Fataal schietincident door onvoldoende veiligheid

Bron: ANP

Defensie is niet professioneel omgegaan met de veiligheid van het eigen personeel. Dat schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). Aanleiding voor het onderzoek was de dood van contra-terreur-instructeur Sander Klap bij een schietoefening in 2016.

Volgens de OvV heeft Defensie de veiligheid niet voldoende gehandhaafd en is de dood van Klap te wijten aan een aaneenschakeling van fouten. De 35-jarige Klap was zelf nog instructeur in opleiding en had op het moment van de oefening geen begeleiding. Ook andere aanwezige instructeurs hadden niet de benodigde kwalificaties om de schietoefening te begeleiden.

Dodelijk getroffen

Op de trainingslocatie in Ossendrecht was ook geen instructiemateriaal en baancommandant aanwezig. Bovendien was de locatie niet gekeurd op veiligheid. Zo konden de tussenwanden in het gebouw geen kogels tegenhouden.

Dit laatste werd de instructeur fataal. Tijdens de oefening bevond Klap zich achter een dunne wand, zonder zicht op de deelnemers aan de training. Precies achter hem – aan de andere kant van de dunne wand – hing een doelwit. Dat doelwit werd meerdere keren onder vuur genomen door een commando, waarna de kogels door de wand vlogen. Klap werd dodelijk getroffen en stierf ter plaatse.

Geldgebrek

Bovendien rijzen er vragen over de beschikbaarheid van veilige trainingslocaties in Nederland. Het schiethuis in Ossendrecht is niet van Defensie, maar van de politie. Ook moet het Korps Commandotroepen, dat niet over eigen schietfaciliteiten beschikt, geregeld trainen op schietbanen in het buitenland. De oorzaak: geldgebrek.

Het is niet de eerste keer dat geldgebrek (veilige) training in de weg staat. Afgelopen winter deed de landmacht mee aan een internationale training in Polen, om een signaal af te geven aan Rusland.

Ernstig verwaarloosd

Daarbij werd pijnlijk duidelijk hoe het Nederlandse leger op kernpunten tekortschiet. Zo haperde de logistiek en was er een tekort aan drones, radio’s en andere communicatiemiddelen. Ruud Vermeulen, voorzitter van de Gezamenlijke Officieren Vereniging, noemde het materiaal ‘oude zooi’.

In mei schreef de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat Nederland zijn defensie ernstig verwaarloosd. Zo hebben soldaten niet voldoende munitie voor schietoefeningen; veel pantserwagens staan stil wegens gebrek aan onderdelen en de F-16’s vertonen scheuren in de beplating. Om de krijgsmacht op te lappen zijn miljarden euro’s nodig.