Waarom verbod op motorclub Satudarah kans van slagen heeft

Leden van motorclubs Satudarah Maluku en Yellow Snakes / bron±ANP

De aanhouding van drie kopstukken van de internationale motorclub Satudarah – de broers Angelo en Xanterra M. en Paul M. – dinsdag past in de pogingen van het Openbaar Ministerie (OM) om criminele motorclubs te verbieden.

Wat tien jaar geleden niet lukte met de Hells Angels, lijkt dit keer kansrijk. Na de Hells Angels, Bandidos en No Surrender richt het OM nu ook zijn pijlen op Satudarah.

Betrokken bij leverantie van wapens

Juridisch ligt een verbod lastig. Ook voor leden van motorclubs geldt het recht op vereniging. Een verbod wordt daarom niet snel opgelegd. De drie aangehouden leden van Satudarah hebben echter een strafblad. Angelo M. zat vast voor drugshandel, zijn broer Xanterra kreeg in dezelfde xtc-zaak een straf en Paul M. alias Ola kreeg vorig jaar een celstraf van vier jaar voor wapenhandel. Hij was betrokken bij de levering van wapens aan een bevriende motorclub in Duisburg.

De drie aangehouden leden zijn de baas van de afdeling in Tilburg en maken ook deel uit van het landelijk bestuur. Ze liggen al langer overhoop met het gemeentebestuur van Tilburg en met de politie. Het clubhuis werd gesloten en moest verkassen. Ze werden ook in verband gebracht met afpersing.

Minister Stef Blok (VVD) van Veiligheid en Justitie zei dit voorjaar in de Tweede Kamer dat een verbod voor criminele motorclubs wat hem betreft onontkoombaar is. Mocht de rechter een verbod afwijzen, dan pleit hij voor een aanpassing van de wet.