er zit een kern van waarheid in, maar wat is het alternatief?
Klaver blijft daarin vaag. Hij is tegen marktwerking en prestatieprikkels in het onderwijs, maar propageert ook weer geen planeconomie. Hij hekelt ongelijkheid, maar durft niet radicaal te zeggen dat je het nationaal inkomen eerst moet verdelen en dan pas moet verdienen.
Het boek trok vorig jaar veel aandacht, maar dat was tamelijk kortstondig. Echt baanbrekend waren zijn ‘dogma’s’ en game changers niet. Het wachten is op Klavers concrete voorstellen. In bijgaand interview (zie hieronder) formuleert hij drie omfloerste onderhandelingspunten voor de kabinetsformatie van volgend jaar. Daarmee moeten zijn concurrenten het voorlopig doen.
Zij vinden dat dun, maar misschien trekt Klaver straks aan het langste eind. Vaagheid valt beter in de smaak bij de kiezers dan taai cijferwerk. Klavers handelswaar is hoop. En mensen putten nu eenmaal meer hoop uit maatschappijkritiek en politieke intenties, dan uit doorwrochte beleidsprogramma’s.
Kringloopwinkel
Op zijn zestiende kwam Jesse Klaver eens in de kringloopwinkel aan de Westelijke Havendijk in zijn woonplaats Roosendaal. Het was de tijd dat hij – zoals elke puber – zocht naar zijn identiteit. Kort na zijn geboorte had zijn Marokkaanse vader het gezin verlaten, en Jesse was opgevoed door zijn moeder, zijn Indische grootmoeder en zijn Nederlandse grootvader. Alleen zijn tweede voornaam – Feras – herinnert nog aan zijn half-Marokkaanse afkomst. In die kringloopwinkel trof hij een boek met op de kaft die letters: JFK, John Fitzgerald Kennedy.
Klaver had wel eens over president Kennedy gehoord. Maar die drie letters sloegen ook op hemzelf: JFK, Jesse Feras Klaver. Hij kocht het boek voor 50 cent en las voortaan alles wat los en vast zat over Kennedy.
Halbe Zijlstra (VVD): ‘Leuke vent. Klaver is niet van het belletje trekken, maar wat vindt hij nou eigenlijk echt? Dat weten we nog steeds niet’
Andere fractieleiders zijn jaloers op Klavers charisma. Zij zien in hem een Nederlandse JFK, die ‘als een magneet de tv- camera’s aantrekt’. Waar zijzelf voor half lege zaaltjes duttende partijgenoten toespreken, belegt het splinterpartijtje GroenLinks in allerlei studentensteden ‘Meet-ups’ met Jesse Klaver.
Gisteren, met nog een paar dagen te gaan tot de verkiezingen, hield Klaver zo’n meet-up, waarin hij duidelijk het leiderschap op links claimde. Asscher klaagt intussen steen en been >
Weken tevoren zijn die bijeenkomsten uitverkocht. Klaver loopt als een talkshow-ster tussen het volk. Hij vertelt wat, stelt vragen, luistert aandachtig en weet zo’n zaal te betoveren.
Zijn collega’s gunnen Klaver het succes, maar vanuit het eigen partijbelang zien ze hem toch graag eens blunderen. Hem pootje haken? Uitgesloten; dat zou het beeld opleveren van oude rotten die een jongmaatje piepelen. Dan maak je Klaver alleen maar populairder. Bovendien is hij gewoon een aardige vent. Hij kan heel scherpe dingen zeggen, maar blijft er vriendelijk bij kijken. Pas als ze achteraf de handelingen nalezen, beseffen ze hoe bijterig JFK opereerde en hoe hij zijn luxepositie uitbuitte: een partijtje met vier zetels kan het zich veroorloven met één A4’tje de arena te betreden.
Het is lastig boos op hem te worden, althans en plein public. In de Haagse wandelgangen worden wel degelijk ruzies met hem uitgevochten. Op 3 maart sprong de toenmalige PvdA-leider Diederik Samsom uit zijn vel.
Samsom lanceerde die ochtend in de Volkskrant een voorstel voor een gecontroleerde vluchtelingenstroom vanuit Turkije. Om Ankara te paaien, zou er een luchtbrug worden geopend om vierhonderd Syriërs naar Nederland te halen. Maar de PvdA had nog geen akkoord met coalitiepartner VVD.
GroenLinks lanceerde vliegensvlug een motie met de letterlijke tekst van Samsom. De PvdA-fractie stemde tegen en de leider stond in zijn hemd. Samsom belde woedend met Klaver. Nou was hij iets goeds aan het regelen en liet GroenLinks het ploffen! Klaver liep naar Samsoms werkkamer, liet hem uitrazen en zei in vriendelijke bewoordingen dat GroenLinks zich niet langer door de PvdA liet intimideren.
Gert-Jan Segers (ChristenUnie): ‘Jesse heeft charme. Je wordt heel moeilijk boos op hem’
Bij de collegevorming in Amsterdam was dat in 2014 nog wel gebeurd. Vóór de raadsverkiezingen hadden de leiders van VVD, D66 en GroenLinks in een restaurant in Haarlem afgesproken dat ze samen de wethouders zouden leveren. Het werd tijd de PvdA eindelijk van de troon te stoten. Maar na de verkiezingen merkte de Amsterdamse GroenLinks-voorvrouw Andrée van Es zo veel ontzag in eigen kring voor de PvdA, dat ze afhaakte. Vervolgens schoof de SP aan.
Volgend jaar in de kabinetsformatie zal het anders gaan. Klaver lijdt niet aan het eeuwige minderwaardigheidscomplex van GroenLinks jegens grote broer PvdA. In de peilingen is hij trouwens dubbel zo groot als Samsom. Dus laat hij zich niet de les lezen.
In zijn laptop zitten Excel-bestanden met coalitievarianten en zetelverdelingen in Eerste en Tweede Kamer. Een kabinet met VVD, CDA, D66 en GroenLinks is mogelijk, eventueel met extra steun van de ChristenUnie. Het tekent Klavers hoop en bravoure.
De vraag is alleen of de VVD dit trekt. In liberale kring hoor je: ‘We liggen in de clinch met de PvdA, maar omdat we slechts met zijn tweeën zijn, lekt dat niet elke dag naar de krant. Zitten we straks in een kabinet met vier of vijf partijen, dan wordt het hopeloos en kunnen we net zo goed midden op het Plein vergaderen.’
Spuugzat
Tijdens een debat over een EU-top en de migratiecrisis, op 14 oktober 2015, komt Geert Wilders (PVV) met een reeks klachten over asielzoekers die zich misdragen. ‘Miljoenen mensen in dit mooie land zijn het spuugzat.’ Hij leest mailtjes voor van aanhangers in Apeldoorn, Oude Pekela en Arnhem. Kamerleden van andere partijen kijken verveeld voor zich uit: Wilders weer.
Maar dan komt Klaver melden dat hij het met Wilders eens is: ‘Vluchtelingen die rotzooi trappen, moeten we keihard aanpakken.’ Maar hij heeft ook een lijstje voor Wilders: ‘Bestorming en vuurwerkbommen in Woerden, hakenkruizen bij een azc in Zuidlaren. Voorst, Wezep, Brunssum, Deventer en Tholen; ik zal deze incidenten niet in de schoenen van de heer Wilders schuiven, ook al roept hij op tot verzet. Maar om te doen alsof alle vluchtelingen criminelen zijn, of alle mensen die kritisch zijn op vluchtelingen racisten te noemen, is allebei even erg. Dat zou u niet moeten doen.’
Jos van der Lans (GroenLinks): ‘Een frisse generatie treedt aan. Voor het eerst verdwijnen onze bloedgroepen: communisten, pacifisten, radicalen’
Wilders kijkt op en gaat stug door. Klaver is nog één keer fel, maar weet wanneer hij moet ophouden. Anders wordt het betweterig. ‘Gaat u vooral zo door. Maar u doet hiermee alsof al die vluchtelingen precies hetzelfde zijn. U kunt toch ook aangeven dat dit incidenten zijn waar we keihard bovenop moeten zitten! Daarover zouden we het nog eens kunnen worden. Zij zijn van hetzelfde laken een pak als racisten die hakenkruizen kladden. U kakelt wel veel, meneer Wilders, maar leg nou een ei!’
Wilders negeert hem en – met enige vertraging – komt Emile Roemer (SP) naar voren: ‘Waarom geeft u de heer Klaver niet netjes antwoord?’ Daarmee is Klavers triomf compleet. Wilders kijkt nurks.
Klaver is zo bedreven in het politieke spel dat de knikkers erbij in kunnen schieten. Zijn sterkte is tevens zijn kwetsbare plek. Hij is zo vaardig en aangenaam, dat hij zichzelf neutraliseert. Maar voorlopig werkt het.
Het congres van GroenLinks wees Jesse Klaver op 23 april aan als lijsttrekker. Hij zal zich op de inhoud moeten concentreren. Er broeit iets in de samenleving. Panama papers, gouden handdrukken voor bankiers, ongerustheid over klimaatverandering, of – positief – crowdfunding voor goede doelen. Klaver heeft een electorale goudader te pakken.
Maar waar staat hij precies voor? Kan hij jeugdig onbevangen blijven en aantonen dat het haalbaar is wat hij propageert? Kunstje Klaver moet tot wasdom komen. Hij moet laten zien dat hij niet alleen kan debatteren, maar ook het land regeren. Anders rennen de linkse kiezers op de valreep toch weer naar de PvdA.
Jesse Klaver: ‘Het is ons veel waard om binnen links de grootste te worden’
Elsevier: Bent u een man van kleine verbeteringen of wilt u in één keer de ideale samenleving bewerkstelligen?
Jesse Klaver: ‘Als je in één keer de ideale samenleving wilt bereiken, heb je revolutie, en de meeste revoluties hebben niet veel goeds gebracht. In mijn boek De mythe van het economisme schets ik het grote ideaal en geef ik aan hoe je daar met kleine stapjes kunt komen.’
Elsevier : Hoe belangrijk is het voor GroenLinks om bij de volgende verkiezingen te eindigen boven de PvdA en SP?
Klaver: ‘Bij de volgende Kamerverkiezingen heeft GroenLinks een historische kans om de grootste partij op links te worden; groter dan de PvdA en groter dan de SP. Het is natuurlijk belangrijk dat alle linkse partijen goed scoren, zodat er goede kansen zijn voor progressieve politiek. Maar het is ons veel waard om binnen links de grootste te worden. De kaarten zijn goed, al zitten we nog ver voor de verkiezingen.
‘Mijn voorganger Bram van Ojik vond het vooral belangrijk dat de progressieve beweging in haar geheel groot was. Dat klopt, maar GroenLinks moet ook groot worden. De PvdA heeft 70 jaar de kans gekregen aan de knoppen te zitten. De SP deed in 2012 een poging, maar dat mislukte. Nu gaan wij het proberen.’
Elsevier : Hoe belangrijk is het voor GroenLinks om mee te doen aan een volgend kabinet? Uw partij probeerde het een paar keer, maar heeft nog nooit mogen meeregeren.
Klaver: ‘Natuurlijk wil ik regeren. Wij horen te vaak: “GroenLinks zat nog nooit in een kabinet.” Dat kan ertoe leiden dat we krampachtig naar regeringsdeelname gaan streven. Maar dat heb ik totaal niet. Als we in een kabinet kunnen zitten en echt veranderingen bewerkstelligen: dolgraag. Maar als we alleen op de toko mogen passen en de status-quo bewaken, dan zoeken ze maar een ander.’
Elsevier : In uw boek formuleert u vijf dogma’s van het economisme en daarmee wilt u afrekenen. Als u dat consequent zou doen, krijgt Nederland een plan-economie à la de Sovjet-Unie in combinatie met een basisinkomen voor iedere werkloze. Hoe zit dat?
Klaver: ‘Aan de onderhandelingstafel met andere partijen wil ik die vijf dogma’s doorbreken. Dat betekent niet dat alles 180 graden anders moet, want dan zit je weer in een ander uiterste en regeren in uitersten lijkt me geen goed idee. Wat ik wil, is dat we de markt op sommige terreinen terugdringen, bijvoorbeeld in de zorg. Ik wil dat de overheid een actievere rol neemt in de investeringen voor onze toekomst. Door meer en slimmer te investeren in duurzame energie, moet Nederland koploper worden in duurzaamheid.’
Elsevier : Komt u straks met ministers die even jong en sprankelend zijn als uzelf?
Klaver: ‘Ik heb een lijstje met potentiële bewindslieden. Dat zijn mensen die de boel in Den Haag flink kunnen opschudden. Maar ze moeten natuurlijk ook kunnen overleven. Kijk, als je alleen maar oproerkraaiers hebt, dan eindigt het niet goed. Ik wil niet iemand als de vorige minister van Financiën in Griekenland Yanis Varoufakis. Die bracht veel ophef, maar hij heeft het niet lang gemaakt. Hij kreeg dus ook niet veel voor elkaar.
‘Ik zal bewindslieden presenteren die niet alleen mooie woorden gebruiken, maar die het ook kunnen fixen. Naar die unieke combinatie ben ik op zoek.’
Elsevier : In uw boek citeert u telkens het boek van Joris Luyendijk over de bankiers in de Londense City. Is hij beoogd minister?
Klaver: ‘Namen noem ik niet, maar hij heeft zich nog niet bij mij gemeld.’
Elsevier : Geen amateurisme in de politiek?
Klaver: ‘Sprankelen zal het zeker. Maar het doel is om iets voor elkaar te krijgen en dan heb je mensen nodig die de boel flink opschudden. Dat kunnen nieuwkomers zijn, maar ook ouwe rotten. Namen noem ik nog niet.’