Het koningshuis heeft een bijzondere plek in ons hart

Foto: ANP

In Tilburg scheen gisteren de Oranjezon. De Oranjes haalden de stad uit de vergetelheid. Tilburg was ooit een industrie- en textielstad en mist het historische decor van steden als Den Bosch, Den Haag, Amsterdam en Leiden. In de binnenstad van Leiden kijken de muren ons vanuit hun historische horizon aan. Die loopt dwars door de huizen heen.

Oudere generaties als de Amerikaanse Pilgrim Fathers willen niet worden vergeten, alsof ze ons continu voorhouden: ‘We gingen via Leiden naar de nieuwe wereld.’  Steden als Leiden houden de herinneringen levend. Dat is in Tilburg nog niet het geval. De stad is te jong, te bescheiden, en te ver van de politieke werkelijkheid. Al is dat absoluut niet iets waar de stad zich voor hoeft te schamen.

Lees ook dit interview met Dorine Hermans: ‘Koning heeft monarchie gisteren opnieuw uitgevonden’

Geliefde stad Tilburg

Tilburg is een gastvrije stad, een vrijplaats. De vrijplaats Tilburg verwelkomde gisteren de koning der Nederlanders. De Tilburgers hebben hun geliefde stad goed op de kaart gezet. Geliefde stad? Ja, ik ken weinig Tilburgers die hun eigen stad niet liefhebben. Het zijn geen zelfhaters. Ze schamen zich terecht niet voor de lelijke fabrieksmuren die er nog altijd staan. Tussen Kerst en Aswoensdag stroomt nog altijd een rivier van vrolijkheid dwars door Tilburg. Ik ken de stad goed; mijn tweede geboorte in Nederland heeft zich in Tilburg voltrokken.

Dit jaar was de Koningsdag een bijzondere. Onze Koning is een halve eeuw oud geworden. In de historische schaduw van Willem II zwaaide Willem-Alexander vanuit Tilburg naar Nederland. Over zijn halve eeuw leven gaf koning Willem-Alexander een openhartig en mooi interview aan Wilfried de Jong op NPO en RTL. Zeventig minuten sprak de Koning over zijn leven en over de tijd waarin hij leeft en leefde. Ook in dit interview bleek weer eens waarom onze monarchie een bijzondere plaats inneemt in de harten van de meeste Nederlanders.

Claus was een gewetensvolle man

Een aangrijpend moment in het interview betrof de Duitse afkomst van wijlen prins Claus. We wisten dat hij vaak met zijn kinderen over de Tweede Wereldoorlog sprak. Maar we wisten niet hoe diep de terreurdaad van een Palestijnse terreurgroep in München tijden de Olympische Spelen hem raakte. In 1972 gijzelden Palestijnse terroristen elf Israëlische deelnemers aan de Spelen. Niet alleen zij, heel Europa werd op dat moment gegijzeld. Uit het verhaal van Willem-Alexander blijkt dat ook gewetensvolle Duitsers als prins Claus werden gegijzeld. Prins Claus kon niet aanvaarden dat, opnieuw in Duitsland, Joden om politieke motieven konden worden gedood. Evenmin kon hij aanvaarden dat ook het democratische Duitsland niet in staat bleek Joden te beschermen.

Prins Claus wilde niets meer te maken hebben met de Olympische Spelen. Hij heeft ze ook nooit meer bezocht. Wat een gewetensvolle man!

In het interview was Willem-Alexander openhartig. Wanneer is iemand klaar voor het koningschap? Dat gebeurt niet zomaar vanzelf, het is het resultaat van een serieuze innerlijke worsteling: ‘Ik had nog niet geaccepteerd, geïnternaliseerd dat ik het ambt zou overnemen van mijn moeder. Ik wilde mezelf beter leren kennen. Je moet eerst jezelf door en door leren kennen. Dat is wat ik bij Amalia nu ook steeds benadruk.’

Een monarch wordt een monarch door de geboorte en opvoeding. Maar om een echte monarch te worden, moet de kroonprins zijn eigen persoonlijkheid en het volk internaliseren: daarbij offert hij zich op voor het geheel en wordt hij één met het geheel.

Nederland en Oranje zijn met elkaar verweven

Ongetwijfeld was voor Willem-Alexander de onverwachte dood van zijn broer Friso de meest aangrijpende gebeurtenis van zijn leven: ‘Je beseft pas wat je verliest als je elkaar niet meer hebt. Hij leefde in Londen, met Mabel en de kinderen, maar was wel een goede adviseur op de achtergrond. Soms onbehouwen, maar altijd goudeerlijk. Als je dat niet meer hebt, mis je dat echt wel (…). Je ziet ook wat er gebeurt met een moeder die een kind verliest, die een deel van zichzelf verliest.’

Ook de monarch is gewoon een mens, net als zijn volk. Al past sterfelijkheid niet bij de monarchie. De monarchie vertegenwoordigt immers de continuïteit: ze stopt nooit en gaat nooit dood. Toch is ook een monarch, als persoon, als individu sterfelijk.

Meer nieuws en opinie, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>

Willem-Alexander reflecteerde op het onbehagen bij westerse volkeren over de mondialisering,  immigratie en het islamitisch terrorisme: ‘We leven in een moeilijke tijd (…) We hebben allerlei problemen die in het verleden nooit uitgesproken mochten worden. Ik heb begrip voor mensen die het ongemakkelijk vinden. De veranderende wereld. De discussie is goed. Ik heb ook begrip voor angst en boosheid. Maar het is een tussenstation, het kan nooit een eindstation zijn.’

De Koning leeft en werkt in deze wereld en niet in een utopische wereld.

Nederland en Oranje zijn verweven met elkaar.