Bij tachtig geregistreerde integriteitsmisdrijven tussen 2012 en 2016, was 40 procent van de gevallen een allochtone agent betrokken. Dat blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Opmerkelijk, omdat minder dan 10 procent van de agenten allochtoon is.
De reorganisatie bij de politie heeft ervoor gezorgd dat de politie-eenheden een grotere omvang hebben. Dit maakt ze kwetsbaarder voor corruptie. Dat meldt De Telegraaf. De Tweede Kamer liet onderzoek doen naar corruptie onder agenten, na een groeiend aantal schandalen binnen de politie. Opmerkelijk is ook dat voor het eerst is onderzocht of er een verband is tussen corruptie en georganiseerde misdaad in Nederland.
Volgens de onderzoekers wordt er minder actief gescreend naar de integriteit van agenten. Ook wordt tussentijds weinig gecontroleerd. Dat meldt het AD.
‘Corruptie minder snel opgepikt’
Hans Nelen, een van de onderzoekers en hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Maastricht, zegt tegen De Telegraaf dat de lokale politie-eenheden vaker de fout in gaan. ‘Door de kolossale omvang van de nieuwe politieteams in de eenheden worden signalen van corruptie minder snel opgepikt.’
In 2012 tot 2016 zijn er tachtig integriteitsschendingen bekend bij politie, douane, Koninklijke Marechaussee en FIOD. Daarvan werd de helft gepleegd door allochtone agenten. Minder dan 10 procent van de agenten in dienst van het korps heeft volgens De Telegraaf een migratieachtergrond.
Opmerkelijk, omdat de leiding van het politiekorps de politie graag diverser wil maken. Hans Nelen over deze conclusie van het WODC-rapport: ‘Dat is fors en zorgelijk. Het zal veel stof doen opwaaien, maar het zijn wel de feiten.’