De positie van Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep staat niet ter discussie. Dat is de uitkomst van de vergadering tussen de ministers van Financiën. Dijsselbloem verklaarde na afloop dat geen van zijn collega-ministers hem kwijt wilde.
De roep om het aftreden van Dijsselbloem ontstond na een interview met de Duitse krant Frankfurter Allgemeine. De krant ontlokte hem de volgende uitspraak: ‘Als sociaal-democraat vind ik solidariteit met Zuid-Europese landen van groot belang. Maar wie een beroep doet op solidariteit en hulp, moet ook aan zijn plichten voldoen. Ik kan niet al mijn geld uitgeven aan Schnaps und Frauen [drank en vrouwen, red.] om vervolgens bij u om bijstand te vragen.’
Toorn uit Zuid-Europa
Met deze uitspraak riep hij de toorn van de Zuid-Europese landen over zich af. Diverse EU-kopstukken verweten Dijsselbloem xenofobie en seksisme. Dijsselbloem weigerde echter afstand te nemen van de uitspraak. Wel betreurde hij dat hij verkeerd was begrepen.
Vandaag kwam de Eurogroep bijeen in Malta. Verwacht werd dat Dijsselbloem ter verantwoording zou worden geroepen, maar dat gebeurde niet. Dijsselbloem bood zijn excuses aan voor de ‘ongelukkige woordkeuze’. Na afloop zei hij: ‘Ik ben zelf over de zaak begonnen en heb het uitgelegd. Geen enkele minister heeft daarna het woord gevraagd en niemand heeft gezegd dat ik mij terug zou moeten trekken. Er is nog veel werk te doen, dus ik ga door.’
Europees Parlement
Afgelopen maandag kwam Dijsselbloem opnieuw in opspraak met zijn weigering om deel te nemen aan een debat in het Europees Parlement. Dijsselbloem gaf prioriteit aan de PvdA-fractievergadering in de Tweede Kamer.
De voorzitter van het Europees Parlement kon daar weinig begrip voor opbrengen, en schreef Dijsselbloem een brief waarin hij diens arrogantie laakte. Na een brief van de minister was de kou weer enigszins uit de lucht.