Het demissionaire kabinet loopt op zijn laatste benen, maar dat weerhoudt vicepremier en minister Lodewijk Asscher (PvdA, Sociale Zaken) er niet van om de verhouding met de VVD op scherp te zetten. Hij wil extra geld voor leraren, en zo niet, dreigen er consequenties.
Nederland heeft op dit moment, in afwachting van wat er uit de formatie rolt, een demissionair kabinet. Dat betekent dat de ministersploeg alleen nog maar de lopende zaken mag afhandelen en omstreden, zwaarwegende zaken moet laten rusten. Zeker zaken die met veel (extra) geld gepaard gaan, worden overgelaten aan het volgende kabinet.
Het is bijzonder wat Asscher hier doet, zegt hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan Universiteit Leiden Wim Voermans tegen Elsevier Weekblad: ‘Een demissionair kabinet moet vooral “uitdienen”. Meestal worden er tussen een demissionair kabinet en de Tweede Kamer afspraken gemaakt wat nog wel en niet kan worden behandeld.’
Er is nu sprake van een aparte situatie, nu de formatie lang duur en de begroting nog door dit kabinet worden voorgesteld. ‘Dan rijst de vraag: wat kan nog wel en wat niet worden gedaan? Daar hebben geen staatsrechtelijke regels over. Daar moet de Kamer per geval met het kabinet over spreken.’
Meer: belastingbetaler de dupe van slome formatie >
Consequenties
Asscher trekt zich dus niets van deze demissionaire status aan. Het is duidelijk dat hij anticipeert op een rol in de oppositiebankjes met zijn negen zetels. De PvdA-leider eist dinsdag dat het demissionaire kabinet volgend jaar meer geld uittrekt voor lerarensalarissen en koopkracht. Zo niet, dan zijn de gevolgen voor de VVD. Aan welke consequenties hij denkt, wilde hij niet zeggen. Het is goed mogelijk dat de PvdA besluit om dan maar geen handtekening onder de begroting te zetten.
Lees ook deze column van Syp Wynia: waarom de participatieverklaring van Asscher niet deugt >
De kans is namelijk groot dat dit demissionaire kabinet nog een begroting opstelt voor 2018. Die begroting moet een paar weken voor Prinsjesdag (de derde dinsdag van september) af zijn en dan is de formatie waarschijnlijk nog bezig.
Bij de VVD zijn ze getergd
Aan welk bedrag Asscher precies denkt en waar het geld dan wel vandaan moet komen, wil hij niet zeggen. ‘Dat merkt u in augustus wel, zei hij tegenover persbureau ANP. ‘Een begroting opstellen is keuzes maken. Als je ergens geld vandaan wilt halen kun je dat vinden.’ Bij de coalitiepartner VVD zijn ze not amused. Fractievoorzitter Halbe Zijlstra – en Rutte’s adjudant tijdens de formatiegesprekken – reageert geërgerd. Hij noemt het ’niet kies’ dat Asscher zijn wil oplegt aan het demissionaire kabinet, schrijft De Telegraaf.
Als Asscher over dit soort zaken wil meepraten moet hij aanschuiven bij de kabinetsformatie, zegt VVD-leider Mark Rutte: ‘We hebben vier jaar lang heel goed samengewerkt, maar dit stelt me een beetje teleur.’ De premier verwijst ook naar de reactie van minister van Onderwijs Jet Bussemaker (ook PvdA), die de hand op de knip houdt voor de leraren.
Grensoverschrijdend
Ook CDA-leider Sybrand Buma vindt dat als Asscher extra geld wil uitgeven hij maar moet meedoen met de kabinetsformatie. Daarvoor was de PvdA echter niet beschikbaar. Buma noemt het ‘grensoverschrijdend wat de PvdA doet. Ik vind het helemaal niets’.
Asscher heeft zijn moment overigens goed gekozen. Juist vandaag protesteren zo’n tweeduizend boze leraren, ouders en sympathisanten op het Malieveld in Den Haag. Ze protesteren tegen de te hoge werkdruk in het basisonderwijs, de in hun ogen lage salarissen en het oplopende lerarentekort.