De AIVD ziet het salafisme, een orthodoxe stroming binnen de islam, als een kweekvijver voor jihadisme. Onzin, meent Fouad El Bouch. ‘De hevigste oppositie tegen Syriëgangers komt juist vanuit het salafisme’.
Fouad El Bouch (34) is religiewetenschapper, maar hij is als prediker ook populair onder streng-orthodoxe moslimjongeren – waaronder salafisten. Hij benadrukt dat hij dit interview geeft als religiewetenschapper die is afgestudeerd op de verhoudingen tussen salafisme en democratie.
Lees het artikel van Nikki Sterkenburg in Elsevier Weekblad
Leven als de Profeet: vijf vragen over salafisme
Elsevier Weekblad: hoe is er vanuit de Nederlandse overheid de afgelopen decennia tegen het salafisme aangekeken?
El Bouch: ‘In 2010 sprak de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst nog over het salafisme als buffer tegen radicalisering en extremisme. In 2014 werd het salafisme ineens gezien als kweekvijver voor jihadisme. Het fenomeen “Syriëganger” moest worden geduid. Het salafisme is daar het slachtoffer van geworden, terwijl de hevigste oppositie tegen Syriëgangers juist uit de hoek van het salafisme komt. Sommige substromingen binnen het salafisme hebben het voeren van oppositie tegen jihadgangers zelfs een vast onderdeel gemaakt van hun zendingswerk. Er verschijnen boeken, pamfletten, lezingen en er worden zelfs hele conferenties georganiseerd over waarom je niet op jihad moet gaan. Die oppositie was er altijd wel, daarom sprak de overheid aanvankelijk ook over het salafisme als “buffer”. Dat het nu ineens een kweekvijver zou zijn, is een transformatie die wat mij betreft onvoldoende is onderbouwd.’
Elsevier Weekblad: dus het is geen springplank naar de jihad?
El Bouch: ‘De Amerikaanse veiligheidsdiensten schreven een aantal jaar geleden in een rapport dat ze de Saoedische Madkhali-salafisten zouden promoten en ondersteunen, omdat zij oppositie voeren tegen de jihad. Jihad is, naast een islamitische aangelegenheid, ook het resultaat van een politieke realiteit. Wel of geen geweld gebruiken wordt niet alleen bepaald door een tekst, maar vooral door de situatie waar je je in bevindt. Er zijn delen in de wereld, zoals de Filippijnen, waar het salafisme helemaal geen wortel schiet, en waar moslims ook over zijn gegaan tot geweld. Dat is niet omdat ze aangestuurd worden door een tekst, maar omdat de politieke realiteit het noodzakelijk maakt.’
Elsevier Weekblad: het terugdringen van salafisme op Nederlandse bodem is onderdeel van het veiligheidsbeleid. De AIVD ziet het salafisme als ondemocratisch.
El Bouch: ‘Ondemocratisch? De afgelopen verkiezingen hebben grote salafistische centra massaal opgeroepen om te gaan stemmen. Er is hier zelfs een speciale verklaring voor opgesteld, ondertekend door grote salafistische imams en predikers. Preekgestoeltes in moskeeën zijn gebruikt om moskeegangers te informeren over het belang van verkiezingen. In andere landen bestaan al decennialang salafistische politieke partijen die meedoen aan verkiezingen. Maar er zijn inderdaad ook salafisten die hun bedenkingen hebben bij stemmen, met name het soevereiniteitsbeginsel vormt een probleem. In de islam is soevereiniteit een exclusieve goddelijke eigenschap. In een democratie wordt dat principe geschonden omdat soevereiniteit aan het volk wordt toegekend.’
Elsevier Weekblad: de kritiek op het salafisme is dat bepaalde orthodoxe principes niet samengaan met democratie.
El Bouch: ‘Er zijn op veel punten wezenlijke verschillen tussen de wereldbeschouwingen van de islam en het westen. Soms zijn die inderdaad niet overbrugbaar. Maar wie bepaalt wat goed of beter is? Zolang deze groepen samen moeten leven op één stuk grond, hebben we de wet als objectief kader om handelingen, ideeën en opvattingen te toetsen. Men hoeft het niet altijd eens te zijn.’
Elsevier Weekblad: de kritiek op salafisten is vaak dat ze zich afwenden van de samenleving.
El Bouch: ‘Salafisten zijn pragmatische mensen. Ze realiseren zich dat ze wonen in een niet-islamitisch land waar je soms gewoon “water bij de thee” moet doen. Interactie met vrouwen op de werkvloer wordt dan als noodzakelijk gezien. Dat wil overigens niet zeggen dat ze hun best niet doen om datgene te vermijden dat in strijd is met hun religie. Daarom zie je dat ze vaak gaan ondernemen of zelfs emigreren.’
Elsevier Weekblad: Arabist Jan Jaap de Ruiter pleit deze week in Elsevier voor een proefproces, zoals bijvoorbeeld eerder ook een proefproces tegen de SGP werd gevoerd om vrouwen op de kieslijst te krijgen. Wat vind je van zijn idee?
El Bouch: ‘Ik vind dit een populistisch voorstel dat geen enkel praktisch doel dient. Het salafisme is een ongrijpbare collectie van ideeën, opvattingen en interpretaties. Je kunt het niet aanklagen, verbieden of opleggen wat wel en niet te doen. Het is geen afgebakende partij zoals de SGP.’